1. Vreemde antwoorden. Het goed staat er nl niet bij.
Kun je even vermelden of je VMBO, havo of VWO doet ? in de laatste twee gevallen nl reken je het zo uit:
grondstofkosten = prijs x hoeveelheid.
de prijzen zijn 103 %, en de hoeveelheden 94 % van het vorige jaar. De kosten komen dus uit op 1.03 * 0.94 = 0.9682
dus een daling van 3.18 %. Dit antwoord (havo/vwo) danwel dat wat er eenvoudiger gerekend bij in de buurt komt, 3 % daling (vmbo) staat in beide gevallen niet bij de opties.
2. Dit is eenzelfde opgave met indexcijfers. Omdat je ook nadrukkelijk vraagt welke techniek hier nou achter zit, even de zaak uitschrijven. O nee, ook hier zijn de antwoorden de afgeronde getallen, dat maakt het eenvoudiger.
De loonkosten stijgen met 8%, maar dat komt voor een deel omdat je personeelsaantal is gestegen (2%).
Blijft over 6 % loonstijging per persoon.
Als iemand 6% meer loon krijgt, maar 9 % meer producten maakt, ben je dus per product minder aan loon kwijt
106/109 = 3 % minder (ongeveer).
uitgeschreven
iemand verdient 10 euro en maakt 100 producten => 10/100 = 10 ct per product
nu gaat ie 10,60 verdienen, hij maakt 109 producten => 10.60 / 109 = 9.97 ct per product.
Dus: als je er niet uitkomt, vul gewoon voor alle cijfers fictieve getallen in, reken het in de oude situatie uit, en in de nieuwe situatie, en vergelijk de uitkomsten.
Als je voor de oude situatie overal 100 invult (loon=100, apt=100 etc), hanteer je daarmee vanzelf indexcijfers.
|