Schrijven zonder bijvoeglijke naamwoorden is nog best lastig
Sessie 26
"Ik hoor dat je weer schapen aan het tellen was, Joanne."
Het meisje knikte.
"Wat voor schapen?"
Het meisje haalde haar schouders op. "Maakt dat wat uit?"
De man keek haar aan over de rand van zijn bril en schreef een paar dingen op in zijn notitieblok. "Dat ligt eraan," zei hij, "hoe snel je hier weg wilt."
Zij kuchte. Daarna werd het stil.
"Maakt dat wat uit?" zei het meisje.
De man trok een wenkbrauw op, maar het meisje zweeg.
"Waarom heb je zo'n obsessie voor schapen?" vroeg hij.
Het meisje staarde langs hem heen en begon te schateren. "Maakt dat wat uit?"
De man haalde zijn schouders op. "Vertel jij me dat maar."
"Nou ja," zei het meisje. Ze pakte het notitieblok van de man. "Zo heet ik niet," zei ze en wees.
De man zuchtte heel diep en probeerde het notitieblok weer te pakken. "Je maakt het me wel moeilijk."
"Wie niet?" zei het meisje. "Wie niet." Ze keek op haar horloge. "Het is bijna tijd."
"Ja," zei de man. "Je hebt gelijk. Wil je nog wat zeggen?"
Ze haalde haar schouders op en ging staan.
"Mag ik mijn notitieblok terug?" vroeg de man.
Het meisje legde het op de grond. Bij de deur draaide ze zich om. "Ik weet niet of ik psychiaters aardiger vind dan schapen," zei ze. "Maar ik denk het niet."