Wiskundige vragen

[Martjin]

ik heb een paar vragen en sommige zijn niet zo moelijk maar daar wil ik zekerheid over.

1: De decanen van een school hebben een probleem: ze weten dat 75% van de leerlingen aardrijkskunde in hun profiel heeft en 70% biologie heeft gekozen.
Hoeveel leerlingen hebbeb beide vakken in hun profiel? .......... %

2: Een leerling is blut en pint daarom 's ochtends geld. In de pauze geeft hij eenvijde uit. Het 8ste uur koopt hij voor eenvijfde deel van wat hij nog over heeft een kaartje voor het schoolfeest. 's Avonds kijkt hij in zijn portemonnee: nog 3.60 euro over.
Hoeveel euro heeft deze jongen uitgegeven?
.......... euro

3: De verkoop van broodjes gezond daalt snel: elke week verkopen ze 4 broodjes minder dan in de week ervoor. Elk broodje betekent één minuut werk voor de kantinemedewerkers. Ook is bekend dat de broodjes kroket steeds populairder worden: elke week verkopen ze 8 broodjes meer dan de week ervoor. Het maken van een broodje kroket betekent 15 seconden werk voor de kantinemedewerkers.
Hoeveel minuten meer of minder rust hebben de kantinemedewerkers na 20 weken?
.......... minuten

4: Je komt in 12 keer te laat. Als je direct naar de conciërce loopt ben je gewoon te laat --> 3 punten. Ga je toch naar de les heb je kans (1 op de 3 leraren) dat je gewoon naar binnen mag --> 0 punten. Maar wordt je weggestuurd dan kom je helemaal te laat --> 5 punten.
Wanneer verdien je het minste punten: altijd meteen een briefje halen of altijd eerst naar de les?
meteen briefje/eerst naar les
zelf dacht ik aan: meteen briefje

5: Twee eersteklassers rennen rondjes door de school. De jongen met de grote tas rent één rondje in 4 minuten, de jongen met de gigantische tas doet er 6 minuten over. Ze starten naar elkaar bij het leerlingenbord.
Hoelang duurt het voordat de jongen met de grote tas de ander heeft ingehaald?
.......... minuten
Deze vraag snapte ik niet helemaal...

6: De schoonmakers hebben 6 emmers, de eerste drie zijn gevuld.
Is het mogelijk voor de schoonmakers om slechts één emmer te verplaatsen zodat de eerste, derde en vijfde gevuld zijn, zo ja: hoe dan?
.......... nee/ja ...*uitleg*...
Ik dacht: ja: emmer 2 oppakken en de inhoud ervan in emmer 5 gooien

7: Volgens onderzoek raakt eentiende van alle toetsen kwijt.
Als er in totaal 9.261 toetsen niet kwijt raken, hoeveel zijn er dan verloren gegaan?
.......... toetsen

[jbtq]

Nou effe een paar antwoorden
1 kwam ik niet echt uit. maar kan wel wat proberen. Als je 100 leerlingen heb dan hebben er dus 75 bio. Die andere 25 hebben geen bio, maar kunnen wel ak hebben. Je weet ook dat 70 mensen ak hebben. 70-25= 45. Immer je weet dat van die 70 maximaal 25 geen ak hebben. Dus dan kom je gelijk op het antwoord en dat is 45% heeft ak en bio [ klopt dit??]

2 wel. je moet er van uit gaan dat die 3,60 in eerste instantie 80% is van de eerste 1/5 dat die uitgeeft. Dus hij had 3,60/80 *100= 4,5 euro voordat hij de tweede keer geld uitgaf. Nou die 4,5 euro is ook weer 80% van het eerste bedrag dus weer 4,50/80*100= 5,62 euro dat heeft die dus gepint [ komt wel 5,625 euro uit]

3 eerst 4*20= 100 en dat maal 1 minuut dus ze hebben 100 min minder werk, maar doordat er meer kroketten worden verkocht zal de tijd die ze pauze hebben minder worden 8*20= 160
160*15= 2400 sec meer werk door de kroketten en dat is 2400/60= 40 min dus ze hebben totaal 100-40=60 min minder werk

4 Van die twaalf ga je elke keer naar de klas, maar je word 8 keer terug gestuurd [ 2/3] Dat levert je dus 8*5=40 straf punten op.
Als je elke keer een briefje haalt haalt dan heb je 12*3=36 punten dus kan je beter een briefje halen [dus gelijk melden]

5 Nou de een loopt 4 minuten over een ronde en de andere 6. Dus in de eerste ronde loopt a [ die 4 minuten doet over 1 ronde] 2 minuten voor op b, want hij loopt 2 minuten sneller per ronde. In de tweede ronde is die voorsprong 4 minuten en in de derde ronde is die 6 minuten en dan komen ze elkaar dus weer tegen. Dus na 4*3= 12 minuten haalt die jongen met de grote tas die ander weer in

6 kan dus. Precies zoals jij het zegt. De 2 emmer legen in de 5 emmer en dan heb je het.

7 9261 is 90% van het geheel dus 9261/90

Hoop dat het lukt


en dat maal 100 en dat is 10290 toetsen waren er

[Martjin]

volgens mij klopt alles behalve die 3e maar dat zal wel aan mij liggen
bedankt

[jbtq]

He,

nee die klopt inderdaad niet , maar heb effe opnieuw uitgerekend. Je heb per weer 4 minuten minder werk en 2 minuten meer werk. Dus per week heb je totaal 2 minuten meer werk. Dat maal 20 makt dat 40 minuten minder werk.

hoop dat die nu wel goed

[Martjin]

danke

[Martjin]

1: GOED =45%
2: FOUT =6.25
3: GOED =40 minuten meer rust
4: GOED =meteen briefje
5: GOED =12 minuten
6: GOED =pak de eerste emmer op en gooi hem leeg in de vijfde,zet hem daarna terug
7: FOUT =1029 toetsen


tog bedankt

[Breg]

jbtq schreef:

3 eerst 4*20= 100

en over vraag 1: dat is toch niet te zeggen, want het kan toch ook zijn dat alle mensen die biologie hebben óók ak hebben, wat dus op 70% uit zou komen, of zie ik het nu verkeerd?

En bij vraag 2 kom ik ook op 5,63 uit

[jbtq]

Je heb gelijk in dat. Eigelijk is dat antwoord bij 1 dus eigelijk het minimaal aantal procent van de leerlingen het vak heeft.

/\/\4®téñZ schreef:
: De decanen van een school hebben een probleem: ze weten dat 75% van de leerlingen aardrijkskunde in hun profiel heeft en 70% biologie heeft gekozen.
Hoeveel leerlingen hebbeb beide vakken in hun profiel? .......... %
[/B]

75% + 70% = 145%
dus 45% te veel.
dus 45% van de leerlingen hebben bijde vakken.

: Een leerling is blut en pint daarom 's ochtends geld. In de pauze geeft hij eenvijde uit. Het 8ste uur koopt hij voor eenvijfde deel van wat hij nog over heeft een kaartje voor het schoolfeest. 's Avonds kijkt hij in zijn portemonnee: nog 3.60 euro over. Hoeveel euro heeft deze jongen uitgegeven?
.......... euro

3.60/4*5=4.50
4.50/4*5=5.625
5.625-3.5=2.125 volgens mij klopt hier niks van, maar iets anders maak ik er niet van

De verkoop van broodjes gezond daalt snel: elke week verkopen ze 4 broodjes minder dan in de week ervoor. Elk broodje betekent één minuut werk voor de kantinemedewerkers. Ook is bekend dat de broodjes kroket steeds populairder worden: elke week verkopen ze 8 broodjes meer dan de week ervoor. Het maken van een broodje kroket betekent 15 seconden werk voor de kantinemedewerkers. Hoeveel minuten meer of minder rust hebben de kantinemedewerkers na 20 weken?
.......... minuten

- 80min
+ 36min

-80 + 36 = -44 44 min rust