Als r de straal van de cilinder voorstelt en h de hoogte van de cilinder, dan wordt de oppervlakte O van de cilinder gegeven door de formule:
O=2*pi*r(r+h). Dit is als volgt in te zien: stel je de cilinder voor als een blikje. Voor de oppervlakte van de bodem vind je de waarde pi*r^2. Omdat het deksel dezelfde oppervlakte heeft moet je deze waarde verdubbelen en daar de oppervlakte van de cilindermantel bij optellen. De cilindermantel is een rechthoek met lengte h en met breedte 2*pi*r, dus de oppervlakte van de cilindermantel is 2*pi*r*h. Door hierbij de oppervlakte van de bodem en het deksel op te tellen vind je de formule: O=2*pi*r^2+2*pi*r*h=2*pi*r(r+h).
[Dit bericht is aangepast door mathfreak (01-01-2002).]
[Dit bericht is aangepast door mathfreak (01-01-2002).]
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|