Brandend verlangen
Zachte zoete klanken van een morgen niet alleen.
De randen van het onbegrensde verlangen stoeit,
door de kamer heen verlaat het zich onvermoeid,
naar wat was en komt en wat kunnen zou heen.
De morgenstond die zacht zijn adem laat gaan.
De dauw van bladeren en soms een zacht gezucht,
een enkele traan, dat zich over de wangen kucht.
Ik heb nog geen moment bij verlaten stil gestaan.
Toch zal de morgen niet voor eeuwig rondhangen.
Zullen de bladeren bevriezen in de ijzige kou,
en mijn belangen in wat er nu nog gebeuren zou,
is slechts een hunkering naar jou meer verlangen.
__________________
www.new-avalon.nl & http://forum.new-avalon.nl -> Schrijvers en dichters site
|