Als ik het goed begrijp heb je het over afgeleiden bij een s(t)-functie (=de afgelegde weg, die afhankelijk is van de tijd). Met de afgeleide van de s(t)-functie kan je de ogenblikkelijke snelheid berekenen, in plaats van een gemiddelde snelheid.
De gemiddelde snelheid <v> zul je wel kennen als delta s / delta t: de weg die afgelegd wordt in een bepaalde tijd. De ogenblikkelijke snelheid is de snelheid in een oneindig klein tijdsinterval, dus delta t nadert 0, in de wiskunde kom je dan bij de limieten terecht:
v = lim
delta t naar 0: delta s / delta t. Dit is de definitie van een afgeleide, namelijk de afgeleide van de afgelegde weg naar de tijd.
De afgeleide geeft in feite de richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de kromme, vandaar de link. Bij een eenparig versnelde beweging zal de s(t)-functie normaalgezien s(t)= 1/2 a delta t
2 zijn met a gelijk aan de versnelling. Gebruik maken van de regels om afgeleiden te bepalen (hier enkel de simpelste/belangrijkste: afgeleide van ax
n = anx[/sup]n-1[/sup]). Als we de snelheid afleiden naar de tijd, hebben we de versnelling.
De notatie voor een afgeleide van f(x) naar x is df(x)/dx
s(t)= 1/2 a delta t
2
v(t)= ds(t)/dt = a delta t
a(t)= dv(t)/dt = a
In opgaves krijg je vaak echter een s(t)-functie (een plaatsfunctie) in een andere vorm dan de algemene, bijvoorbeeld s(t)= 2t
2 + 3t - 5, je kan dan op dezelfde manier afleiden om de ogenblikkelijke snelheid te bekomen v(t)= 4t + 3 En a = 4.
Als je iets niet begrijpt (wat best mogelijk is, dit is slechts een heel korte uitleg, plus de regels om een afgeleide te berekenen zijn iets moeilijker dan deze basis die ik hier neerschrijf), vraag je gerust
Maar normaal zul je een dergelijke werkwijze niet nodig hebben tenzij je die in de klas (wiskunde en fysica) gezien hebt, omdat de theorie achter limieten, afgeleiden (en bijgevolg ook differentialen) niet iets is dat je op een uurtje volledig beheerst.