Advertentie | |
|
![]() |
||||
Citaat:
Citaat:
Citaat:
__________________
In war there is only one favorable moment. The greatest talent is to know it. - Napoleon Bonaparte
|
![]() |
|
Verhaal
Het casino was afgezet met rode linten. Sterrenmeisje en Trimm Trabb waren woedend, ze moesten doorspelen! Sterrenmeisje was in geen maanden buiten geweest, het weinige zonlicht dat doorkwam brandde op haar witte huid. Ze wilde eerst helemaal niet naar buiten, ze had het gevoel verder van haar overleden man vandaan te worden gehaald. Ze hield niet van veranderingen. Trimm Trabb vond het ook verschrikkelijk, normaal ging ze alleen naar buiten om op het hoekje met haar vaste dealer geld voor drugs uit te wisselen. Dan stond ze een nacht te genieten en liep daarna weer naar binnen. Ze kwam niet graag in het steegje, maar haar verslaving trok haar over de drempel. In steegjes gebeuren vreselijke dingen, daar wist ze alles van. Daarom was het ook zo tegenstrijdig, juist om niet herinnerd te hoeven worden aan wat ze had meegemaakt verdoofde ze haar hoofd met de middelen die ze daar kocht. Maar juist het doordat ze steeds het spul haalde in een steegje herinnerde ze zichzelf telkens weer aan de gruwelen die ze had gezien en had ondergaan, niet ver hier vandaan. Sterrenmeisje stond maar naar het gebouw te kijken. Ze wist niet wat ze erger vond, de dood van het meisje met de kat die ondertussen tot Sterrenmeisje haar meubilair waren gaan horen, of dat ze het gevoel had nog verder van haar man vandaan te zijn gehaald. Gasten liepen boos rond. Een deel ging naar huis, anderen zaten ongeduldig op een bankje te wachten dat buiten stond en een deel ging naar het café tegenover. Winnaar Kopmuntkip stond voor het casino te wachten, hij stond met zijn armen over elkaar te kijken naar de voorkant van het casino. Het viel hem op dat ze een andere portier hadden, het was een lange donkere man. Deze portier zag eruit alsof hij iedereen die een stap richting ingang zette die daar niet toe bevoegd was een pokertafel door de strot zou douwen. Kopmuntkip was in een slechte bui, hij had net met een beroemde pokeraar zitten spelen en stond juist aan de winnende kant toen de politieagenten het casino ontruimden. Zijn tegenstander had hierbij zijn kans gegrepen en was vertrokken. Directeur Eye of Sauron en zijn zoon TopDrop waren ook niet vrolijk. Ze misten hierdoor veel omzet en het imago van het casino zou er ook onder gaan lijden, dachten ze. Sens, Katje en Tink hadden de opdracht gekregen niet te dicht bij elkaar te gaan staan, Eye of Sauron hield de identiteit van zijn leden graag geheim. Voor de derde keer zei TopDrop: “Pa, wanneer mogen we nou weer naar binnen toe?”, Eye of Sauron zuchtte en zei: “Jongen, wees een man en stel geen vragen waarvan je weet dat ik ze niet kan beantwoorden. Je lijkt wel een klein kind.”. TopDrop draaide kwaad zijn rug naar zijn vader en liep weg. Lisaaah, Miekjuh en Kunst waren samen gaan wandelen. Wat heerlijk, deze vrije tijd! Allemaal hadden ze een erg drukke baan en deze plotselinge vrijheid vonden ze heerlijk. Ze liepen langs de winkels waarin prachtige etalages verleidelijk pronkten met hun dure merken. Verlekkerd stonden de vriendinnen te staren naar de dingen die ze graag zouden hebben, maar die enkel fizzle-fluffy zou kunnen betalen. In de volgende winkel zagen ze haar inderdaad bij de kassa staan. Ze had een rode jurk gekocht, er stond een kleine rij en ze zagen fizzle-fluffy geërgerd op haar chique horloge kijken. De drie waren nog nooit samen geweest buiten het casino, ze draaiden diensten die elkaar overlapten en vaak waren er dus maar twee van de drie niet aan het werk. Deze maffe driehoeksconstructie hield zo de vriendschap in stand van de drie dames, het was toch raar om opeens de andere twee met elkaar te zien omgaan. Giechelend gingen de drie meisjes ook de winkel binnen, ze probeerden eruit te zien alsof ze de kleren makkelijk konden financieren en ze moesten lachen om elkaars rare gezichten. Met een vervormde hese stem zei Kunst: “Ach wat enig, mijn man zal het vast prachtig vinden als ik vanavond deze gouden handschoentjes draag bij ons bezoek aan het concertgebouw.” Lisaaah deed vrolijk mee: “Wat snoezig, daar moet natuurlijk wel een tasje bij. Wat vind je van deze? Onee, doe die ernaast maar want die is nog duurder.” Miekjuh kon enkel lachen. Fizzle-fluffy hoorde de dames en keek arrogant om. Ze groette ze niet, ze wilde niet laten blijken dat ze deze beneden modaal verdienende mensen, die blijkbaar totaal geen idee hadden hoe ze zich hoorden te gedragen in een zaak als deze, kende en rekende snel af. Zonder nog om te kijken stapte ze de winkel uit. Haar hakken tikten op het trottoir. Kopmuntkip stond ondertussen met het groepje dansers te praten, de enige personen aan wie hij nog niet zijn ergenissen had geuit over de onbeschofte tegenstander. “Nee,” zei Kopmuntkip, “Als ik aan een spel begin dan maak ik het hoe dan ook af. Ik ga elke uitdaging aan.” Neko en Sherco keken naar het witte gezicht van Kopmuntkip, ze zagen dat Kopmuntkip dacht dat hij er erg goed uit zag. In het casino was het vaak zo duister dat eventuele rimpels en andere oneffenheden op het gezicht niet opvielen. AllureV en VeGs leken nog wel geïnteresseerd te luisteren naar wat Kopmuntkip te zeggen had. Hoewel, AllureV zat eigenlijk als gehypnotiseerd te kijken naar de adamsappel van Kopmuntkip die steeds op en neer danste. Er zat een klein sneetje in, blijkbaar had hij zich ergens aan gestoten. Trimm Trabb had ondertussen een portemonnee gejat en ze verdween haar steegje weer in. Daar zag ze drie mannen die er nogal duister uitzagen, maar daar zaten zo vaak ongure types dat ze er geen aandacht aan schonk. Ze klopte een typisch ritme op een schutting en er kraaide een haan. Blijkbaar waren dit tekens, want zij gooide de portemonnee over de schutting en wachtte op de respons. De drie mannen hadden haar wel gezien, ze verdwenen om een hoekje. Kopmuntkip stond juist verslag te doen van het hele spel, van de kaarten in zijn hand op het moment dat de tegenstander kuchte en Kopmuntkip dit opsloeg in zijn geheugen als een mogelijk nep blufteken, tot de vorm van de kaasjes die de serveerster voor hun neerzette. Plotseling stopte de eindeloze stroom woorden, Kopmuntkip voelde een hand op zijn schouder. Hij draaide zich om en zag een man staan met een wat gelig gezicht, zijn haar zat door de war op een elegante manier. Hij stelde zich voor als Mutsieprutsie en vroeg hem mee te komen naar het café. Kopmuntkip dacht dat het wel indruk zou maken als hij met een begrijpende uitdrukking mee zou lopen met deze rare snuiter en zei een kort “Dag.” tegen de meisjes. Deze waren waarschijnlijk al lang blij van hem verlost te zijn en zwaaiden. De drie mannen in het steegje kleedden zich ondertussen om. “De batterijen van mijn zaklamp zijn op, geef me die van jou.” - “Ben je nou helemaal krankjorem, je zorgt maar voor je eigen zooi, droplul.” - “Moet ik je soms in mekaar timmeren met deze staaf?” - “Hou je smoel en doe normaal.” De derde draaide zich geërgerd om. “Coolkast, Barabas, als jullie zijn uitgekletst, komen jullie dan mee, dames?” - “Je bent zelf een wijf, moet je jezelf nou zien met je politiepetje en je strakke broek.” Daboman gaf hem een stomp. “Schiet op, doe je eigen politiepak aan en volg me.” Barabas immiteerde hem met een rare stem. “Volg me. Ja baas. Nee baas. Goed baas. Natuurlijk baas.” Gedrieeën waren ze inmiddels omgekleed en slopen ze achter elkaar aan richting de achterkant van het casinogebouw. In het café hadden Mutsieprutsie en Kopmuntkip een tafeltje gevonden, achterin het café. Boven de tafel, die de kleuren had van een biljarttafel, hing een grote rode lamp die nauwelijks licht gaf. Op tafel stonden vieze glazen die blijkbaar nog moesten worden afgeruimd en er lagen wat bierviltjes. Het zat er best vol, prima om ongestoord te kunnen praten, in al het geroezemoes zouden ze niet gehoord worden. Mutsieprutsie bood Kopmuntkip geen drankje aan. “Elke uitdaging ga je aan, zei je?” Kopmuntkip vond het spannend, hij knikte. “Elke uitdaging.” Mutsieprutsie lachte vergenoegd. Een vrouw liep langs, hij tipte haar en vroeg om twee bier. “Daar moet op gedronken worden!” Kopmuntkip was benieuwd waar dit heen ging. Hij probeerde oogcontact te zoeken met Mutsieprutsie, maar deze leek dit niet door te hebben. Hij keek het café daarom maar rond. Er stonden ronde en vierkante tafeltjes met houten stoelen, ergens stonden mensen te biljarten en aan de bar waren een paar mannen luid aan het praten. De serveerster kwam terug met een kan bier, ze schonk de vieze glazen in en liep weer weg. Kopmuntkip was de luxe van het casino gewend en keek even vies. “Als goede pokerspeler zou je elke emotie moeten kunnen uitschakelen.” Mutsieprutsie keek hem in de ogen. Kopmuntkip reageerde met een slap “Maar misschien blufte ik wel...”. Hier ging Mutsieprutsie niet op in. “Wel, wat is de uitdaging?” - “Eerst nemen we een slok, ter bevestiging van onze afspraak.” Mutsieprutsie zette zijn glas aan zijn mond en Kopmuntkip zag zich genoodzaakt hetzelfde te doen. - “Goed, ter zake.” Mutsieprutsie boog zich naar Kopmuntkip toe. “Wat we gaan doen, is mijn eigen versie van Russisch Roulette. Het is heel simpel. Degene die verliest, laat het leven.” Kopmuntkip schrok, maar liet daar deze keer niets van merken. Hij had zichzelf prima onder controle en zijn stem trilde niet eens toen hij zei: “Ok.” Plotseling stond Mutsieprutsie op en liep een deur in. Kopmuntkip volgde hem. De drie verklede mannen waren inmiddels bij de kleedkamer aangekomen van de dansers. Het raampje stond nog steeds op een kier. Barabas opende het raam en kroop naar binnen. De rest volgde. Drie ‘politieagenten’ liepen nu door de gang. Fantome en Light fighter begroetten ze en gaven ze instructies. Het plan liep tot nu toe gesmeerd. In het kamertje in het café stond een roulettespel. Kopmuntkip keek verbaasd, hij dacht dat ze gingen pokeren. Maar afspraak was afspraak, hij wist dat hij nu verplicht was mee te doen. Hij vertrouwde op zichzelf, maar kreeg toch koude rillingen toen hij dacht aan de mogelijkheid te kunnen verliezen. Hij hield van het casino, van fizzle-fluffy die om hem heen hing, van de sfeer en van zijn geld. Mutsieprutsie pakte het balletje. “Welk getal kies je?” Kopmuntkip koos de zwarte 17 door het muntje dat voor hem op tafel lag daar op te leggen. Mutsieprutsie pakte zijn eigen muntje en legde deze neer op ‘rood’. Kopmuntkip zag dat hij er in getuind was. Mutsieprutsie gaf een goede zwiep aan het rad en haalde een pistool en een mes uit zijn zak. Kopmuntkip voelde zich erg benauwd worden. Hij zag het rad maar ronddraaien, er kwam geen einde aan. Hij keek Mutsieprutsie aan en zei: “Waarom wil je mij dood hebben?” Mutsieprutsie keek hem alleen maar aan. Geen antwoord. Het rad draaide en draaide. Mutsieprutsie leek het erg naar zijn zin te hebben, hij stond geamuseerd naar het rad te kijken. Kopmuntkip wou dat hij nooit zo opgeschept had over zijn eigen kunnen, hij zag nu in dat waar hij zijn zelfvertrouwen vandaan haalde erg fragiel bleek te zijn. Hij dacht aan fizzle-fluffy, haar zachte handen en haar parfum. Aan Lisaaah de muntenwisselaar die hem altijd erg vriendelijk begroette. Hij had nooit echt naar Lisaaah gekeken, maar nu had hij spijt nooit met haar gepraat te hebben. Hij voelde dat dit niet goed ging aflopen. Waarom was hij niet gestopt? Kopmuntkip begon zichzelf allerlei verwijten te maken. Was dit nu hoe zijn leven zou gaan eindigen? Was dit leven eigenlijk wel gegaan zoals hij wilde? Was dit wat hij had willen bereiken? Kopmuntkip vond zichzelf steeds minder waard. Hij kon goed pokeren, maar dat betekende nog niet dat hij boven anderen stond. Het rad draaide nu erg langzaam. Het viel hem op dat er erg veel cijfers roodgekleurd waren. Het interesseerde hem niet meer. Zijn leven zoefde aan hem voorbij. Wat had het nog voor zin? Hij kon niets. Hij had enkel geld. En wat deed hij daar mee? Kopmuntkip schudde zijn hoofd. Hij keek niet meer naar het rad. Toen de kogel eindelijk door zijn borst vloog, liet hij zich op de grond zakken en wachtte tot voor hem het licht uitging. Mutsieprutsie pakte zijn mes. Hij sneed in de huid op de adamsappel van Kopmuntkip en peuterde er een piepklein puzzelstukje uit. Hij stond op en wilde weggaan. In de deuropening stond iemand. Mutsieprutsie wilde er langs lopen, maar de persoon hield hem tegen. Hij kon niet zien wie het was, de persoon had een bivakmuts aan en een lang gewaad. Voor Mutsieprutsie zijn pistool kon richten, vloog een bijl door de ruimte. Mutsieprutsie zijn schedel lag in twee stukken naast zijn lichaam. De persoon die de bijl gegooid had, peuterde het puzzelstukje uit de hand van de tweede dode. “Bedankt,” klonk het. De figuur liep de kamer uit. Het casino werd weer vrijgegeven. Sorry voor de vertraging.
__________________
Onthoud dat weerwolven alleen met een zilveren projectiel gedood kunnen worden...
Laatst gewijzigd op 10-12-2008 om 19:19. |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
__________________
Nice
|
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
Je moet de waarheid niet verwarren met de mening van de meerderheid - Loesje
|
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
In war there is only one favorable moment. The greatest talent is to know it. - Napoleon Bonaparte
|
![]() |
||
Citaat:
Wtf. W'rom dan nieee? En waarom geven jullie niet meteen de volle mep informatie. Nu word ik nieuwsgierig. Pff, het lijkt wel een aflevering van Moment van de Waarheid... ![]()
__________________
Stephen enjoys cooking his godchildren and leaving out commas.
|
![]() |
|
|
![]() |
||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
De Kantine |
Weerwolfspel #54 deel 2 TopDrop | 372 | 04-01-2009 14:52 | |
De Kantine |
*plak plak plak* CTRL - V topic! Cherry Springs | 499 | 21-10-2006 15:50 | |
De Kantine |
weerwolfspel #20 Spelleider | 500 | 27-07-2006 20:01 | |
De Kantine |
Verkloot mn qoute VII Verwijderd | 500 | 08-05-2006 21:39 | |
De Kantine |
Tribute to Quiana: Control C en ook Control V hasseltboy | 500 | 28-07-2005 22:58 | |
De Kantine |
Weerwolfspel #9 Spelleider! | 500 | 11-02-2005 16:48 |