Was ooit eens drie regels, is voor CKV uitgewerkt tot sonnet. Waar school al niet goed voor is...
Oh, die schone prins op zijn witte paard
Galoppeert op het gevaar af met een reuze vaart
Onverschrokken, zijn hand al aan zijn zwaard
Heeft al heel wat trofeeën vergaard.
De betrouwbare held, de redder in nood
Die reeds emmers drakenbloed vergoot
Veel gruwel vond door hem al de dood
Deze prins in qua naam en daden groot
Voor iedere vrouw een levende droom;
Altijd alert en nimmer lui of loom
Vreselijk plichtsgetrouw en heel erg vroom
Een ieder aanbid him, zonder schroom.
Ja, hij is verblindend knap en charmant
Maar helaas ook ontzettend arrogant...