Advertentie | |
|
![]() |
|
Verwijderd
|
Bij Grieks ga ik ook altijd opzoek naar de pv en vervolgens het onderwerp, meestal wijst de rest zich dan vanzelf wel. Het helpt ook goed om te glossen; schrijf zin over, geef per woord aan welke naamval, bij ww tijd/aspect/persoon en dan is het vrij makkelijk om de boel te vertalen als je pv + nom hebt gevonden. Na een paar keer glossen ga je ook sneller vormen herkennen, dus het is het waard.
|
![]() |
|
![]() |
als het facinus, facinoris is is het dus 3e declinatie(rex regis of lex legis hangt van je methode af welk voorbeeldwoord je hebt gehad)
en onzijdig dan moet het geloof ik als nomen(dat is de onzijdige vorm van de 3e declinatie geloof ik) alleen ben ik altijd heel slecht geweest in het onthouden van het rijtje van de 3e declinatie, dus de precieze vervoeging moet je dan zelf nog ff opzoeken arsi lijkt me een imperfectum/perfectum(ben mn grammaticabladen ff kwijt, was in elk geval 1 rijtje in het praesens met de uitgangen i isti it imus istis erunt , maar weet niet meer zeker of dat nou het imperfectum of perfectum was, weet nog wel waar in het schema op mijn blad het stond maar daar heb jij weinig aan) maar het kan ook een onregelmatige perfectum ofzo zijn, maar dan staat het wel in het woordenboek(als het dat is wat ik hierboven zij staat het waarschijnlijk onder arso) en als je het dan niet vind ga je gewoon in het woordenboek bladeren tot je een werkwoord vind dat erop lijkt en in de zin past |
![]() |
|||
![]() |
Citaat:
Verder is het handig om het volgende te weten: - Bijna alle a-stammen hebben een perfectumstam op -av: parav-i - Bijna alle i-stammen hebben een perfectumstam op -iv: audiv-i - Enkele e-stammen hebben een perfectumstam op -ev: delev-i, maar bij de meeste e-stammen wordt die ev een u: dus niet terrev-i, maar terru-i. - Bijna alle medeklinkerstammen (maar ook enkele van de bovengenoemde stammen) hebben een onregelmatige perfectumstam. Deze onregelmatige stammen vertonen wel wat gelijkenissen in vorming: één categorie vormt zo b.v. de perfectumstam door het aanhechten van een s aan de stam. dic-o -> dix-i (=dics-i) duc-o -> dux-i mitt-o -> mis-i En zo ook: arde-o [e-stam] -> ars-i (uit ‘ard-si’) = branden. Als je deze onregelmatige vormen (nog) niet herkent, kun je ze vaak wel opzoeken in woordenboeken en je schoolgrammatica of schoolboek moet achterin lijsten bevatten met onregelmatige werkwoorden. Citaat:
1) de stam is facinor- (want die vind je dus door van zo’n onregelmatige genitief de uitgang -is te slopen) 2) het is onzijdig (en dus gelden A [de accusatief ev is gelijk aan de nominatief ev] en B [de uitgang in nom/acc mv is -a]) En dus kun je nu de verbuiging raden: facinus facinor-is facinor-i facinus facinor-e facinor-a facinor-um facinor-ibus facinor-a facinor-ibus Vat je? Even een testje: A kun jij nu de ik-vormen geven bij het ww ardere (e-stam) van: Praesens Imperfectum Futurum Perfectum PQ-perfectum Futurum Exactum? B kun jij in het latijn verbuigen ‘iter longum’ (een lange reis)? BTW de gen. van iter is itineris. Het geslacht kun je afleiden uit het bvnw. |
![]() |
|
![]() |
ok even kijken...
ardeo ardebam Futurum heb ik nog niet geleerd arsi arsiveram B EV MV iter longum itinera longa itineris longi itinerum longorum itineri longo itineribus longis iter longum itinera longa itinere longo itineribus longis maar nou heb ik opeens weer zo'n noob vraag gekregen... Hoe kan ik weten wanneer ik 3de groep( urbs, nomina) moet doen, of gewoon 1ste en tweede( dominus, filia, en bellum)? Ik ben alles vergeten... En kan iemand me tips geven hoe je het snelst kan zien of een bijwoordelijk naamwoord bij een zelfstandig naamwoord past. Niet boos worden AUB, ik heb het laatst druk gehad met andere vakken, en moet dit weer opnieuw opvangen, want ik ben wel geinteresseerd, maar ben de basis een beetje kwijt. PS: Gommdr, erg bedankt. Het komt weer een beetje naar boven. Genitivus moet je erbij leren dus altijd, en de rest kan je weten als je van de genitivus is eraf haalt. Dankje Laatst gewijzigd op 01-03-2010 om 18:42. |
![]() |
|||||||
![]() |
John, leuk dat je je eraan waagt.
Ik loop het even na.. Citaat:
Deze vomen zijn goed! Citaat:
Citaat:
![]() Dat zit er prima in, dus [en dit was niet de gemakkelijkste]. Citaat:
Ten tweede: je bent niet alles vergeten. Dat kan ik immers zien aan de rijtjes hierboven. Hoogstens zijn enkele zaken wat weggezakt, maar dat is vrij normaal. -> antwoord: als (zelfstandige) naamwoorden niet in de nom. ev. eindigen op -us/-a/-um, kun je er de donder op zeggen, dat ze van de 3e verbuigingsgroep zijn. Je kunt altijd zien dat je met zo’n woord te maken hebt aan het feit dat de genitief ev erachter staat [bv. urbs, urbis / nomen, nominis / caput, capitis]. Dat doen ze, zodat je de stam daaruit afleiden kunt. Let op: ook bij sommige woorden die wél op -us eindigen, kan het geval zijn dat ze van de 3e verbuigingsgroep zijn: b.v. corpus, corporis / facinus, facinoris / genus, generis / scelus, sceleris: in praktisch alle gevallen zijn deze znw onzijdig (dus mv: corpor-a, facinor-a, sceler-a, gener-a). Citaat:
![]() Goed, hoe je dat kunt zien? Dat is een kwestie van rijtjes kennen en terugredeneren: bepaal van een znw welk geslacht het heeft en of het bvwn in het juiste geslacht/in de juiste vorm staat. Even een testje: kijk eens naar de onderstaande vormen. Bepaal bij elke combinatie of die klopt. Zo niet, maak hem dan als nog kloppend: Nemus densus Corporum fortium Hominum pulchrum Itinere dulci Feminas Fortis Nautae Romano Romani Forti Gallis fortibus Hostibus publicus Citaat:
|
![]() |
|
@Gðmndr: zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Newbie wat betreft de term noob.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
![]() |
|
![]() |
Ok laten we eens zien.
Bij nemus weet ik niet zeker maar ik neem aan dat het 1ste rijtje mannelijk is. Densus ook neem ik aan. Corporum is nomina groep(onzijdig prullenbak groep), en is hierbij... mv genitivus. fortium is ook onzijdig, maar dan bijvoegelijk naamwoord fortis, en is dus goed. Hominum, stamt af van Homo. Ik denk Urbs groep(3de groep(man/vrouw)). Pulcher is ook 3de groep mannelijk. Hominum is gen meervoud. Pulchrum is acc. Ik maak er maar Pulchrorum van Itinere dulci. Itinere is abl ev oz(vorige opdracht). dulci is... hmmm dat woord ken ik niet Femina is 1ste groep. Fortis is 3de groep vrouwelijk. Feminas is in elk geval meervoud acc. Fortis is ev nom of ev gen. Ik maak er fortes van. Feminas fortes. Gallis Fortibus. Gallis kan waarschijnlijk ev, nom, mv zijn. Fortis in dat geval. Maar heb ik het fout, dan is het gewoon goed zoals het is. Hostibus publicus. Hostibus is dat, mv, oz(?) publicus is man, ev, nom. Ik maak publicus publicum ten eerste. Daarna maak ik er dat mv, van, ook wel publis. Hostibus publis? |
![]() |
||||||||
![]() |
Citaat:
![]() Citaat:
![]() Citaat:
![]() Schoonheidsfoutje: ‘pulcher’ is van de 1e/2e groep [pulcher/pulchra/pulchrum: mannelijke bvnw en znw verliezen nl. in de nom. ev hun uitgang, als de stam op -r eindigt: dus bonus/bona/bomum, maar ‘pulcher/pulchra/pulchrus’. Zo ook ‘fortis/fortis/forte’, maar ‘acer/acris/acre’. Een voorbeeld van znw: vir (mv viri), magister (mv magistri) faber (mv fabri)] Citaat:
Citaat:
![]() Citaat:
Citaat:
![]() Je analyse is prima: hostibus is dat/abl mv (mannelijk, maar de dat/abl is in het mv van alle geslachten gelijk, dus dat maakt in dit geval niet uit): de dat/abl mv is dus hostibus publicis (je had het bvnw geamputeerd, maar de uitgang [-is] is goed). Je hebt Nautae Romano & Romani Forti overgeslagen. Foei foei! Mocht je de smaak te pakken hebben, dan kun je de ev-vormen naar het meervoud zetten en andersom. Maar goed, dat is voor als je inmiddels verslaafd geraakt bent ![]() Je pakt het mooi op en je snapt het ook! Heel mooi. |
![]() |
|
![]() |
Nou heb ik nog een paar vragen over, voordat ik hardcore woordjes ga instuderen.
1. Kan iemand me uitleggen over hoe je ACI herkent, wat het nogal is, hoe je weet wat het subject en object- accusativus weet als ze beide acc zijn? 2. Kan iemand me een beetje uitleggen van een Participium is, hoe je het herkent, hoe je weet hoe je het precies moet vertalen? 3. Als je iets in de 3de naamval ziet(dat) moet je er altijd dan van uitgaan dat je er aan voor kan zetten? 4. Hoe kan je uitleggen waarom iets in het Perfectum, Imperfectum of praesens. Als er zoiets staat van, Jij sloeg mij... bla bla bla. Ik ben bang. Hoe leg je uit waarom dit nu in de praesens staat? 5. Hoe vertaalt men nou meestal Ablativus? 6. Kan iemand me uitleggen hoe je een Coniunctivus kan vertalen? En herkennen is toch met gewoon de uitgangen? Als iemand deze vragen kan beantwoorden, dan heb jij mijn eeuwige dank, aangezien de vragen voor mij nogal vaag zijn geworden(geweest) |
![]() |
|
![]() |
dat is gewoon meew. vw.(voor/aan)
perfectum is ik heb gelopen, imperfectum ik liep (plusquamperfectum had gelopen) praeses is gewoon ik loop ablativus is bijw. bep. , kan dus van alles zijn(in, op, tijdens, enz.) coniunctivus heeft niet echt een concrete vertaling voor zover ik het weet, meestal geeft het een speciale constructie aan, bij het vertalen van losse woorden staat er dan bij ons altijd boven dat je coniunctivus moet vermelden als dat (dat ik loop, dat ik liep enz.) coniunctivus heeft wel dezelfde uitgangen(altijd o/m s t mus tis nt, behalve perfectum dan), maar andere tussenstukjes, de precieze tussenstukjes weet ik niet meer(aangezien ik die grammaticastencils uit de 1e(en 2e) zo niet meer kan vinden, tenminste niet degene die er toe doen(was erg blij met de methode die we toen hadden, helaas hebben we die sinds de 3e niet meer, was een methode waarbij we gelijk al veel grammatica kregen, en alles, ook wat we nog niet hoefden te kennen, stond overzichtelijk in een schema) |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
A] Ik vind jou (acc/lvw) niet bij haar passen (infin). B] Ik vind, dat (!!) jij (nom/ow) niet bij haar past (pv: 2e ps ev). Valt je op, dat in zin [A] een accusatief staat in combinatie met een infinitief? Dat noem je nou een Accusativus cum Infinitivo-constructie. Je vertaalt hem als volgt in stappen: 1) de AcI vertaal je het best met een bijzin die ingeleid wordt met ‘dat’: 2) de accusatief van de AcI vertaal je in die dat-bijzin als onderwerp. 3) de infinitief vertaal je als PV: deze moet in je vertaling overeenstemmen met het onderwerp van je dat-bijzijn. Even in concreto: Jou -> dat jij Passen --> (jij) past En dan heb je hem. In het NLs komt de AcI alleen voor na het werkwoord vinden (‘menen, van oordeel zijn’), maar in het Latijn komt hij voor na verscheidene werkwoorden die iets betekenen van ‘menen, zeggen, denken’ etc. Voorbeeld: 4) Marcus mihi dicit te mendacia narrare - 5) Marcus zegt mij, dat jij(ow/subject) leugens(lvw/object) vertelt. Zoals je ziet, vertaal je de beide accusatieven ‘te’ en ‘mendacia’ met verschillende functies in je NLse dat-bijzin: ‘te’ vertaal je in die bijzin als subject (ow), maar ‘mendacia’ als object (lvw). Anders geformuleerd: de accusatief uit zin 4 interpreteer je als subject en wordt daarom subjectsaccusatief genoemd, terwijl ‘mendacia’ als object geïnterpreteerd wordt en om die reden objectsaccusatief genoemd wordt. NB: de “A” in de term AcI slaat altijd op de subjectsaccusatief: m.a.w. de AcI van zin 4 bestaat strikt genomen alleen uit de woorden ‘te’ en ‘narrare’. |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
In het Latijn heb je er 3 in het NLs 2. Waarschijnlijk heb je bij Latijn er 2 gehad nu: het PPA en het PPP. Het PPA (participium praesens actief) is een bvnw (gevormd van een werkwoord) dat net zo verbogen wordt als het bvnw ‘ingens’. Het eindigt in de nominatief ev voor alle geslachten op -ns, waarbij de stam -nt- is. Voorbeeld: dicens (dicent-is) - zeggend: de corresponderende NLse vorm is het "onvoltooide deelwoord". Het PPP (participium perfectum passief) is een bvnw (gevormd van een werkwoord) dat net zo verbogen wordt als het bvnw ‘bonus’. Het eindigt in de nominatief ev voor de 3 geslachten dus op -us/-a/-um. Voorbeeld: dictus/dicta/dictum - gezegd: de corresponderende NLse vorm is het "voltooide deelwoord". Om je uit te leggen hoe je het vertaalt, is nog al een uitvoerige bezigheid: welke lesmethode heb je voor Latijn? Als ik dat weet, kan ik je misschien gerichter helpen door naar specifieke pagina’s te verwijzen. |
Advertentie |
|
![]() |
||
![]() |
Citaat:
In het Latijn heb je er 3 in het NLs 2. Waarschijnlijk heb je bij Latijn er 2 gehad nu: het PPA en het PPP. Het PPA (participium praesens actief) is een bvnw (gevormd van een werkwoord) dat net zo verbogen wordt als het bvnw ‘ingens’. Het eindigt in de nominatief ev voor alle geslachten op -ns, waarbij de stam -nt- is. Voorbeeld: dicens (dicent-is) - zeggend: de corresponderende NLse vorm is het "onvoltooide deelwoord". Het PPP (participium perfectum passief) is een bvnw (gevormd van een werkwoord) dat net zo verbogen wordt als het bvnw ‘bonus’. Het eindigt in de nominatief ev voor de 3 geslachten dus op -us/-a/-um. Voorbeeld: dictus/dicta/dictum - gezegd: de corresponderende NLse vorm is het "voltooide deelwoord". Om je uit te leggen hoe je het vertaalt, is nog al een uitvoerige bezigheid: welke lesmethode heb je voor Latijn? Als ik dat weet, kan ik je misschien gerichter helpen door naar specifieke pagina’s te verwijzen. |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
Laat ik maar een gok wagen: Perfectum: beschrijving van een handeling uit het verleden als momentopname. Non mendacia dixi - ik heb geen leugens verteld. Imperfectum: beschrijving van een handeling uit het verleden als momentopname. Heri totam noctem saltabamus et celebrabamus - gisteren waren wij de hele nacht aan het dansen en feesten. Praesens: A) beschrijving van een handeling uit het heden. B) beschrijving van een handeling uit het verleden als ‘ooggetuigenverslag’ in het heden om zo een levendig effect te bereiken - dit komt alleen in verhalen voor. A) Cur pater abit? Waarom gaat pa weg? B) Tum Dido Aeneam abeuntem lacrimans videt. Toen zag Dido huilend Aeneas wegvaren! |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
De conjunctief heeft de actieve uitgangen m/s/t/mus/tis/nt en de passieve uitgangen r/ris/tur/mur/mini/ntur. In het praesens vormen e-/i-/medeklinkerstammen hun conjunctief met een “a” en a-stammen met een “e”: terream/terrear - dicat/dicatur - audiant/audiantur - voces/voceris. In het imperfectum worden de uitgangen aan een vorm gehangen die overeenkomt met de (actieve) infinitief: terrēre-m/terrēre-r, dicere-t/dicere-tur, audire-nt/audire-ntur, vocare-s/vocare-ris. Vertaling: In een bijzin vertaal je de conjunctief vaak als een indicatief (de conjunctief wordt door bepaalde onderschikkende voegwoorden veroorzaakt - dit zijn dan ook de OSVW die zo’n bijzin inleiden): Haec omnia tibi sribo, ut melius scias - ik schrijf al deze dingen voor jou, opdat jij het beter weet. Cum pater non domum veniret, mater metuere incepit: aangezien vader (maar) niet thuiskwam begon moeder te vrezen. In een hoofdzin drukt de conjunctief uit: 1) wens Mox fiant illa omnia - mogen al die dingen gauw gebeuren! 2) mogelijkheid Dicat aliquis te mendacia narrare - iemand zou kunnen zeggen, dat jij leugens vertelt. 3) zelfaansporing (1e ps) Abeamus quam celerrime - laten we zo snel mogelijk vertrekken! 4) aansporing voor anderen (3e ps) Taceat iste vir - laat die man z’n bek houden! 5) verbod (2e ps na ‘ne’) Ne semper mendacia dicas - lieg niet altijd zo! Dit is wel erg kort samengevat, maar in grote lijnen loopt het zo. |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
En bij welk hoofdstuk zijn jullie? |
![]() |
|
![]() |
Wij zijn tot hoofdstuk 21...
Kan jij misschien een paar zinnen vertalen, en opschrijven hoe je het doet? Dus de stappen die je ondergaat? Want dan kan ik misschien zelf ook op die manier denken, tijdens het vertalen. 1. Vos, mihi obtemperantes, plurima proelia secunda fecistis et omnem Galliam Germaniamque pacavistis! Ik vertaal het op deze manier met de volgende stappen: Jullie(vos is jullie) terwijl jullie mij gehoorzaamden (aan) mij, deden jullie vele gunstige gevechten( plurima= vele, proelia is mv oorlogen, secunda: gunstig, alleen snap ik niet waarom ik dit verbindt aangezien het twee verschillende geslachten zijn) en jullie onderwierpen heel Germanie en Gallie( pacavistis is perfectum en meervoud van paco, onderwerpen, en omnem is accusativus, en dus lijdend voorwerp.) 2. Conclamantes milites dixerunt se paratos esse imperatorem suum ab iniuriis defendere. Ik vertaal het zo: Terwijl(participium) de soldaten schreeuwend zeiden(perfectum) dat zij gereed waren(ik vertaal het als perfectum, ik weet niet of het mag), beschermde(ook perfectum vertaalt) de keizer/bevelhebber hun van de(iniurii is meervoud dat of abl) onrechten 3. Paulum consistens ac totam rem reputans, comitibus dixit: Terwijl weinig gingen staan(participium) en zij het gehele zaak overdachten, zei de comitee: 4. Pugnatum est summa vi. Kan je me tips misschien geven?? Dankje wel in elk geval, al doe je het niet. In elk geval, bedankt!! Laatst gewijzigd op 04-03-2010 om 16:38. |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
Vos(1), mihi(3) obtemperantes(1/+3), plurima(4) proelia(4) secunda(4) fecistis et omnem(4) Galliam(4) Germaniamque(4) pacavistis! Die “[1/+3]” bij optemperantes houdt in, dat het participium zelf in de 1e naamval staat, maar daarnaast een 3e naamval veroorzaakt (=mihi) Mijn vertaling wordt net als die van jou: “jullie hebben, mij gehoorzamend/terwijl-doordat-omdat jullie mij gehoorzaamden/uit gehoorzaamheid aan mij zeer veel gunstige/succesvolle gevechten/slagen geleverd en heel Gallië en Germanië onderworpen” Let erop: multus = veel, plus = meer, plurimus = zeer veel/(de) meest(e). Secunda, plurima en proelia staan in het onzijdig meervoud, 4e naamval! Nom. ev = unum proelium secundum : één gunstig gevecht. Je vertaling gaat dus goed. |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
NB: de infinitieven heb ik cursief gezet. NB: er staat een ACI in deze zin: A = se I = paratos esse. Samen-schreeuwende zeiden de soldaten bereid/gereed te zijn (om) hun(-eigen) bevelhebber/keizer te beschermen/verdedigen (infinitief, géén pv!) voor/tegen onrecht(en). Let op: “terwijl” mag je alleen vertalen met ‘conclamantes’, omdat dát het participium is. Je mag niet vertalen ‘terwijl zij schreeuwend zeiden’, want kijk maar: Schreeuwend zeiden zij = terwijl zij schreeuwden, zeiden zij. M.A.W.: het ptc vertaal je vaak het best met een bijzin! |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
Let goed op je naamvallen en waarmee wat congrueert! Letterlijk staat er: Kort/eventjes blijvende-staan en de hele zaak overdenkende aan/tegen de metgezellen hij zei. Dat wordt dus: Terwijl hij kort bleef staan en de hele zaak overdacht, zei hij tegen zijn metgezellen: “xyz”. |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
Gevochten is (er) met zeer hoog/hoogst geweld/kracht/inzet. = Er is (“werd” mag evt. ook) met zeer veel geweld/kracht/inzet gevochten Tips: maak duidelijk onderscheid tussen PV, Infinitief en PTCipium. Let bij de PTCia heel goed op naamvallen want dat bepaalt wat je waarmee moet laten congrueren. Kijk maar. Filiam(4) sedens(1) ad+4 mensam(4) consolet mater(1). Zittend aan de tafel troost de moeder haar dochter. Maar: Filiam(4) sedentem(4) ad+4 mensam(4) consolet mater(1). Moeder troost haar dochter, terwijl zij(deze = de dochter) bij de tafel zit. Of: Moeder troost haar dochter die bij de tafel zit (dit zou betekenen dat ze meerdere dochters heeft). Vertaal zo mogelijk eerst het meest letterlijk en bouw er daarna een mooie NLse zin uit. Ik zie jou[A] hele mooie vertalingen maken[I] (ACI!!!), maar ook hier en daar slorigheden begaan en als jij die afleert, dan ga jij mooie vertalingen maken, schat ik in. Veel succes! |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
Als namen eindigen op -us, gaan ze als ‘dominus’ - Pontius, Pontii, Pontio, Pontium, Pontio, Ponti (vocatief). Als namen eindigen op -a, gaan ze als ‘puella’ - Cleopatra, Cleopatrae, Cleopatrae Cleopatram, Cleopatra. Als namen anders eindigen (zoals b.v. Caesar), dan gaan ze volgens de 3e verbuigingsgroep [“urbs”] en moet je de genitief in een woordenboek zoeken: Caesar Caesar-is Caesar-is Caesar-em Caesar-e Caesar (bijna altijd geldt: vocatief = nominatief) Woorden als dominus hebben een voc. op ‘-e’: dominus, domine. Woorden als filius hebben een voc. op ‘-i’ (m.a.w. ze verliezen die ‘-e’) filie -> fili. Het woord ‘meus’ heeft als vocatief ‘mi’: dus meus filius -> o mi fili! |
![]() |
|
![]() |
Hey gommndr, enorm bedankt voor al je hulp. Mijn proefwerk vertalen, daar heb ik een 8,2 voor gekregen, en zonder jou lukte dat echt niet! Je mag blij zijn ove rjezelf! Nu alleen nog me Grieks een beetje verbeteren. Maar dat lukt me wel als ik veel ga oefnen met vertalen. Heeft iemand nog tips voor werkwoorden benoemen, en een goede site om teksten in een boek na te kijken?
|
![]() |
|
![]() |
jé, wat goed gedaan!
wat sta je nu en wat stond je voor Latijn? je kunt voor het controleren van vertalingen hier terecht: http://www.latijnengrieks.com en mocht je vragen over Grieks hebben, dan stel je die evt. ook maar. ik kan ook wel wat Grieks. |
![]() |
|
![]() |
Ok,
1. Waarom is het zo dat terwijl de 3de persoon enkelvoud imperfectum, de uitgang e ![]() 2. Hoe weet je of een jullie vorm imperativus is als het allebei hetzelfde uitgang heeft? 3. Kunnen er meerdere datieven met hun eigen functie zijn? |
![]() |
|
![]() |
Wow gast
zeer bedankt! Nou is er nog iets Bij sommige zinnen wordt het aoristus gebruikt, terwijl je het in de tegenwoordige tijd vertaalt. Mis ik iets? En hoe kan je het best de aoristus en de imperfectum nou het best vertalen, zodat je weet welke wat is? Nog 1 ding: kan je bij dativus ook vertalen met voor of door? Want soms staat er zoiets als ;hij is vermoord achilli(zoiets) en er staat geen andere woord bij, en je Achilles is dan dativus. |
![]() |
|
![]() |
Ik snap het weer, thnx. Alleen, waarom wordt er soms een werkwoord in de aoristus gebruikt zonder augment, als je de praesens werkwoord stam ook kan gebruiken. Waarom bijvoorbeeld gebruik je aoristus bij een imperatief werkwoord, als je net zo goed een praesens kan gebruiken?
Waarom wordt de ene keer een aoristus gebruikt, en de andere keer opeens een imperatief? Dat is alles. Dankje! |
![]() |
|
![]() |
Je vraag is, als ik hem goed begrijp: ‘wat is het verschil dan tussen een aoristosimperatief en een praesensimperatief?’, toch?
Wel, alle vormen van de praesensstam drukken ‘voortduren’ uit, terwijl alle vormen van de aoristosstam ‘eenmaligheid’ of ‘voltooiing’ uitdrukken. Dus het verschil tussen b.v. A) ‘ἀναχώρει’ en B) ‘ἀναχώρησον’ [beide van het w.w. ἀναχωρέω - omhooggaan] zit ‘m dan hierin, dat vorm * A [van praesens] uitdrukt dat iemand door moet gaan met klimmen (terwijl deze daar al mee bezig is) en je zou het dus in een overdreven geval kunnen vertalen met ‘da door met klimmen!’, * terwijl vorm B [van aoristos] uitdrukt, dat het bevel als een concrete, beknopte, éénmalige handeling wordt opgedragen: ‘klim! ga omhoog!’. Ander voorbeeld: als iemand vertelt, dat hij een leuke vakantie heeft gehad en je wilt iemand aansporen om zijn verhaal te doen, dan zou een Oudgriek eerder de imperatief van het praesens gebruiken [λέγε] om daarmee te bedoelen ‘doe je verhaal’. Maar als iemand iets van je verstopt hebt en je zet deze persoon klem tegen de muur en geeft hem de opdracht je te vertellen, waar die je spullen verstopt heeft, dan zou een Oudgriek ‘εἰπέ’ gebruiken om daarmee uit te drukken ‘vertel op!’. In de meeste gevallen valt dit nuanceverschil in het NLs niet uit te drukken, maar in sommige gevallen leidt het eenmalige of plotselinge karakter van de aoristosstam ertoe, dat werkwoorden in de praesensstam anders vertaald worden dan hetzelfde werkwoord in de aoristosstam. Zo betekent het praesens van ἔχω ‘hebben/houden’, terwijl de aoristosvormen (van de [onregelmatige] stam -σχ-) alle vormen ‘krijgen’ betekenen. Dus, σχέτε τὴν χωλέραν = krijg de klere!, maar ἔχετε τὴν χωλέραν = hou de klere! En zo ook: Πολὺν πλοῦτον ἔχειν βούλομαι = ik wil veel rijkdom hebben/bezitten. Πολλὰ δῶρα σχεῖν βούλομαι = ik wil veel cadeaus krijgen. Πολλὰ δῶρα εἶχον = ik had/bezat veel geschenken. Πολλὰ δῶρα ἔσχον = ik kreeg/heb.. gekregen veel geschenken. Hieruit valt af te leiden, dat sommige werkwoorden eigenlijk niet in een praesens imperatief voorkomen kunnen: ἀπόθνῃσκε zou dan b.v. betekenen ‘wees aan het sterven’ of ‘lig op je sterfbed’, terwijl je eigenlijk tegen iemand op wie je gruwelijk boos bent, het liefst zegt ‘ἀπόθανε’ [val dood!]. |
![]() |
|
![]() |
Awesome!!! Gommndr, ik heb dus laatst mijn Grieks proefvertaling teruggekregen, en ik heb de hoogste cijfer in de klas. Vooral met jou hulp. Ik heb een 9,9 als cijfer gekregen, omdat ik iets extra's had opsgeschreven dat ik per se hoefde op te schrijven.
Nu wacht ik nog op mijn grammatica SO. Moet je je voorstellen; na twee keer een 1 gehaald te hebben op zulke proefvertalingen, en na wat hulp van deze gast krijg ik een 9,9... amazing |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() |
![]() |
|
![]() |
Zo, gefeliciteerd: dat heb je echt super gedaan
![]() Ik wist niet dat je daarvoor 1’en gescoord had, maar dan nu ineens een 9,9 is ook bijna niet te geloven. Ben benieuwd hoe je leraar keek ![]() Ik ben ook benieuwd naar wat dat extra was, wat je geantwoord hebt. Ik vind het knap hoe je er mee bezig bent gegaan, terwijl je er blijkbaar toch niet zo rooskleurig voor stond. Dat vind ik karakter en alleen daarom al is dat cijfer je van harte gegund. Als je met net zo veel karakter je best blijft doen, komt het meer dan goed. Leuk dat je nog kwam vertellen hoe het gegaan is! |
Advertentie |
|
![]() |
|
|