Vernietigde ogen, oprechte tranen,
geen familie meer, verloren..
Dat kind moet sterk zijn,
je hoort het niet klagen.
Niks beter gewend,
dan al die harde pijn.
Besef jij dat wij beesten zijn?
Klagen over het kleinste verdriet,
Maar niemand dat deze kinderen ziet.
Ween niet uit luxe,
Maak geen problemen groter dan ze zijn,
ze zijn toch meestal even klein.
Denk aan het goede, je huis , je eten,
denk aan het kind ,
denk aan het eenzame kind,
dat s'nachts moet slapen in die koude wind.
Het kind waar niemand om geeft,
het kind dat eigenlijk niet leeft.
|