Slaapwandelen.
Voetje voor voetje ging ik vooruit. Decimeter voor decimeter, de afstand tussen jou en mij bleef echter zoals die was. Nooit zou ik je kunnen bereiken, je was niet meer de persoon die ik gekend had.
Ik was degene, die jouw dribbelpasjes voor het eerst zag. Het duurde een tijdje voordat mijn hersenen de informatie doorkregen. In die tijd was ik jou aan blijven staren. Je kon nog niet begrijpen dat het niet zo hoorde, maar dat was je je later waarschijnlijk wel gaan beseffen. Nu maakte mijn onbeschoftheid nog niet veel uit.
Eindelijk drong het tot me door en ik stond op, pakte jou bij de hand en leidde je naar de keuken. Daar liet ik je los en aanschouwde jouw loopgedrag. Ik spoorde je aan naar me toe te komen, maar zorgde er tevens voor dat de afstand tussen ons gelijk bleef. Uiteindelijk vond je het allemaal welletjes en ging je zitten. Ik bekeek je en liet alles zoals het was, mijn kindje.
Jaren gingen voorbij, maar niet zoveel als het er hoorden te zijn. Het was normaal dat je op de leeftijd, die je nu bereikt had, kon lopen, alleen kon jij het niet meer. Een bus, jij op jouw fiets en een chauffeur waren genoeg om jou het loopvermogen af te nemen. In het ziekenhuis werd de uitslag namelijk bekend gemaakt; verlamd vanaf de nekwervels. Nooit meer zou je kunnen lopen, laat staan jouw armen of benen bewegen.
Die periode had ik veel teruggedacht aan de pasjes, die je toen gezet had, die dag, verder niets. Alles leek dan ook over te zijn. Echter, ik gaf niet op, althans niet uit mijzelf. Ik zou er voor je zijn, zolang jij dat wilde. Als jij bleef vechten, zou ik je niet in de steek laten. Je wilde enkel niet meer vechten. Het leven klopte niet zoals jij het leven moest. Dagelijks werd je badend in het zweet wakker en de moed, die je ooit bezat, begon met het zweet jouw lichaam te verlaten. Het sijpelde weg met de dromen die je niet kon navertellen. Je dreef weg van mij, van jezelf en ik was niet in staat jou de moed en kracht te geven waar je zo naar verlangde.
Het was dan ook niet veel later dat je me vroeg afscheid te nemen. Ik wilde niet, maar wist dat ik het te accepteren had, het was immers jouw keuze. Nooit meer zou ik je zien.
Je vertrok en het zand landde daarna op de kist. De korrels bedekten mijn tranen. Korrels die in de zomer weer bevochtigd werden door opnieuw tranen. Ik wist dat ik je niet meer kon bereiken, het was over.
Het was nu al weer een tijd geleden en ik was niet meer wie ik toen was. Ik wist niet eens meer of ík er nog wel was. Eerlijk gezegd dacht ik van niet. Ik lag namelijk begraven bij jou. Gevoed door de tranen van de persoon, die ik geworden was.
__________________
Just living my reality
Laatst gewijzigd op 21-01-2006 om 11:29.
|