De bel gaat. Grote pauze, jaja. Voor de meesten wel, die nu gillend, krijsend, duwend en rennend naar buiten gaan. Voor mij niet, omdat ik eind augustus het idee kreeg dat Russisch wel interessant zou zijn om te leren. Stilaan blijkt het vooral interessant dat de leraar economie, die dat geeft, mij tijdens economie zeer vriendelijk zit aan te kijken omdat ik nou eenmaal redelijk goed ben in economie, maar dat hij me tijdens Russisch regelmatig uit loopt te vloeken. Ik zou kunnen stoppen, maar dan zou ik het moeten uitleggen, en behalve dan dat het niet lekker gaat zou ik geen redenen hebben. Bovendien wil mijn moeder dat ik doorga.
Maar ik voel me nu ellendig. Het groepje dat Russisch doet is klein en dus krijg je heel regelmatig een beurt. Met de voor te lezen stukken gaat dat nog, hoewel ik me daar door heen worstel als een zwemmer in het zand, maar de grammatica is werkelijk niet door te komen. Ik probeer dus uit alle macht niet op te vallen, geen oogcontact te maken en eruit te zien alsof ik helemaal opga in het boek (hoewel dat nogal saai is) Krijg ik dan toch een beurt, dan gaat het niet goed, blijft de onheilspellende stilte hangen, doe ik nog een poging, krijg een kwade opmerking naar mijn hoofd als "De letters zitten er nog niet in, wel, Thijs?"
Ik knik dan maar wat, maar de spanning is al flink opgebouwd en de tweede poging komt er stotterend en zo mogelijk nog onzekerder uit.
"Ja, als je het zo binnensmonds doet, kan het wel vanalles zijn, jongen!"
Al was het wel goed wat ik zei, dat weet ik, die oefeningen gelijken steeds op elkaar. Nu is het even afgewend, en het is nog maar een kwartier.
Wiskunde na de pauze, en ik ben nogal opgefokt, en zin om aan het werk te gaan heb ik al helemaal niet. Dat komt me op een uitbrander en een portie strafwerk te staan, zoals gewoonlijk.
Iedere donderdag raak, en ik kan het haar nieteens kwalijk nemen, want ik ben ook irritant.
Tegen de tijd dat de bel gaat ben ik zelf ook stilaan wat gekalmeerd, en ga dus vrolijk en gezellig naar de laatste les van vandaag, Duits. Het is zoals alles wat Duits is; saai, degelijk,veilig. Voor het eerst in anderhalf uur voel ik me niet opgejaagd, opgefokt of onzeker van de volgende opgaaf, zelfs al heb ik weer niks aan mijn huiswerk gedaan, kan ik toch nog wel iets verzinnen.
__________________
We leven, we ademen.
|