Hugo Claus - Schietgebed
Dit zijn de scherven in het water,
De scheuren in het schuim,
De kloven in het hout.
De jonge non gedenkt in haar gebeden
De geur der paarden,
De gouden aarde, de velden van katoen, het land van koren,
En toen vóór Kristus, in de Gouden Eeuw,
Deze week nog,
De tijd uit zijn kooien brak.
Tijd als kind op een rode veloped,
Tijd die de stuipen krijgt,
Tijd, een vrouwenbuik verhakkeld en gemerkt,
Tijd in de poriën van zand als water
Tijd met de geur van zout en vrouwen
Dit is een gebed zo schraal zo mager
Dat het de ertsen raakt die in u
Onvermoeid te gronde gaan.
Dit gedicht met als titel Schietgebed is geschreven door Hugo Claus. Het is een typisch "vijftigers-gedicht". Er zijn vaak meerdere mogelijke wijzen van interpretatie mogelijk en dat is ook hier het geval volgens mij.
Ik kom zelf niet echt overal aan uit, zou iemand mij dus kunnen helpen?
Alvast bedankt!
|