Bedankt voor de reacties!

Misschien is het een goed idee als ik uitleg waarover dit gedicht gaat - of in ieder geval wat achtergrondinformatie geef: ik heb tot mijn twaalfde in Nijmegen gewoond, waarna ik verhuisd ben naar Limburg en nu opnieuw (op kamers) in Nijmegen woon, zelfs vlakbij waar ik vroeger woonde, zo ongeveer in dezelfde straat als mijn basisschool. Dat is heel vreemd, omdat ik nu eigenlijk een totaal ander leven leid. Toen ik laatst door de wijk (Brakkenstein) wandelde, kwamen er allemaal herinneringen op - vooral herinneringen aan de herfst, omdat ik eigenlijk vanaf jongs af aan nooit goed kon tegen het tekort aan licht. Wat kan ik nog meer vertellen? Het regende een beetje terwijl ik daar liep. Dat vond ik niet kloppen, omdat ik het idee heb dat ik nu veel gelukkiger ben dan vroeger.
Over de Ark van Noach: zo werd ons huis écht genoemd (het had een bruggetje dat over de tuin naar de voordeur liep - de voordeur zat dus ook echt pas op de tweede verdieping.
Hopelijk wordt het zo een beetje duidelijk.

Ik begrijp wel dat dit moeilijk te begrijpen is als je niets van mijn leven weet. Toch zou ik het jammer vinden om in het gedicht meer duidelijkheid te scheppen.
edit: Alluman, denk je nu misschien ook anders over de laatste strofe?