|
Dit is deel 1 van het verhaal. Ik weet nog niet precies hoe het verder gaat. Vertel me alsjeblieft wat je er van vindt en eventueel hoe je het zelf graag verder zou zijn gaan. Enjoy!!
Hij drukte op de knop en de muzak begon de kamer haast ongemerkt te vullen. Vanavond zou hij zijn allereerste afspraakje ooit hebben – met een echte vrouw, jawel – en hij wilde dat het perfect zou worden. Hij, De Pessimist, zoals hij eigenlijk altijd door iedereen werd genoemd, had het wel goed thuis en liet zich niet zo vaak buiten zien. Hij kwam soms nogal mopperend naar buiten, als de krantenjongen zijn krant weer eens in een plas had geworpen, maar hij deed vooralsnog geen vlieg kwaad. Erg sociaal was hij ook niet, dat wist hij, en dat maakte zijn vreugde extra groot over deze aankomende date. Ze zou over een half uur komen.
Een voordeel van niet vaak buiten komen is dat je ontzettend veel meer tijd hebt om dingen te doen die je leuk vindt, waar je niet aan toe komt als je telkens maar achter elke hype van de massa aan moet lopen. Zo las hij dus ontzettend veel boeken, van zijn lievelingsboek Don Quichotte tot aan liefdesromannetjes. Het laatste had hem de laatste tijd in het bijzonder aangesproken, omdat de romantiek uit deze boeken garant zou staan voor een geweldige avond. Hij had speciaal nog vier boeken gelezen in de laatste twee dagen, opdat hij precies zou weten hoe hij haar zou kunnen verleiden, dat hij zou weten over de ambiance, de muziek, het eten, de hints.
Hij had een romantisch diner gekookt. Zo had hij dat gelezen, meerdere gangen, daar houden vrouwen van. Hij was zelfs speciaal naar de supermarkt gegaan om boodschappen te doen, al blijft hij normaal gesproken liever thuis.
Daar werd aan de deur geklopt. Zacht geklopt, afwachtend, doch enthousiast. Hij keek door het raam naast de deur naar buiten en zag een prachtige vrouw, de zon langzaam achter haar wegzakkend, het was een uur of negen en het was een stralende dag geweest, eind april.
Hij haalde nog eens diep adem, sloeg een paar keer tegen zijn hoofd, voelde zijn haar en opende de deur. Ze was er echt – dat op zich was al een wonder, ze waren elkaar min of meer per ongeluk tegengekomen en had sowieso niet verwacht dat ze überhaupt met hem had willen praten, maar hier stond ze dan – en ze zag er prachtig uit, met haar witte coltrui, haar vrolijke oorbellen en haar perfect passende rok. Een prachtige, beschaafde vrouw.
‘Hooooi’, zei de pessimist zo romantisch als hij maar kon. ‘Mag ik je jas aannemen?’
‘Natuurlijk’, zei ze, verbaasd, ietwat opgelucht, en hij hing haar jas op aan zijn kapstok.
‘K-k-kan ik je wat te drinken aanbieden?’, vroeg hij haar attent?
‘Iets fris, als je hebt graag.’
‘Komt eraan mevrouw, ga lekker zitten’.
Hij zette haar neer aan zijn eettafel – die de halve huiskamer in beslag nam, hij had het niet al te breed – pakte netjes haar stoel naar voren en liet haar plaatsnemen. Hij kwam terug met versgeperste jus d’orange en ging tegenover haar zitten.
‘Zo!’, zei hij.
‘Jaja’. Het bleef een minuut of vijf stil, de pessimist keek vooral naar beneden. Wat zou Don Quichotte hebben gedaan als hij tegenover Dulcinea aan tafel zou zitten?
‘Zeg, zullen we maar gaan eten dan? Anders wordt het maar koud’.
‘Ja, laten we dat maar doen ja’, antwoordde ze, Sandra heette ze, en de pessimist verdween de keuken in.
De tafel was al gedekt en even later kwam hij terug met gazpacho, een heerlijke koude soep die hij veel tegenkwam in zijn boeken. ‘Eet smakelijk!’, wensten ze elkaar toe, waarna ze zwijgend hun bord begonnen leeg te slurpen. Totdat opeens Sandra opschrikte.
‘Aaah, er zit een dooie wesp in mijn soep’! Ze was duidelijk in staat van opwinding, misschien wel paniek.
‘Oh, dat valt wel mee’, zei de pessimist, ‘ik heb wel eens een kip gegeten waar net een groep maden op excursie was. Wacht maar even, ik help je wel’. Hij liep naar haar toe en greep de dooie wesp uit de soep tussen zijn duim en wijsvinger, schudde de soep eraf en stopte hem in zijn mond.
‘Dat deden ze vroeger in Mexico ook, weet je? Een heuse delicatesse. Eet smakelijk’.
Ze aten weer rustig verder, Sandra’s hartslag iets hoger dan die van de pessimist.
De soep was op en hij haalde het vuile servies van tafel. Het was tijd voor zijn zelfgemaakte lasagne, met de heerlijkste kazen, kruiden en vegetarisch gehakt. Er stonden twee wijnglazen op tafel, maar ze waren leeg.
‘Wil je misschien een glas rode wijn?’, vroeg de pessimist met een oprechte glimlach?
‘Ja, graag’, zei Sandra, waarop de pessimist de twee glazen meenam naar de keuken omdat hij niet graag wilde dat Sandra zou zien hoe klungelig hij een fles wijn open maakt. Zoals dat vaak beschreven wordt in boeken is het ontzettend romantisch om een bijzonder geschenk, of juist een kleinigheid in het wijnglas te stoppen van degene die je wilt verleiden. Hij had niet veel geld, dus een ring kon hij niet betalen, maar hij wist zeker dat een condoom het ook wel zou doen. Hij vouwde de condoom netjes op en schonk de wijn erover heen. Toen schonk hij zijn eigen glas in en liep terug naar de kamer, waar hij Sandra net haar telefoon zag wegleggen. ‘Nog maar twee gerechten’, dacht Sandra.
Het was weer stil en op dat moment bedacht Sandra welk een rare muziek er op de achtergrond was, zeker voor een romantisch diner. Wereldvreemd als de pessimist was zocht hij rustige, romantische muziek, om een vrouw mee te verleiden. De eerste cd met ‘temptation’ – verleiding – erop nam hij op goed geluk mee, en zo luisterde Sandra naar ‘The never ending story’ (zeer toepasselijk) en ‘Ice Queen’.
Ze proostten op de toekomst en namen beiden een flinke slok wijn. Sandra voelde een raar randje en draaide eens met haar glas. Tot haar verbazing zag ze opeens het woord ‘Durex’ verschijnen en ze begon goed aan zichzelf te twijfelen. Ze besloot er maar niets van te zeggen, want straks vond de pessimist dat ook volkomen normaal.
‘Vooruit, neem nog eens een slok, vind je het lekker?’, zei de pessimist en Sandra voelde zich gedwongen om positief te antwoorden en nam nog een flinke slok wijn. Inmiddels zat er een dusdanig kleine hoeveelheid wijn in haar glas dat ze zeker wist dat ook de pessimist de condoom had zien zitten. Ze hoopte op een reactie van hem en bleef haar blik richten op het condoom en dan weer op hem, dan weer op het condoom. Ze staarde hem nog eens flink aan en ze zag hem een ondeugende knipoog maken. Haar hart sloeg een slag over. Wat een viespeuk! Een condoom in een glas wijn! Wat doe ik hier? Ik moet hier weg!
De pessimist had zelf het idee dat hij het helemaal had gemaakt en voelde zich gelukkig. Hij bleef haar maar gelukzalig aanstaren totdat ze opeens overeind sprong.
‘Bah, bah, bah!’ riep ze. ‘Wat ben jij een smerig rotventje! Je wroet in mijn soep, eet dooie wespen eruit die er niet in hadden moeten zitten, je stopt een condoom in mijn wijn? Je hebt een hele goeie psycholoog nodig, want je bent echt gestoord, ik heb het gehad met je, ik ga ervandoor.' En terwijl ze naar de deur liep,
Laatst gewijzigd op 24-12-2004 om 01:06.
|