van de middag
en van de grote blauwe regen,
die door de zon een gouden lijkt,
heb ik de lucht gekregen.
Voor mijn handen,
voor mijn benen,
te heen en weer bewegen.
Maar stiller schijnt de lente priller,
de zon doorzichtbaar, minder geel en
vandaar dat hier het zand beweegt,
in plaats van dat mijn hand beweegt,
als ik mijn naam in bodem schrijf.
Ik vraag me hoeveel mieren bij mij,
met mij, op mij, onder mij
en denk: ik kom daar nog wel achter.
Maar toen de blauwe regen regen kende,
ik als een haas naar binnen rende,
bleek ik geen denker, slechts een dachter.
__________________
I'M NOT YOUR MOTHER'S FAVORITE DOG
Laatst gewijzigd op 12-06-2005 om 11:08.
|