Advertentie | |
|
![]() |
||
Citaat:
![]() ![]()
__________________
"DAS WAR EIN BEFEHL!"
|
![]() |
||
![]() |
ik wil even een paar personages goed leren kennen en een beetje een idee krijgen van wat voor verhaal het is. Ik kick niet echt op van die ceremonie-beschrijvingen. Vind het daarom ook niet zo'n geschikt begin. Ik zou het in ieder geval een stukje opschuiven.
Citaat:
Toch wel nieuwsgierig wat er nu gaat gebeuren... Als het nu echt een verhaal wordt, kan ik met dit stukje ook wel leven ![]()
__________________
Romantici rouleren de wereld
|
![]() |
|
Het gele licht dat de Eques omhulde breidde zich uit en omhulde nu ook Pollion.
Opeens begon hij te schokken en zijn lichaam begon spastisch samen te trekken. Wanneer even later het licht weer van hem wegging stond hij verdwaasd om zich heen te kijken. Toen vertrok hij, zonder iets te zeggen, zonder een woord of blik. “Ithin ellan Illion” Nerveus naderde Illion de Eques. Hij zag hoe de goudgele gloed stilaan over hem heen gleed, hij voelde hoe de kolkende kracht van hem bezit nam, het fluisterende gezang bereikte zijn oren niet meer. Een vastberaden stem weerklonk in zijn hoofd en liet koude rillingen over zijn rug stromen. “Illion, zoon van Heleus en Tela, waarom bent u hierheen gekomen?” “Ik kom om het geheim van de Openbaring te leren kennen” antwoordde hij in gebroken Tendon. “Het pad zult u volgen, kent u het Woord?” De rillingen werden heviger en heviger terwijl Illions brein op volle toeren werkte. Wat bedoelde hij met het Woord? Plots merkte hij dat hij de controle over zijn lichaam kwijt was, wild maaide hij met zijn armen en schopte hij met zijn benen. De stem van de Eques bulderde door zijn hoofd “Vind het woord, kom niet terug voor je het gevonden hebt.” De gloed week weer terug en de spastische bewegingen verdwenen. Met grote ogen keek hij naar de andere veulens terwijl ze met even grote ogen naar hem terugstaarden. “Ik ben er klaar voor.” mompelde hij en hij stapte op het bos af. Tela keek naar de ondergaande zon. De schijf baande zich bloedend een baan door het laatste stuk van de hemel. Het bloed stolde en werd paars, en de hemel zoog het gretig op. Ze was ongerust over Illion, zou hij het Woord vinden? De tocht door het bos was vol gevaar, vooral nu de Dwerven hun jachtgebied verlegd hadden. Veel onderhandelaars waren naar hun toegezonden maar hoogstens de hoofden kwamen terug. Ze was enorm moe, een soort van terugslag na de overgave van je lichaam aan de geesten, alsof het weer even aan jou moest wennen. Het trillende geluid van de zilveren hoorn doorkruiste de lucht. Met een zucht stond ze op en vertrok naar de vergaderplaats. Toen ze voorbij de palissade liep zag ze Elliand staan, vader van Pollion, die luitenant van de wacht was, ze begroette hem met een korte buiging van het hoofd en liep door. Getooid met haar houten oorbellen en armbanden, die haar hoge rang als kruidenvrouw aangaven, liep ze statig de vergaderplaats binnen. De Eques stapte zelfverzekerd naar het midden en begon aan zijn verontrustend bericht. “Twee nieuwe patrouilles Dwerven zijn vanmorgen ontdekt door onze verkenners, het wordt te gevaarlijk om onze jongens in de bossen naar het Woord te laten zoeken. Ik vind dat we ze moeten terughalen voor er iets ergs gebeurt!” bezorgde rimpelingen ontsierden zijn knappe gezicht Dorpsvrouwe Idaria nam het woord. “We mogen hen nu niet terughalen! We hebben de geesten opgeroepen en hen zo al aan het Woord gebonden! Als ze het woord niet snel vinden zullen ze sterven. We kunnen hun beproeving niet stopzetten.” Een luid gemompel borrelde op tussen de aanwezigen, vele centauren in de vergadering hadden veulens die nu aan hun Openbaring bezig waren. “We moeten een verrassingsaanval doen op het dwervenhol om zo hun aandacht af te leiden. Daarbij, we zijn met veel meer en we zijn veel beter bewapend.” sprak Nafets, kapitein van de dorpsmilitie. “Sinds de dwerveninvallen heeft hij teveel macht gekregen.” dacht Tela en ze stond op. “We zouden misschien beter eerst de oorzaak van de dwerveninvallen onderzoeken en dan pas…” “Dwerven! Te wapen!” klonk de stem van Elliand. Van verwarring was absoluut geen sprake, iedereen wist wat hem te doen stond. Rijen boogschutters stormden op de palissades af en hielden zich klaar voor de verdediging. De speer- en lansdragers stelden zich op bij het grote plein dat recht tegenover de poort gelegen was. In de verte klonk het gebonk van de dwerventrommen. Rauwe kreten vermengden zich met gehuil van hun aringil, een soort condorachtige vechtvogels, tot een angstaanjagend gejoel. De kreet “Saüuse, saüuse!” zette de aanval in. De kleine mannetjes stormden verbazingwekkend snel naar voren terwijl de pijlenregen op hen neerdaalde. Handig sprongen ze over de lijken van de gevallenen voor hen terwijl ze nog steeds de angstaanjagende kreten uitstootten. De achtergebleven aringil-menners lieten hun vogels opstijgen. Woeste vogelkreten weerklonken op het veld. De duikvlucht werd ingezet! Keer na keer daalden de condors neer op de boogschutters, die ze ofwel met hun enorm scherpe klauwen openreten ofwel vastgrepen en van twintig meter hoogte weer lieten vallen. De boogschutters probeerden hen zo snel mogelijk neer te schieten terwijl het bevel “Ze hebben de poort bijna bereikt, klaar voor de uitval. NU!” weerklonk De menigte lansiers galoppeerde de poort door. Weer een grappig einde ![]() ![]()
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
|
![]() |
|
Heerlijk
![]() ![]()
__________________
"DAS WAR EIN BEFEHL!"
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() |
![]() |
||
Citaat:
![]() Ik zal meer beschrijvingen geven ![]() bedankt voor de commentaar
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
|
![]() |
|
![]() |
het gaat wel heel erg snel, dit verhaaltje. Wat is een dwerf nou eigenlijk precies? Klinkt behoorlijk als normale dwergen...
Maar het moet echt wat langzamer hoor, ander houd ik het als lezer niet meer vol. ![]()
__________________
Romantici rouleren de wereld
|
![]() |
||
Citaat:
![]() ik zal het wat langzamer aan doen, ik dacht nochtans dat het anders te saai zou zijn, ik had eigenlijk verwacht dat jullie zouden klagen dat het verhaal te traag ging ![]()
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
|
![]() |
|
Volgende deel:
Twee kastanjebruine ogen keken hem eerlijk aan vanuit het water. Zwart haar dwarrelde gekruld van zijn hoofd naar beneden. Zijn licht ingevallen wangen kleurden al een beetje bruin door zijn beginnende baard. “Het is te lang geleden dat ik me gewassen heb.” zei hij stilletjes en begon de bruine vegen van zijn wangen af te vegen. Een waterig zonnetje klom naar boven en kondigde het begin van een lichtbewolkte dag aan. Plots hoorde hij een licht gekraak uit de struik aan de overkant van het helderblauwe meer. Nu pas voelde hij zijn maag rommelen.Hij bukte zich stilletjes en nam een steen die er scherp genoeg uitzag om een schedel te doorboren. Wolfachtig sloop hij naar de overkant van het meer. Sluipen was voor een zodanig groot wezen moeilijk maar het lukte hem toch behoorlijk. Groene blaadjes ritselden en takken krakelden terwijl een kleine bosantilope zich uit een dwervenstrik probeerde te bijten. Het was een heel jong dier, hij schatte dat ze nog maar twee zomers meegemaakt had. De antilope bekeek hem met groeiende angst terwijl hij stilletjes dichter en dichter kwam. Hij nam de steen behoedzaam in zijn hand en beet lichtjes op zijn tanden. Met een snelle beweging hief hij zijn arm op en sloeg toe. Het vreemde soort touw was heel stevig, hij moest wel drie keer proberen voor hij het los kon maken. Met een dankbare vonk in de ogen stapte de antilope weg terwijl ze eerst zijn hand en dan de rode striemen likte. Voor een centaur was het een schande een hoefpotig dier te doden, zelfs wanneer ze op het punt van uithongering stonden kregen ze het niet over hun hart een van hun halfbroeders te doden. Pollion voelde zich niet goed. Zijn blauwe ogen staarden somber voor zich uit terwijl hij zijn schijnbaar eeuwige tocht verderzette. Gisteren was hij gewond geraakt tijdens een gevecht met een dwerf. De ogen van de dwerf spogen vuur toen hij Pollion zag. Pollion was verbaasd zo diep in het woud een gewonde dwerf met halve wapenrusting te vinden. De dwerf zag er vermoeid en teleurgesteld uit. Ondanks zijn wonde kon hij nog stevig vechten, en Pollion, die geen wapenrusting droeg, verwonden. Hij had zijn wonden nu goed verbonden met acanthusbladeren en geneeskrachtige kruiden, vaardigheden die hij van zijn moeder had geleerd. Hij had geluk gehad, drie centimeter meer naar rechts en het gekromde dwervenzwaard zou een belangrijke pees geraakt hebben. Hij strekte zijn poot een paar keer, een lichte pijnscheut waarschuwde hem tegen bruuske bewegingen. Dwerven sloegen altijd naar de poten tijdens een gevecht met centauren. Ze behandelden hen als gewone dieren, waar zonder schaamte op gejaagd mocht worden. Ze wilden hen niet erkennen als Taika, de hogere klasse van wezens waartoe ook de elfen, grotmensen, pegasi en reuzen behoorden. In zijn overpeinzingen verzonken merkte hij niet dat hij bij een meertje aangekomen was. Het heldere water zou zijn gewonde poot goed doen. Stilletjes stapte hij in het meertje. Heerlijk, hoe het water langs de wonde streelde en de vuiligheid eruit haalde. Plots zag hij een donkere schim aan de overkant staan. Onmiddellijk sprong hij uit het water en greep hij zijn pasgemaakte boog. Hij zag de gedaante naderen en zette een pijl op de pees. De gedaante greep naar een steen en een kapot stuk touw. Met een geconcentreerde blik onderzocht hij het stuk touw. Pollion voelde zijn handen trillen en spande de boog aan. De tanden op elkaar geklemd streek hij zijn blonde haren uit zijn ogen. Nog even richten op de schaduw en de pijl zoefde weg.
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
|
![]() |
|
Het verband:
Eigenlijk wordt in dit verhaal de levenswandel van verschillende personen beschreven, eerst volgde ik dus illion, dan zijn moeder, en nu volg ik terug illion en dan weer pollion die elkaar ontmoeten, hun 'draden' in het verhaal verweven zich nu (even).
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
|
![]() |
||
Citaat:
![]() ![]()
__________________
"DAS WAR EIN BEFEHL!"
|
![]() |
||
Citaat:
![]() hopelijk heb ik het volgende deel tegen vanavond klaar.
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() |
![]() |
|
Je lezerspubliek is met deze upgegradet (?) naar 4!
![]() Erg cool verhaal, maar het is dan ook erg mijn smaak! Hier en daar vergeet je een punt, en in het tweede deel schrijf je dwerven dan weer wel en dan weer niet met een hoofdletter, volgens mij. Ook stoorde ik me in het eerste deel aan elke x het woord 'goudgele' maar je mag zelf weten of je daar iets mee doet. ![]() Al met al vind ik het mooi! Je beschrijft de zon en omgevingen mooi, en de aktie is tot nu toe oké! Dwerven op conders, beetje a la LotR? ![]() Ik heb het nu redelijk vlugjes doorgelezen, als ik tijd heb lees ik het nog wel eens beter. Maar zeker doorgaan, volgens mij kan het wat moois worden. Zo'n ceremonie-beschrijving vind ik wel mooi! Interessant ook. ![]()
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.
|
![]() |
||
Citaat:
bedankt! ![]() ![]() Aangezien ik griep heb heb ik heel de dag in bed gelegen, kan geen vervolg schrijven, sorry, zo snel mogelijk dan ![]() ![]()
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
|
![]() |
|
srry voor het wachten
![]() Met een klap kwam staal in zwart hout terecht. Een centimeter verder rustte Illions hoofd tegen de boom. Met een hoge paniekkreet sprong hij recht en keek voor zich uit met opengesperde ogen. Het touw en de steen lagen aan zijn hoeven. Een ogenblik later sprong Pollion uit de bossen. Zijn ogen flitsten van ongerustheid en vreugde. “Illion! Jij bent het! Het spijt me, ik hield je voor een of ander vuil beest en ik…” “Het maakt niet uit.” zei Illion terwijl hij zijn vriend omhelsde. “Ik ben enorm blij dat ik je gevonden heb, vooral nu er hele colonnes dwerven in het woud zitten.” “Ik weet het” antwoordde Pollion. “Ik ben er gisteren een tegengekomen, hij heeft mijn halve poot weggekapt! Hij zag er erg gehavend uit, alsof hij net van een of ander gevecht kwam.” Illion inspecteerde het dikke verband bewonderend. “Wauw, goed gedaan zeg, waar heb je de bladeren gevonden?” “Er is hier ergens in de buurt een grote acanthusboom, ik denk dat hij op een kilometer van hier naar het noorden staat.” “We kunnen best wel teruggaan, zo’n bomen zijn zeldzaam. Stel dat we nog eens in een gevecht verzeild raken, het zou erg handig zijn!” “Je weet toch dat het verboden is om samen de Tocht te volbrengen!” “Het is ook absoluut niet normaal dat er gewapende dwerven in het Woud ronddwalen! Kom, je weet dat we alleen kans maken als we samenblijven.” Met een angstaanjagend gejoel stortten de lansiers zich op de eerste linie dwerven. De aringil werden teruggeroepen naar de menners. Met een klap landden ze op de arm van hun menners die door het gewicht bijna omvielen. Ze werden meteen terug weggestuurd naar hun nieuw doelwit, de lansiers. De trommen dreunden een nieuw krijgslied terwijl de aringil naar de poten van de lansiers grepen. Twee aringil hadden een centaur aan zijn poten vastgegrepen en heften hem op tot boven de bomen. Met een goedgemikt schot haalde een boogschutter de aringil neer, waardoor de cantaur van twintig meter hoogte naar beneden viel. Een gil en een klap maakten een einde aan zijn leven. Ondertussen was een vrouw op de uitkijktoren gaan staan. Een goudgele gloed omringde haar terwijl ze vreemde woorden gorgelde. De hemel kleurde stilaan staalblauw maar in de hitte van het gevecht merkten de andere centauren er niets van. Nog steeds zoefden honderden pijlen in de richting van de aringil, die bij bosjes uit de lucht vielen. De bezwete centaurenlichamen glimden in het vreemde blauwe licht. De gorgeling kwam aan een hoogtepunt terwijl bliksems de lucht in tweeën schenen te splijten. Ze maakten enorm veel slachtoffers bij de dwerven, zoveel zelfs dat op een moment de dwervenleider de aftocht blies. De gloed rond de vrouw werd feller, en op een of andere manier leek het of de vrouw met de seconde waziger werd. De lansiers vluchtten snel naar binnen terwijl een enorme slurf vanuit de lucht verscheen. De slurf nam alles op zijn weg mee, ze raasde door rijen centauren die ogenblikkelijk hoog de lucht in geslingerd werden. Het vernietigende monster raasde verder, in de richting van de dwerven. De overige centauren galoppeerden de poort binnen en sloten ze ogenblikkelijk. Even plots als ze gekomen was hield de slurf op te bestaan. Van de dwerven was ook niets meer te bespeuren, evenals van de vrouw die op de toren had gestaan. Wanneer even later het bekende geluid van de zilveren hoorn klonk was de hemel weer helemaal blauw.
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
|
![]() |
||||
![]() |
![]() Citaat:
Citaat:
Citaat:
tempo is ook goed zo. gebeurt wel behoorlijk veel, maar ik heb er geen last van. ![]()
__________________
Romantici rouleren de wereld
|
![]() |
||
Citaat:
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() Wat vind je van dit onderschrift: "Hij liep zomaar in mijn mes...." (van een moordenaar die uitlegt hoe het gebeurd is). ![]() ![]() Tempo is nu idd al wel goed. ![]()
__________________
"DAS WAR EIN BEFEHL!"
|
![]() |
||
Citaat:
![]() bye the way, ik ben tegen plagiaat van onderschriften en ik vind mijn huidige wel goed ![]() bedankt timo ![]()
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
|
![]() |
|
Even later verzamelden alle centauren zich op de door fakkels verlichte vergaderplaats.
Dorpsvrouwe Idaria begaf zich naar het spreekgestoelte en nam het woord met een bezorgde trek op haar gerimpelde gezicht. “Goed dat u hier allen aanwezig bent in deze harde tijden,” sprak ze hen toe. “Zoals jullie allemaal waarschijnlijk hebben opgemerkt hebben de dwerven hun jachtgebieden verlegd. Hierdoor komen ze tijdens hun strooptochten veel te dicht bij het dorp. Gevechten als dit zullen vanaf nu routine worden als we niet ingrijpen. Nu is de vraag hoe we gaan ingrijpen. We zouden de dwerven kunnen afslachten, hun hutten in brand steken, hun vrouwen en kinderen als slaven gebruiken en daarbij de helft van onze volwassen mannen verliezen. Wat we ook zouden kunnen doen is naar de centaurenkoning gaan en hem om hulp vragen, met het risico als zwakkelingen beschouwd te worden. Mijn voorkeur gaat echter uit naar het in eerste instantie grondig onderzoeken van de plotse gebiedsverlegging en daarna pas naar het ingrijpen. We moeten patrouilles uitsturen, die als missie de arrestatie…Plots kwam er een veulen aangelopen getooid met de vuurrode sjerp die zijn functie als heraut aangaf. Terwijl hij langs de houten tribunes liep riep hij: ‘Tela is weg! Ze stond tijdens de strijd op de hoogste toren van de palissade met een Masker aan. Ellia, de tweede kruidenvrouw, heeft gezegd dat ze zoveel kracht van de Voorouders heeft aangetrokken dat ze zich er niet meer van kon loskoppelen. Zij was het die de orkaan veroorzaakte. Tela, Illions moeder en Eerste Kruidenvrouw heeft zich dus nu bij de voorouders gevoegd, een groot verlies voor onze centaurengemeenschap.’ Hij sprak de formele wens uit: ‘Eer zij haar en haar nakomelingen, ze is gestorven voor het dorp,’ waarop de vergadering antwoordde: ‘Eer’. Idaria was op slag lijkbleek geworden. Tela was haar beste vriendin, ze waren samen opgegroeid en hadden samen hun Openbaring volbracht. Ze was ook een zeer belangrijk figuur in het dorp, ze wist alles over de geneeskrachtige kruiden en vruchten die in het bos groeiden en de tweede Kruidenvrouw, haar leerlinge, was nog lang niet klaar met haar opleiding. ‘ Ze stierf een waardige dood, vechtend voor het voorbestaan van het dorp,’ probeerde ze zichzelf te troosten terwijl de tranen langs haar wangen stroomden. Even later ontbond ze de vergadering uit respect voor het heengaan van de Eerste Kruidenvrouw en de vele gesneuvelde krijgers. ‘Wat is dat voor gejoel daar in de verte?’ vroeg Illion ‘Klinkt als een gevecht, hoor je de oorlogstrommen? De dwerven moeten op oorlogspad zijn!’ Zei Pollion ongerust. ‘Kijk daar aringil!’ Illion wees naar de staalblauwe lucht waar er een tiental gierachtige vogels agressief krijsten en continu op en neer vlogen, op zoek naar een geschikte prooi. ‘We zouden best gewoon voortlopen, ik voel de verzwakking al intreden. We moeten zo snel mogelijk de plaats van het Woord zien te vinden, anders denk ik dat ik het niet lang overleef.’ Eens te meer een vervolgje. Te lang geleden, ik moet terug even in het verhaal komen ![]()
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
|
![]() |
|||||||||
Hm, toen je begon zat ik nog niet op het forum, maar goed, ik vind het lekker lezen
![]() Paar foutjes: Citaat:
Kommaatje na aangelopen. Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Dat zijn de foutjes die ik nu heb gevonden. Wel een tof verhaal hoor! Edit: O, nog eentje gevonden ![]() Citaat:
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
Laatst gewijzigd op 08-01-2005 om 20:43. |
![]() |
||||
Citaat:
Citaat:
Citaat:
__________________
Recht voor je raapje!
|
Advertentie |
|
![]() |
|
|
![]() |
||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Verhalen & Gedichten |
--Foto-topic!!-- Nijn* | 501 | 16-11-2004 16:42 |