The devoted friend” en het genre van het kinderverhaal
Inleiding
“The devoted friend” is een verhaal dat in 1888 geschreven werd door Oscar Wilde. Dit ver-haal kan zowel als een kinderverhaal als een commentaar op het genre van kinderverhalen gelezen worden. Een kinderverhaal is in verschillende opzichten anders dan een verhaal voor volwassenen. Het taalgebruik is bijvoorbeeld aangepast aan de doelgroep. Ook is de perfor-matieve functie van kinderverhalen verschillend van die van verhalen voor volwassenen. Een kinderverhaal zou, door het opvoedende element dat er vaak in zit, iets moeten veranderen aan het gedrag van kinderen.
In deze analyse zal het eerdergenoemde feit dat het verhaal zowel als kinderverhaal als een commentaar hierop gelezen kan worden, centraal staan. Er zullen een aantal narratologi-sche begrippen worden gerelateerd worden aan het verhaal “The devoted friend”. Deze be-grippen zijn van belang in de analyse omdat ze de lezer meer greep op de tekst geven. Voor dit verhaal zijn vooral de begrippen 'inbedding' en 'vertelinstantie' interessant om nader te bekijken.
M. Bal stelt in haar boek “Narratology” dat elke narratieve tekst een bepaalde struc-tuur bezit. Deze structuur is gebaseerd op een verdeling in drie lagen in een tekst. De eerste laag is het niveau van de tekst, in dit geval wil dat zeggen: alle woorden die het verhaal bevat. Het tweede niveau dat te onderscheiden is, is die van het verhaal. Dit zijn alle gebeurtenissen, karakters en ruimtes zoals die gepresenteerd worden op het tekstniveau. De derde en laatste laag is de fabula. Een fabula bevat alleen de belangrijkste gebeurtenissen en actoren geordend naar logica en chronologie.
Inbedding
Er zijn teksten, zoals "Sprookjes uit 1001 nacht", die meerdere vertellingen bevatten. De eer-ste, vertelde fabula wordt een primaire fabula genoemd, zonder dat hier enige waarderende betekenissen aan toegekend worden. Het begrip 'inbedding' wordt gebruikt om de tweede en verdere fabulae te benoemen. Een ingebedde fabula kan meerdere functies voor de primaire fabula hebben.
In het verhaal "The devoted friend" bevat een ingebed verhaal. Dit ingebedde verhaal beslaat het grootste gedeelte van het gehele verhaal.
Het begin van het ingebedde verhaal wordt duidelijk aangekondigd met de volgende woorden: " (…) he told the story of The Devoted Friend." De laatste woorden van dit ingebedde verhaal staan op de laatste pagina: "One always suffers for being generous." Tussen de eerste en laat-ste woorden van het ingebedde verhaal wordt deze een aantal keer onderbroken. Dit is bij-voorbeeld het geval op pagina 27. Daar onderbreekt de Waterrat de verteller van het ingebed-de verhaal om kritiek te leveren op de vertelwijze van de Vlasvink.
De ingebedde fabula kan evenals de primaire fabula gelezen worden als een kinder-verhaal. Ten eerste begint de Vlasvink met dezelfde woorden als waarmee een sprookjesver-haal gewoonlijk start: "Once upon in time." De ingebedde fabula heeft ten tweede een duide-lijke moraal. In de primaire fabula wordt zelfs nog even over de moraal van de ingebedde fabula gepraat door actoren. Verder wordt herkenning bij de lezer opgeroepen door gebruik te maken van wat stereotype karakters. Zo is Hans de goede jongen, de goedzak, die absoluut geen andere mensen wil teleurstellen. Deze herkenning wordt ook opgeroepen door steeds een vast bijvoegelijk naamwoord bij het karakter van Hans te gebruiken.
De primaire fabula kan gelezen worden als een kinderverhaal omdat dieren hier de actoren zijn. Dit verschijnsel komt in een kinderverhaal veelvuldiger voor dan in een verhaal voor een volwassenen. Bovendien is de interactie tussen de actoren kinderlijk te noemen. Een voorbeeld hiervan vindt de lezer op pagina 24. Het gekissebis tussen de karakters doet denken aan kinderen die ruzie maken.
Het feit dat het gehele verhaal "The devoted friend" ook als een commentaar op het genre van het kinderverhaal kan worden gelezen, ligt vooral in de interactie tussen de primaire en de ingebedde fabula. Het commentaar op de ingebedde fabula, geuit door de actoren uit de primaire fabula, geeft daartoe de belangrijkste reden. De Waterrat geeft op pagina 27 aan met een verhalenverteller gesproken te hebben en daarom verstand van verhalen te hebben. Hij vindt dat de Vlasvink zijn verhaal niet op de juiste manier verteld. Op de laatste pagina geeft de Waterrat weer zijn kritische mening ten aanzien van verhalen met een moraal. Hij zegt dat hij verhalen met een moraal niet interessant genoeg vindt om naar te luisteren.
Vertelinstantie
Met het begrip ‘vertelinstantie’ worden alle instanties die de fabula kenbaar aan de lezer ma-ken bedoeld.
Een verteller kan zichtbaar zijn of niet en hij bezit de mogelijkheid karakters uit het verhaal het woord te geven. Een verteller kan optreden op het eerste niveau maar ook op verdere ni-veaus van de tekst. Zoals al verteld werd onder het kopje 'inbedding', kunnen er meerdere lagen in de laag van het verhaal zitten. Hierdoor zijn er meerdere vertellers mogelijk op de meerdere niveaus. Een verteller op het eerste niveau kan, bijvoorbeeld, het woord geven aan een verteller op het tweede niveau.
Op het eerste gezicht lijkt de vertelinstantie van de primaire fabula "The devoted friend" gemakkelijk te vinden. Na het lezen van de eerste bladzijde van het verhaal lijkt er een externe verteller aan het woord te zijn. Er is namelijk geen karakter uit het verhaal dat zich aan de vertellersinstantie verbindt. Daarbij maakt de externe verteller zich niet bekend, dus is deze niet waarneembaar. De vertelinstantie van de primaire fabula wordt pas duidelijk in de laatste zin van het verhaal. In die laatste zin komt een nog niet eerder genoemd persoonlijk voornaamwoord voor, namelijk "I". Deze "ik", die geen verdere informatie over zichzelf geeft, is de vertelinstantie van het gehele verhaal "The devoted friend". De "ik" is daarmee de verteller op het eerste niveau.
De ingebedde fabula wordt door een andere vertelinstantie verteld. De Vlasvink geeft duidelijk aan de verteller te zijn van dit ingebedde verhaal. Hij geeft echter heel vaak het woord af aan de karakters uit het verhaal. Binnen het ingebedde verhaal is de Vlasvink een karaktergebonden verteller.
__________________
Manuscripten verbranden niet.
|