de omheining van week prikkeldraad
vertraagd slechts het eigen verraad
scènes vol herhaling van verloren wil
kaatsen tegen randen van splinters
de weemoedige geur van angstgeel
nestelt zich diep in smaakpapillen
het hart te hoog om te kloppen
dreunt zachtjes na in de schedel
schichtige ogen verdwijnen in blauw
in de pupillen slechts herinnering
de warrelend geweven levensdraad
krult zich om een maagdelijke prooi
dichterbij rollend om afgesleten vingers
klaar voor de volgende verlating
zuchtend wordt de draad ontrold
wangen trekken zich tevreden op
aan wonden die de prooi achterlaat
afstand lijkt het beeld te verheerlijken
dat zoveel walging opgeroepen heeft
meerdere prooien volgen elkaar op
de onschuld neigt naar massamoord