Advertentie | |
|
![]() |
||
![]() |
Citaat:
![]() |
![]() |
|
Als 19x < -34, dan geldt:
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
![]() |
|
Verwijderd
|
Hoofdstuk is af!!!!! Alles goed gemaakt over ongelijkheden, behalve die waar <,-2 uit hoort te komen. Ik denk dat de ongelijkheid niet klopt, omdat ik een andere ongelijkheid die ongeveer hetzelfde is, wel kan oplossen op dezelfde manier. Namelijk:
4x+2/3 -4x<3x+5/4 -4 4x+2/3 - 4x - 3x+5/4 < -4 -12(4x+2)/3 - 4x + 12(3x+5)/4 < -12(-4) (3*-4=-12) -4(4x+2) + 48x + 3(3x+5) < 48 -16x -8 + 48x + 9x + 15 < 48 -16x+48x+9x < 48+8-15 41x < 41 x > 41/41 x > 1 1,> En dit is dan ook correct volgens het boekje. Op naar relaties en functies! ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |
|
Verwijderd
|
Ik laat even weer van me horen hihi. Even 3 dagen er tussen uit voor school + wat andere dingetjes. Vandaag nog even langs de winkel gaan om een pak wiskunde schriften te kopen, voor al die grafieken die ik zal moeten tekenen.
Ook nog een wiskunde toets gehad over breuken. Delen, vermenigvuldigen, aftrekken, optellen en van alles en nog wat over breuken. Was heel erg simpel. Ik kreeg zelfs een compliment van de leraar. Dat was het dan. Als ik de volgende paar dagen niks post in dit topic, betekent dat, dat ik hard bezig ben met wiskunde, en het snap. Even er keihard tegenaan om 2 hoofdstukken af te maken. |
![]() |
|
Verwijderd
|
Oke het eerste hoofdstuk is af. Ik heb het zonder moeite kunnen doen. Het vergde soms wat denkwerk, maar het was zeker te doen
![]() f(x)=-x^2 - 5x -6 x=-100 Substitueren: f(-100)=--100^2 - 5*-100 - 6 f(-100)=10.000 + 500 - 6 f(-100)= 10.494 Het antwoord moet eigenlijk -9506 zijn. Ik snap wel hoe dat komt. Als je -100 in -x substitueert dan hebben ze denk ik al de - van -x meegenomen. Dus - in -100 is de - in -x. Daardoor krijg je: f(x)=-x^2 - 5x -6 x=-100 Substitueren: f(-100)=-100^2 - 5*-100 - 6 f(-100)=-10.000 + 500 - 6 f(-100)= -9506 Goeie redenering? En ik heb nog iets ontdekt, -*-=+, maar - in het kwadraat is niet +. Is het ook zo dat als je een domein van een functie wilt vinden, je eerst 0 moet substitueren? Alvast hartstikke bedankt. Laatst gewijzigd op 09-10-2009 om 15:11. |
![]() |
|
Met het domein van een functie f worden alle waarden van x bedoeld waarvoor f gedefinieerd is. Het bereik van f bevat alle waarden van y waarvoor y = f(x) geldt.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
![]() |
||
Citaat:
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
![]() |
|
Verwijderd
|
Daar ben ik dan weer met een kleine vraag. Het antwoord hier moet (2,3) zijn.
y=4x-5 2x+y=7 Hoe los ik deze som op? Ik weet even niet hoe ik y=4x-5 kan herschrijven tot een vorm waar ik de x mee kan elimineren. Alvast hartstikke bedankt! Edit: y=4x-5 -4x+y=-5 -4x+y=-5 2x+y=7 4x-y=5 4x+2y=14 -3y=-9 y=3 2x+y=7 2x+3=7 2x=4 x=2 (2,3). Gelukt ![]() Laatst gewijzigd op 13-10-2009 om 21:52. |
![]() |
|
Verwijderd
|
f(x)=(3p-2)x+2p-3
De grafiek van f gaat door het punt met de coördinaten (-6,5). Bereken p. Ik substitueer -6 in de functie. f(x)=(3p-2)x+2p-3 f(-6)=(3p-2)-6+2p-3 f(-6)=-18p+12+2p-3 f(-6)=-16p + 9 De waarde van p moet 1/4 zijn. Ik snap even niet hoe ik daarop kom. Zou iemand me aub even kunnen helpen? Laatst gewijzigd op 15-10-2009 om 18:05. |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
oftewel, de vergelijking is eigenlijk: f(-6)=-16p + 9 5 = -16p + 9 nu is het een eitje! |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() Nog 2 hoofdstukken dan heb ik het boek uit! ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() Laatst gewijzigd op 15-10-2009 om 21:17. |
![]() |
|
Verwijderd
|
De grafiek van f is evenwijdig aan de x-as. Bereken p.
Ik gebruik in dit geval de coördinaten (1,0). Ik kan ook bijvoorbeeld (2,0) of (3,0) gebruiken. Deze coördinaten liggen allemaal op de x-as. f(x)=(3p-2)x+2p-3 f(1)=(3p-2)1+2p-3 f(1)=3p-2+2p-3 f(1)=5p-5 0=5p-5 -5p=-5 p=1 Het antwoord moet 2/3 zijn. Waar zit ik fout? Ik weet dat f(x)=(3p-2)x+2p-3 een constante functie is als het evenwijdig is aan de x-as. |
![]() |
|
![]() |
als de grafiek van f evenwijdig loopt aan de x-as betekent dit dat de grafiek dus een horizontale lijn is. oftewel, het moet niet uit maken wat x voor waarde heeft: y is altijd hetzelfde.
om dit te bereiken moet je zorgen dat y (de functie f(x) dus) onafhankelijk van x is. oftewel, je moet x 'uit de vergelijking halen'. f(x)=(3p-2)x+2p-3 x kun je hier 'weghalen' door de factor ervoor gelijk te maken aan nul. dus 3p-2=0. hieruit volgt p. nu kun je namelijk elke waarde voor x invullen die je wilt, maar de functie zal altijd gelijk zijn aan: f(x) = 0 * x + 2p - 3 oftewel f(x) = 2p - 3 ![]() |
![]() |
|
Verwijderd
|
De y-coördinaat van het snijpunt van de grafiek van f met de y-as is negatief.
Om p te berekenen moet ik dus voor y een negatief getal kiezen? Bijvoorbeeld -1?. f(x)=(3p-2)x+2p-3 f(0)=(3p-2)0+2p-3 -1=2p-3 -2p=-2 p=1 Het antwoord moet p < 1 1/2 zijn. Mijn berekeningen zijn dus fout. Wat doe ik fout? Ik zelf denk dat ik het snijpunt moet vinden en vervolgens y=(3p-2)x+2p-3 moet maken. De vraag is alleen, hoe vind ik het snijpunt? Laatst gewijzigd op 16-10-2009 om 14:15. |
![]() |
|
![]() |
even wat uitleg, het lijkt veel, maar het is niet moeilijk. je moet het even 'zien'
![]() het snijpunt is negatief kan dus zowel y=-1, y=-2, y=-3 etc zijn. er is dus niet één waarde voor p, maar er is een heel domein. als je nu stelt dat y=0, dus precies de scheiding tussen positief en negatief, dan vind je een waarde voor p. deze waarde is de grens van het domein. dus alles groter dan p zorgt dan bijvoorbeeld voor positieve waarden van y en alles kleiner dan p voor negatieve. of net andersom! je moet dus zelf nog bepalen welke van de twee het is. jij hebt zelf al een berekening gedaan voor het geval y=-1 en daar kwam p=1 uit. dit is kleiner dan 1 1/2, dus nu kun je stellen dat voor alle p < 1 1/2 vind je een negatieve waarde voor y. |
![]() |
|
Verwijderd
|
Dus alle waarde voor p die kleiner dan 1 1/2 is , geeft een negatieve waarde voor y, wat goed is aangezien het snijpunt -1, -2 etc etc kan zijn. Als p groter dan 1 1/2 is, bijvoorbeeld 2 geeft dat een positieve waarde voor y. Even kijken of dat klopt.
f(x)=(3p-2)x+2p-3 f(0)=(3p-2)0+2p-3 y=2*2-3 y=4-3 y=1 Ja het klopt. ![]() ![]() |
![]() |
|
![]() |
je kunt dit zo eenduidig stellen, doordat de functie lineair is, oftewel eerstegraads. er komt nergens een kwadraat in voor.
een lineaire functie betekent dat de grafiek een kaarsrechte rechte lijn is. als je dus 2 punten van die lijn weet, weet je al genoeg om de hele grafiek te kunnen tekenen. als je bijvoorbeeld een functie hebt en voor x=1 vind je y=3 en voor x=2 vind je y=5, dan weet je zeker dat voor elke x die kleiner is dan 1, je een y zult vinden die kleiner is dan 3. en voor x>2 een y>5. zodra je hogere machten krijgt gaat dit niet meer op, functies krijgen dan onvoorspelbare vormen ![]() |
![]() |
||
Verwijderd
|
Ja het antwoord is 0
![]() Zou 1 van jullie 2 aub mijn vraag waar het antwoord 0 uit komt, iets gedetailleerder kunnen uitleggen? Nogmaals de vraag: Citaat:
|
![]() |
||
![]() |
Citaat:
![]() wat je deed is gewoon helemaal goed. als eerder moet je de functie onafhankelijk van x maken, want welke x je ook in zou vullen, er komt altijd dezelfde waarde uit. dus p=0. px+(3-2p)y=12 zou je in 'normale' functievorm kunnen schrijven als y=(12 - px) / (3 - 2p). met p=0 volgt dan y=12/3=4 |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
px+(3-2p)y = 0 p*0+(3-2p)1=0 3-2p=0 Denk ik er te moeilijk over na? |
![]() |
|
![]() |
laatst had je f(x)=(3p-2)x+2p-3
en de vraag was voor welke p hij evenwijdig was aan de x-as. x 'wegwerken' -> 3p-2=0 -> p=2/3 nu heb je px+(3-2p)y=12 en mathfreak legde heb uit voor het geval hij evenwijdig aan de y-as is. je moet dan hetzelfde doen als hiervoor, maar nu moet je y 'wegwerken'. evenwijdig aan de y-as is namelijk een vertikale lijn, oftewel het moet niet uitmaken welke y je hebt. y 'wegwerken' -> 3-2p=0 -> p=3/2 |
![]() |
|
![]() |
een functie werkt altijd 2 kanten op. de 'normale' notatie is dat je de waarde op de y-as uitdrukt in x, bijvoorbeeld y=3x+2. maar net zo goed kun je dan stellen dat x=(y-2)/3, het is precies dezelfde functie. soms kan het handiger zijn een functie in x uit te drukken.
px+(3-2p)y=12 zou bijvoorbeeld geven: x=(12-(3-2p)y) / p deze uitwerking is echter nu niet echt nodig, omdat je gewoon kunt zien dat je y uit de vergelijking kan halen door de term ervoor gelijk aan nul te stellen ![]() |
![]() |
|
|
![]() |
||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
[WI] Help! Ik moet een 9.5 halen voor mijn wiskunde proefwerk! Roeltjeh | 6 | 14-06-2015 20:30 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
[WI] wiskunde a-lympiade opdracht scoobydoodoo | 1 | 06-06-2013 13:00 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
[WI] Wiskunde (allerlei) 2 Verwijderd | 4 | 17-11-2009 19:39 | |
Algemene schoolzaken |
Nog meer wiskunde? X_Mariet_X | 91 | 23-03-2006 17:00 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
Allerlei Functies ?!?!?!?! Verwijderd | 1 | 11-12-2002 17:07 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
leuke wiskunde opdracht! denk allemaal ff mee! duracelkonijntje | 2 | 22-04-2001 18:09 |