Even een aanvulling: er zijn 7 elementen die altijd als 2-atomige moleculen voorkomen. Dat zijn waterstof, zuurstof, stikstof en de halogenen fluor, chloor, broom en jood met de molecuulformules H2, O2, N2, F2, Cl2, Br2 en I2.
In samengestelde moleculen kun je soms ook aan de naam zien welk indexgetal je krijgt. Zo krijgt het O-atoom in zwaveldioxide het indexgetal 2 (di betekent 2), dus zwaveldioxide heeft molecuulformule SO2. In zwaveltrioxide krijgt het O-atoom het indexgetal 3 (tri betekent 3), dus zwaveltrioxide heeft molecuulformule SO3.
Er zijn een aantal moleculen waarbij je aan de naam niet direct kunt zien met welk indexgetal je te maken hebt. Voorbeelden zijn water (H2O), ozon (O3), zwavelzuur (H2SO4), salpeterzuur (HNO3) en ammoniak (NH3). In die gevallen dien je dus de naam en de bijbehorende molecuulformule van buiten te leren. Voor verdere details verwijs ik je naar je chemieboek(en).
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|