|
Ooit heb ik jou ontmoet, nu lang geleden, meer dan acht maanden geleden. Eigenlijk viel ik meteen voor je, het duurde alleen even voordat ik dat zelf doorhad. Dit klinkt alweer heerlijk clichematig, en ik ben amper begonnen. In ieder geval, vroeger dacht ik dat dat wel goed zat, jij en ik, als vrienden in ieder geval. En misschien was het toen ook wel zo.
Dat veranderde aan het eind van de zomer. En toen had ik er nóg geen erg in. Ik was blind; en dat kwam grotendeels omdat ik zo tot over mijn oren verliefd was. Dat is geen excuus, maar wel een verklaring.
Midden in die roze wereld die verliefdheid nou eenmaal is, kwam ik te weten hoe jij tegenover mij stond. Viavia, dat wel, maar toch. "Lasse is een imbeciel" Daar zit je dan. Een stroomschok drong door mijn lichaam heen, en ging daar niet meer weg. Ik had het niet verwacht, totaal niet verwacht. Misschien omdat jij zo correct kan zijn. Aan niks liet je merken wat je dacht, of zag ik het gewoon niet? Kort maar goed, Linda had me iets verteld waar ik me rot van schrok. En het was de laatste klap. Nu wist ik waar ik stond, nu wist ik het. Ik wilde het alleen niet weten.
Vorig weekend waren we weer met zijn allen op stap. Ik hoor Niels' woorden nog. "Lasse, we kunnen niet met zijn drie naast elkaar lopen, ga jij maar naast Priscilla lopen". Ik hoorde jou stilhouden, ik voelde je woedende blik naar Niels gaan, en ik liep door. Ik wist wat jij dacht, alleen wist jij niet dat ik het wist. Me halfverslikkend in mijn cola liep ik verder. Verder tot ik veilig tussen mijn vrienden inliep.
Terug naar die vreselijke dag waarop ik van mijn roze wolk werd afgedonderd. Urenlang bleef ik als een daas naar het beeldscherm turen, wachtend op iemand aan wie ik het kon vertellen. En dat was maar een iemand die daar voor in aanmerking kwam, Jutta namelijk. Toen die uiteindelijk kwam, begon ze eerst over het feit dat ze met tafeltennis weeral in een hogere klasse mocht gaan spelen. (Je weet denk ik wel van die uitdaging af. Ik weet dat je dat weet. Je zei me nog op te passen voor overvliegende pingpongballetjes) Hoewel ik in normale omstandigheden zogenaamd bang zou reageren, en haha wat hebben we een lol, enzovoorts, was het vandaag echt teveel van het goede. Dus zeg ik dat, denkt ze dat ik inderdaad op die manier reageer. Is ook niet zo vreemd. Ik kan nauwelijks onder woorden brengen wat er gebeurd is. Nog altijd voel ik me geschokt, mijn hele lichaam voelt naar elektriciteit. Dan ga ik naar boven, naar Anders. Die trapt me, na een arm om mijn schouder gelegd te hebben, weer de trap af, richting kelder. "We gaan een beetje pingpongen, sporten zal je helpen om je hersens af te leiden" Ik protesteer. Tafeltennis is wel het laatste waar ik nu zin in heb.
"Doe nou maar, Lasse, je zult zien dat het helpt"
Eigenlijk heeft hij gelijk, al geef ik het niet graag toe. De snelheid waarmee de bal heen en weer stuitert zorgt dat ik nergens anders meer aan kan denken. In mijn ellende sla ik regelmatig fout terug, maar Anders reageert er niet op, slaat gewoon weer terug. Uren staan we zo. Op het laatst lachen we weer, zoals altijd. Dan zegt hij dat hij even wegmoet. Ik blijf in mijn eentje achter, speel het balletje wat tegen de muur. Ik voel me nu net acht. En dat is zoveel makkelijker. Jongens van acht leven voor hun sport, die hebben nog geen last van meiden. Althans, ik was zo toen ik acht was. Maar nu ben ik zestien en ik heb wel last van meiden, en sport is allang niet meer het enige in mijn leven. Nu alleen even. Na een uurtje hoor ik Anders weer naar beneden komen, met een pakje in zijn hand. De survivalgids voor jongens. "Hier, broertje, er staan tips in tegen liefdesverdriet. Sporten is er een van."
Ja, sporten. Dat doet me terugdenken aan wat Jutta eerst zei. De wereld draait door, al is hij net op een andere manier doorgedraaid. Sommige dingen blijven waar! Die uitdaging blijft waar. Dat kan me niet zoveel schelen, maar toch. Binnenkort is er toch weer die meeting. Niet dat ik denk dat het er dan van komt. Maar je weet nooit.
Nu, maanden later, weet ik dat ik jouw mening heb kunnen accepteren. Zou het daarom zijn dat ik ook die uitdaging heb kunnen accepteren? Het is nou eenmaal zo.
Vaarwel, liefste
Lasse
__________________
We leven, we ademen.
|