Ik heb een probleem met het berekenen van kansen, dit is het vraagstuk:
Persoon 1 heeft 5 kaarten en houd die aan persoon 2 voor, persoon 2 weet niet wat erop staat, maar kan kiezen uit 5 verschillende figuurtjes. Persoon 1 houd 10 keer één van de 5 kaarten aan persoon 2 voor, welke moet raden wat erop staat.
Wat is nu de kans dat persoon 2 een aantal figuurtjes goed heeft?
Ik dacht:
0 goed: 4/5^10
1 goed: 1/5 + 4/5^9
2 goed: 1/5^2 + 4/5^8
enzovoorts.
Maar als ik dit doe tot en met 10 goed en deze kansen bij elkaar optel worden ze samen geen 1, dus dit klopt niet.
Hoe moet het wel? Kan iemand mij helpen?
__________________
omdat we engelen zonder vleugels geen engelen kunnen noemen, noemen we ze vrienden
|