Ik had een nare droom gehad.
De droom:
Het begon met gewoon leven, zeg maar. Op een dag werd ik (in die droom) wakker en hoorde ik een gerucht over een tijger dat op de bank van de slaapkamer van mijn ouders sliep. Dat vertelde mijn ma tegen mij. Ik geloofde er helemaal niks van, en moest er helemaal omlachen, alsof ik hoor dat de Harry-Potterwereld in het echt bestaat. Ik was toen nog half-in-slaap dus ik hoorde de helft alweer niet. Volgens mijn ma was pa allang uit huis naar zijn werk. Het was iets van 9 uur ofzo en ik had volgens mij vakantie. (het was een beetje vaagies in de droom). Ik liep struikelend met ogen half open naar de slaapkamer van mijn ouders, omdat ik ergens toch nieuwsgierig was. Tot mijn grote verbazing en schrik zag ik inderdaad een hele grote tijger. Niet zo´n jonkie ofzo, maar een volwassenen grote tijger. Hij sliep als een blok en zijn ogen zijn platdicht, zelfs toen ik over hem heen aaide (tot mijn verbazing dat ik in die droom dat durfde) reageerde hij niet, maar je hoorde wel zijn grote gesnurk. (ik geloof niet dat een tijger snurkt, of toch wel?) Hij zag er zo tam uit, alsof het meer een lief poesje is dat een klein keertje iemand krabt als ie een beetje boos is… Ik ging toen ff omkleden, want ik zat nog in mijn pyjama.
Wat later ging ik nog een keertje kijken en hij zat nog precies op dezelfde houding en dezelfde gesnurk met zijn ogen plat dicht te slapen in zijn zoete dromenland. Ik zag het beeld voor me dat er een klein lief katje voor mijn ogen sliep. Het was vakantie, maar toch leek het alsof het helemaal geen vakantie was en iedereen gewoon naar zijn werk en school ging, het leek net alsof de enige die vakantie had, ik was. Mijn ma ging dus even later uit huis om boodschappen te doen, zoals gewoonlijk. Ze vertrouwde erop dat de tijger bleef slapen, omdat hij zo kalm en tam uitzag dat hij niemand iets kwaad zou doen. Ook mijn zus maakte geen zorgen en dacht dat hij wel bleef slapen. Ik bleef thuis en ook mijn zus was thuis.
Ik ging ff wat huiswerk maken in mijn kamer, maar ik was zo nieuwsgierig dat ik na een minuut of 5 alweer voor de nog-altijd-slapende tijger stond. Ineens zag ik een beetje een verschil tussen de tijger die sliep. Ergens was hij wakker. Tot mijn schrik bewoog hij een beetje. Toen hoorde ik een zacht gegrommetje. Ik schrik zo erg dat mijn lichaam 1 seconde niet meer bewoog, daarna sprintte ik zo snel dat ik nog nooit heb gedaan richting de kamer van mijn zus. Hijgend gil ik: “hij is wakker… hij… hij k…”. Mijn zus begint te gieren van het lachen, alsof ik een heel geinige mop heb verteld. “Jaja, doe toch rust-tig aan! Als ie wakker is, kan je ‘m aaien…” zegt ze kalm en maakt een aaiende bewegen. Ik word er helemaal verbijsterend van. “Hij komt eraan!” Gil ik. Ik ren richting de deur om het op slot te doen. Gelukkig had de kamer een slot op de deur. Van de zenuwen ging de deur niet dicht. Toen zag ik iets tussen de opening vasthaken. Mijn lichaam begon van de angst te trillen. Ik trok dat ding weg en knalde de deur zo snel mogelijk dicht. Mijn zenuwen trokken samen en kon de sleutel nergens vinden. Plotseling hoorde ik een keihard tijgergebrul. Zelfs mijn zus hoorde het die eerst nog om mijn zenuwen lachte. Nu was haar gezicht lijkbleek en zag dat ik de sleutel niet kon vinden. Ik deed de deur weer open en zag een klein hoekje van de ogen van de tijger die me grof aankeken. Razendsnel zocht mijn ogen naar de sleutel en zag het op de grond liggen, zo snel als ik kan pakte ik het op. In mijn ooghoeken zie ik de tijger brullend aankomen. Ik knalde de deur weer dicht. Mijn hand trilde helemaal alsof het bloed helemaal is gevroren, zodat ik het slot niet eens kan draaien. Ik begin van angst te schreeuwen. Mijn zus komt als een speer voorbij schieten en draait de deur op slot. Ik was half opgelucht. Toen werd het gebrul van de tijger zo hard dat ik schrok. Maar mijn schrik werd erger alsof ik een elektriciteitsschok krijg en mij helemaal verlamd. De deur scheurde en een gat werd duidelijk toen ik de poot van de tijger zag. Zijn klauwen staken richting ons kant. Ik begin te schreeuwen toen de 2e poot een ander gat in de deur maakte. “We moeten weg! Anders vermorzelt hij ons, en we kunnen niet weg omdat de deur op slot is. En als we het opendoen heeft hij ons al….” De deur begint te kraken. “Snel! Weg!”Gil ik ademloos.
“Hoe?” “Ik weet niet. We moeten gewoon weg, hier! En snel ook!!!!!”
“Hoe, hoe?” Herhaalt mijn zus een paar keer.
“Uit het raam, nu!” Gil ik. Ik zag geen ander kans meer en pakte het sleuteltje en opende de raam en sprong naar buiten en landde op de galerij. Ik zag mijn zus achter mij hetzelfde doen. We hadden geen tijd meer om nog de raam te sluiten want ik zag de tijger de kamer al in komen door een enorme grote gat in de deur. Ik zag mijn laatste kans om te vluchten en sprintte richting de lift en bleef op de knop drukken. Ik hoorde de lift langzaam naar boven komen. Ik zag de tijger de galerij oplopen. Eindelijk ging de liftdeur open en ik zag de angst op het gezicht van mijn zus. Ik stapte naar binnen en zag in het glazen liftdeur de tijger brullen. Ik drukte miljoenen keer op de sluitknop en we gingen langzaam naar beneden. Plotseling hoorde ik iets alsof het hele glazen ding is omgeklapt en alle splinters uit elkaar vallen. Mijn hart bleef een paar tellen stil toen de lift een schok maakte en stil bleef. Mijn zus gilde en ik keek haar aan. `We zitten vast!` Gilt ze in mijn oor. Mijn maag maakt een saldootje en ik weet niet wat ik moet doen.
Ineens voel ik aan mijn broekzak. “O, nee… toch niet.” Mijn stem valt uiteen en mijn benen krimpen zodat ik in elkaar zak.
“Wat was je van plan?” Vraagt mijn zus.
“Nee, niks, wilde de 112 bellen.”
“Is hier ergens geen liftalarm ofzo?” Vraagt ze.
Ik kijk om mij heen. “Nee, blijkbaar niet.” En mijn ogen vallen dicht. “Tot ik uitverhonger.”
Ineens straalt mijn zus. “Ik heb het. Ik heb het!”
“Wat?”Mijn stem was droog, ik had geen zin meer. Toch was ik nieuwsgierig.
“Mijn mobiel.” En snel toetst ze het nummer.
“Ik ben blij dat ik van die tijger afben.” Zeg ik en sta op. Mijn vingers drukken automatisch op de knopjes.
“Hallo. We zitten vast. In de lift.“ Zegt mijn zus zenuwachtig.
“Waar? Uh… bij ons lift.” Ze was altijd al zenuwachtig geweest, nu helemaal.
Ineens voel ik iets. En de lift springt open. Mijn vinger glijdt van de knopjes en mijn ogen kijken naar de knop waar ik op drukte. Van blijheid spring ik weg.
“Hoe, hoe ken dat? Hoe kan dat? Hoe?” Hoor ik achter me. Ze verbreekt de verbinding. Ik ren de trap af. Plotseling hoor ik gebrul. De tijger staat oog in oog met mij. Ik schrik zo erg dat ik voor mijn leven richting de kelder ren. Gelukkig had mijn zus de sleutels bij zich. Haar school was dicht bij huis, dus ging ze elke dag fietsend naar school. (dat was in het echt ook zo). Ze deed het van binnen op slot en ik zag de fiets staan. We hoorde gegrom en ik hoopte niet dat de tijger de deur met zijn poot een gat gaat maken. “Bel de Politie!” Gil ik.
“neej, straks denken ze dat ik voor de gein daarnet belde.”
“Luister, een tijger zit achter ons, doe het! Astublieft!”
“Ik… ik… nee… “
“Ik doe het wel.” En pak de telefoon uit haar hand.
“Nee, nee.”
“waarom niet?”
“Het is nu stil. Hij is denk ik weg.”
“Owkeey, dan gaan we. Ik wil niet voor eeuwig opgesloten zitten.”
Ik doe de deur open en kijk om me heen. Ik schrik me rot als ik de tijger helemaal aan het eind van de lange gang zie. Hij kijkt uit het raampje en zijn rug staat tegenover mij.
“Snel,” fluister ik. “hij ziet ons niet.”
“WATTE?” Gilt mijn zus. De tijger reageert meteen op het geluid en draait zich om.
In een mum van tijd sprint ik zo snel dat ik meteen buiten sta. Ik ren de straat op en alle mensen kijken ons vreemd aan. Alsof ze een dinosauriër op straat zien. Ze kijken ons allemaal na. De tijger rent ook de straat op en alle mensen die vreemd hadden gekeken, beginnen te gillen en stuiven alle kanten op. Ik ren het metrostation in en een vervoerscontroleur houdt ons tegen, en ik haal bliksemsnel mijn abonnement tevoorschijn. “Ja, je mag gaan!”
“Mag ik alstublieft je vervoersbewijs zien?” Zegt ze tegen mijn zus. Ik schrik, maar natuurlijk heeft ze dat niet, ze gaat met de fiets.
“Er zit een tijger achter ons aan! We moeten weg, nu!” Zeg ik.
“Jaja, zulke smoesjes heb ik nog nooit gehoord! Op deze manier zwart rijden betekend boeten!” Ze begint te lachen. “een tijger? Haha wat een mop!”
“ECHT! Laat ons doorgaan.”
“Ga jij dan maar. Ik blijf wel, ga jij maar!” Zegt mijn zus.
“Nee, dat doe ik niet, ik wacht wel op jou.”
“Of je mag er niet door, of je koopt een kaartje, mevrouw.” Zegt de controleur.
Plotseling zie ik een grote schrik in haar gezicht. Achter mij hoor ik glas breken. De tijger springt het metrostation in. Ik trek mijn zus mee en ren de trappen af. Een metro komt net aan. Ik zie de tijger achter ons op de roltrap staan. Zijn voorpoten op de eerste tree van dat rolding en zijn achterpoten op het achterste stuk. Het ding gaat langzaam naar beneden. We stappen snel in de metro. De deuren staan nog open en de tijger heeft nog de kans om in te stappen en ons te vermorzelen, tussen al die stoelen en krappe plekken.
Ik voel de pijn al. Toen sprong hij zoals ik had verwacht de metro in en zijn eerste klauw maakte een lelijke en zere snee in mijn linkerwang. Zijn andere klauw kwam op mijn pols. Ik kon niks meer doen dan uitschreeuwen. Het bloed drupte naar beneden en ik keek mijn zus aan. Maar voor ik nog iets kon zeggen, begon de tijger te brullen en zijn poten kwamen richting mijn kant, maar ik dook weg. Zoveel pijn wilde ik niet hebben. Ik zag de kans weg te rennen. De metro stopte bij de volgende halte en ik bukte en dook weg om weg te gaan. Maar ineens voelde ik iets dat gigantisch veel pijn deed. Ik zag dat de tijger zijn bek in mijn rechterarm plaatste en erop beet… Waarom moet ie mij nou weer hebben, denk ik.
Toen werd ik wakker. De droom was vreselijk lang, en had ook mijn hele nacht gekost. Ik ging naar bed en sliep meteen als een blok tot de volgende dag iets van 11 uur.
Voor ik deze droom droomde had ik ook een achtervolgende droom gehad, van een Gorilla. Maar deze was langer en spannender. Ik weet niet wat jullie ervan moeten vinden. Tja, een beetje te lang?