Haar woorden zijn zo nietszeggend
Haar ogen lachen niet met ze mee
Maar kijken schichtig om zich heen
Zodat haar grote kinderogen niets zal ontgaan
Als ik mijn handen naar haar uitstrek
En haar aanraak, ben ik bang dat ze breekt
Ze doet zo breekbaar en doorschijnend aan
Een fragiele gestalte in fladderende kleren
Weggezakt, verdwenen in de bank
Lijkt ze alles te zijn vergeten
Maar de woorden die ze spreekt
Zijn net zo kwetsbaar als voorheen
(zit stukje uit een (bestaand) verhaal in)
__________________
Het is groen en het zit op een hekje.
|