Advertentie | |
|
15-08-2003, 15:42 | |
Enkele hoofdstukken na elkaar:
----------------- 12 Nog altijd ijsbeert Eva door het huis. Wat is hier toch verkeerd? Ze denkt terug aan het moment, daarstraks, toen ze zaten te babbelen op de lege speelplaats. Muziek! Hoe kan ik dat nu vergeten? Vliegensvlug sprint ze naar boven, haalt enkele cd’s uit haar verzameling en holt terug naar beneden. Enkele seconden later weerklinkt Bob Dylan’s doorrookte stem door Eva’s huiskamer. “Ziezo.” Peter denkt nog eens goed na en herinnert zich dan opnieuw wat Eva zei: het eerste kruispunt na het benzinestation links, en niet rechts. Peter draait linksaf en bekijkt het eerste huisnummer dat voor zijn ogen verschijnt: 156. Nummer 202, da’s nog een 20-tal huizen verder, zo rekent hij. Na een kort sprintje bereikt hij het juiste huis. Ondanks alles is hij allerminst zenuwachtig. Toch zucht hij nog een keer goed, en belt dan aan. Hij hoort hoe de muziek binnen wordt zachter gezet, en hoe het slot wordt ontgrendelt. De deurbel doorbreekt Dylan’s stem. Eva schrikt op en kijkt op haar uurwerk: vijf voor zes. Dat hij hier vroeger is dan afgesproken kan alleen maar een goed teken zijn. Eva zet de muziek stiller en wandelt naar de voordeur. Ze draait de sleutel twee keer in tegenwijzerzin en opent de deur. Voor haar verschijnt een jongen die al maanden in haar hoofd spookt. Niet alleen de voorbije weken op school, maar ook de maanden die eraan vooraf gingen toen ze hem herhaaldelijk door de stad zag fietsen of wandelen. Altijd al had ze geweten dat hij het was. “Hai,” begroet Peter Eva opgewekt. “Hallo! Kom binnen!” Peter betreedt het huis. “Geef maar je jas, dan hang ik hem aan de kapstok in de hal.” Hij geeft zijn jas aan Eva, en die loopt ermee naar een kamer die verder onzichtbaar is voor Peter. “Goeie keuze!” roept Peter. “Wat bedoel je?” vraagt Eva, die terugkomt uit de aanpalende kamer, nu zonder jas. “De muziek!” “Oh, dat,” lacht Eva. “Ja…” stamelt Peter. Hij staat er wat onwennig bij. “Wil je wat drinken?” “Oh…ik…” “We hebben water, cola, limonade, bier?” “Geef me maar een glaasje water dan.” “Ok.” En ze verdwijnt naar de keuken. “Ga maar gerust ergens zitten hoor,” roept ze. Peter gaat aan tafel zitten, neemt zijn rugzak die hij daarstraks op de grond legde en haalt zijn papieren boven. Hij legt ze naast die van Eva (die al klaarliggen) en kijkt wat dwaas voor zich uit. Eva komt terug uit de keuken met een glas water en een glas cola. Ze zet ze beiden op tafel en gaat naast hem zitten. Ze ziet de papieren voor de opdracht die Peter al heeft bovengehaald. Waarom moet alles zo vlug gaan? Waarom liggen die verdomde papieren voor die opdracht al klaar? “Ik stel voor,” doorbreekt Peter de stilte, “om ons werk te starten met de mededeling dat we bij het samenkomen – vandaag dus – de goede muziek, die op dit moment draait, een mooie metafoor vinden voor onze gezamenlijke liefde voor muziek.” Na dit gezegd te hebben kijkt hij vragend naar Eva. Die kijkt terug, recht in zijn ogen. Als ze niet snel genoeg had weggekeken was ze waarschijnlijk gesmolten. “Ja, schitterend idee.” “Ok, dan schrijf ik het op. Weet je, ik wil gerust heel het werk intikken op de computer. Laten we gewoon zorgen dat alles wat we nodig hebben voor de opdracht vandaag in kernwoorden op papier staat, dan typ ik het morgen wel uit in een mooie doorlopende tekst, en op die manier zal die opdracht vlug afgewerkt zijn.” Eva lacht aarzelend. Opdracht vlug afgewerkt? Die opdracht moet zo lang mogelijk duren! “Ok?” “Ja, goed.” “Ok dan. Over film moeten we het ook nog hebben. Dat kan ook nog in de inleiding. En daarna overlopen we nog al die puntjes over die filosofen, dan breien we er nog een melig slot aan toe, en klaar is kees.” “Ja, zo simpel is het.” Hij knikt instemmend. “Welke filosoof is jouw favoriet, als je er al één hebt?” wil Peter weten. “Het is niet echt origineel, maar toch: Nietzsche.” “Echt waar?” “Ja.” “We lijken nog meer op elkaar dan gedacht!” Eva fleurt op. “Ik ben, om het zo maar te zeggen, ‘fan’ van Nietzsche!” “We zijn geboren partners! Voor die opdracht…” “Hehe, ja,” lacht Peter. Eva is op slag terug vrolijk en schuift haar stoel wat dichter bij die van Peter. Die lijkt niets te merken. “Nooit gedacht dat ik nog zo’n gelijkgestemde zou ontmoeten.” “Ja, ik ben blij dat ik naar het Amandelcollege gekomen ben, al die fijne mensen die er zijn, echt een verademing.” Zou hij mij bedoelen? Ja tuurlijk wel. Eva weet niet zeker of dit een hint was. “Maar om terug te komen op Nietzsche. Weet je wat ik zijn favoriete theorie vind? Diegene die zegt dat niets echt de moeite waard is als je er niet hebt voor moeten vechten. Dat klopt wel voor mij. Ik heb de voorbije weken moeten vechten, maar ik heb de laatste dagen de indruk dat ik ervoor beloond zal worden.” Als dat geen hint is, dan weet ik het ook niet meer, grinnikt Eva bij zichzelf. “Ja, die theorie ken ik, en het is waar.” “Maar goed, laten we nu maar aan die opdracht beginnen.” “Ja!” lacht Eva, wrijvend in haar handen. Een half uur werken ze naarstig aan hun opdracht. Vaak lachend en giechelend. Eva geraakt meer en meer in een trance die haar adrenalinepeil doet stijgen tot een nooit gezien peil. Ze schuift haar stoel nog wat dichter bij die van hem. Plots kijkt Peter op en ziet op het uurwerk aan de muur dat het al kwart voor zeven is. “Oh, is het al zo laat. Ik denk dat we alles hebben voor de opdracht? Ik moet er dringend vandoor.” Voor Eva antwoord kan geven, staat Peter op, gaat zelf naar de hal, komt terug met zijn jas in de hand, neemt zijn rugzak en loopt in de richting van de voordeur. “Ik moet echt dringend weg,” verklaart hij zenuwachtig. Eva meent zelfs te zien dat hij staat te trillen op zijn benen. “Ik vond het leuk,” zegt Eva met een hese stem. “Ja ik ook,” antwoordt Peter, met een starre blik op het uurwerk gericht. “Het werk wordt prima. Als ik morgen bij het uittypen nog iets tekort heb, bel ik wel even. “Ok, heb je mijn numme…” “Ja, geef vlug je nummer.” Eva schrijft haar telefoonnummer op een briefje en reikt haar hand uit. Peter steekt op zijn beurt zijn arm uit, en neemt het briefje in ontvangst. Bij de korte aanraking van elkaars vingers, wordt Eva warm vanbinnen. Verliefde trien, lacht ze bij zichzelf. Peter staat wat onwennig met de deurklink in zijn hand. Eva komt dichter. “Tot ziens.” “Ja, tot ziens.” Peter geeft haar nog vluchtig een afscheidskus op haar wang, draait zich om en opent de deur. Als hij wegfietst wuift hij nog even. “Daag!” “Daag!” Als Eva terug naar binnen gaat, beseft ze plots dat Peter daarnet wegfietste langs een andere weg dan diegene waarlangs hij hiernaartoe kwam. Hij kent de stad wellicht beter dan ik, redeneert ze. Ze gaat in de zetel liggen. Op de achtergrond speelt nog altijd Dylan. Waarom werd hij plots zo zenuwachtig? Hij heeft wellicht strenge ouders, en moest waarschijnlijk voor zeven uur thuis zijn. Misschien werd hij ook wat ongemakkelijk door het feit dat ik plots intiemer werd. Waar haalde ik in feite dat lef vandaan? Hij is alvast meer verlegen dan ik. Leuk is dat. En dan dat herhaaldelijk vernoemen van onze gelijkenissen, en die kus op het einde… Eva zwijmelt weg, ze valt in slaap met een brede grijns op haar gezicht. ’t Kan verkeren. 13 Peter wordt gewekt door de zoveelste voorbijrazende trein. Verschil is dat hij die trein vandaag niet vervloekt. Hij gaat wat rechtop zitten, zijn handen onder zijn kussen. Hij is gelukkig. Gisteren is gebeurd waar hij al zolang naar verlangde. Wat is ze toch een prachtmeid. Mooi én intelligent, zo vaak kom je ze niet meer tegen dezer dagen! Misschien was ik wat verlegen, maar dat vond ze duidelijk niet erg. En dan die kus, waar ik al zo lang op wachtte… Peter durft het bijna niet te denken, maar hij doet het toch. Hij heeft iemand gevonden waar hij zich even goed bij voelt als destijds bij Wim. Hij kijkt terug door het raampje en fluistert: “Dank je Wim,” in plaats van ‘sorry Wim’. Hij weet immers dat Wim niets liever wil dan dat Peter gelukkig wordt. En dat is hij. Eva doet haar jas aan. Ze stapt de trap af. Sinds gisteren zit ze vol energie. “Wat ga je doen?” vraagt Eva’s moeder vanuit de keuken. “Naar de bibliotheek, moet ik op tijd thuis zijn voor het eten?” “We eten niet, ik ben te moe om eten klaar te maken.” “Natuurlijk,” mompelt Eva, niet eens geërgerd. Niets kan haar vandaag uit haar diepgaande euforie halen. “Ok!” roept Eva nog, voor ze de deur achter haar dichtslaat. Aangekomen in de bibliotheek loopt ze in één ruk door naar de afdeling romans. “De ‘k’, de ‘k’…” mompelt ze. “Ah, hier! Milan Kundera, jou moet ik hebben!” Zonder nog naar de rest van de boeken om te kijken loopt ze naar de balie. Als het haar beurt is, geeft ze lachend haar boek aan de bibliothecaris. “De ondraaglijke lichtheid van het bestaan, prima keuze meisje,” feliciteert de bibliothecaris haar. “Dank je,” bloost Eva. Ze krijgt het boek terug uit de handen van de kalende bibliothecaris en haast zich terug naar buiten. Het duurt allicht nog tot maandag voor ze Peter terugziet, ofwel telefoneert hij nog. Ondertussen heeft ze nog altijd dit boek om enigszins ‘geestelijk met hem in contact te bijven’. Niet dat het zonder dit boek niet zou lukken. Eva kan maar aan één ding, aan één persoon denken. En dat is vast en zeker ook omgekeerd zo. 14 Maandagochtend, acht uur. Eva wandelt voor de miljoenste keer door de schoolpoort. Wat anders is vandaag, is het feit dat ze dit keer blij is dat ze erdoor mag wandelen. Zou hij er al zijn? Vast wel. Ze wandelt verder over het paadje. In het fietsenhok ziet ze hoe Freek, Nathalie en Cindy opgewonden met elkaar staan te tateren. Nathalie zwaait wild met haar armen in de lucht. Freek en Cindy moeten lachen. “Hé, Eva! Heb je het al gehoord?” roept Freek haar toe. “Wat?” Eva loopt goedgemutst naar het drietal toe. “Wel,” zo begint Nathalie, “dat het dit weekend het weekend der liefde was?” “Ja,” zo onderbreekt Cindy haar vriendin, “maar liefst drie nieuwe koppeltjes in onze klas, en dat in één weekend!” “Oh,” zegt Eva oprecht geschrokken, denkend: ik was dus niet de enige dit weekend. Van deze gedachte moet ze even lachen. “Waarom lach je?” “Zomaar, maar vertel eens, wie zijn die koppeltjes.” “Loes en Frederik, Koen en Lies, Marie en Jeroen!” roept Cindy uit. “Ja, die zaten er aan te komen,” meent Eva. “Je bent er nog twee vergeten hoor!” schreeuwt Jasper, die op het groepje komt afgelopen. “Wat bedoel je?” vraagt Cindy opgewonden. “Ik bedoel dat er dit weekend niet drie, maar vier nieuwe koppeltjes zijn.” “Wie dan?” vraagt Nathalie ongelovig. “Komaan, zo moeilijk is het niet, het zit er al weken aan te komen.” Freek fronst zijn wenkbrauwen. Ook Cindy pijnigt die weinige hersenen van haar. Plots springt ze op. “Is het misschien…Peter…en…” Eva verstart. Haar ogen worden hol, haar benen worden leeg, ze moet even leunen tegen een paal. “Ja…zeg maar verder, je bent juist…” zegt Jasper. “Elke en Peter!” Eva neemt nu de paal met beide handen vast. Ze wordt duizelig. Ze voelt tegelijkertijd langs voor én langs achter een mes in haar lichaam ploffen. Een seconde later nog een derde mes, nu recht in haar hart. Ze laat haar hoofd tegen de paal kletsen. Dit kan niet waar zijn. Ze begint te hoesten, ze voelt haar ontbijt opkomen. Ze loopt het grasveld in, naast het fietsenhok. Achter een paar struiken, waar niemand haar kan zien, kotst ze haar hele maag leeg. Ze staat voorovergebogen met haar handen op haar knieën. Ze wordt kwaad. Ze ziet het hoofd van Elke in haar gedachten voorbijflitsen. Ze wordt woedend, razend. Ze slentert als een zombie terug naar het groepje, dat nog ineens niet gemerkt heeft dat Eva zojuist even verdween. “Ja, echt waar,” zo is Jasper bezig met vertellen, “hij heeft het me daarnet verteld. Hij zei dat hij vrijdag nog met haar naar de bioscoop geweest is, naar de voorstelling van acht uur. En daar is het gebeurd” Nog nadat hij bij mij is geweest! Zo beseft Eva direct. Ze draait zich om en kijkt in de richting van de speelplaats. Ze ziet Elke lopen. Eva twijfelt niet en zet zich in beweging, dat mens moet en zal kapot! Als Elke de bocht omdraait verliest Eva haar enkele seconden uit het oog. Een moment later komt ook Eva rond de hoek gelopen. Ze ziet Elke. Ze ziet Peter. Ze ziet kussende lippen. Ze ziet haar doodsvonnis. Ze draait zich om, en loopt, loopt zo vlug dat ze niet eens beseft dat haar boekentas nog in het fietsenrek ligt. “Hé, Eva!” roept Jasper die nog altijd in het fietsendepot staat. “Je boekentas!” Maar ze hoort niets. Ze voelt enkel. Messen en scharen, diep in haar hart. 15 Eva loopt nog altijd. Ze is van school rechtstreeks, in één ruk, naar huis gelopen. Negen kilometer. Ze verkeert in een trance, nog altijd beseft ze niet dat haar boekentas nog ergens in het fietsendepot ligt. Ze weet maar één ding, en dat is dat ze de voorbije dagen en weken in een droom geleefd heeft, dat ze zichzelf hopelijk belachelijk heeft gemaakt, dat ze hetgeen waar ze ál haar hoop heeft opgezet kwijt is, dat ze voorgoed verloren is. Hijgend komt ze langs de achterdeur binnen. Gelukkig is er niemand thuis. Ze loopt nog altijd, door de keuken, huiskamer, de trap op. Aangekomen in haar kamer houdt ze eindelijk halt. Ze laat zich vallen op haar bed. Terwijl ze zit uit te hijgen kan ze langzaam maar zeker weer helder denken. De ontlading. De tranen komen op. Luttele seconden later weent ze tranen met tuiten. Ze begint te janken als een pasgeboren veulen dat nergens haar moeder kan vinden. Nog altijd die snijdende messen in haar lichaam. Ze heeft zo’n pijn, zowel mentaal als geestelijk. Op éénzelfde dag heeft ze haar nog nooit zo gelukkig én ongelukkig gevoeld. Ze rolt uit haar bed en gaat op haar knieën op de grond zitten. Ze begint hevig met haar gebalde vuisten op de vloer te kloppen. Ze weet met haar pijn geen blijf. Wat moet ik nou doen? Ik heb niemand, niemand godverdomme. Ze schreeuwt het uit. Niemand! Ik haat het! Ik haat iedereen! Niemand, zelfs geen vader, geen moeder! “Iedereen!,” schreeuwt ze uit met een hese stem. Opnieuw begint ze te snotteren. Haar nieuwe blousje is doorweekt door haar traanvocht. “Dit ben ik nog expres gaan kopen voor hem!” Het scenario van de voorbije weken, en vooral van de voorbije dagen, speelt zich voor de zoveelste keer af in haar hoofd. Hij is, nadat hij hier bij mij geweest, nog met haar naar de bioscoop gegaan! Daarom moest hij zo plots weg! Daarom werd hij plots zo zenuwachtig. Daarom riep die trut vrijdagavond: ‘tot straks!’. Daarom. Waarom? Eva staat op en gaat op haar bureaustoel zitten, in het midden van de kamer. Ze moet terug denken aan die avond in het gemeentehuis. Daar begon het allemaal; mijn goede bedoelingen. Eva sluit even haar ogen. Goede bedoelingen? Welke goede bedoelingen? Wat waren mijn bedoelingen? Mijn bedoelingen waren om leuke mensen te leren kennen en onoppervlakkige contacten te creëren. En hoe heb ik dat gedaan godverdomme? Door mij oppervlakkig te gedragen. Door om te gaan met Frederik, Koen, Lies en ander strontvolk! Kan het godverdomme nog onlogischer? Waar ben ik mee bezig geweest? In de klas hield ik me bezig met proppen papier smijten. Wat moet Peter wel van mij gedacht hebben? En Elke dan, het stille meisje. Altijd op de achtergrond. Ze gedraagt zich godverdomme zoals ik vroeger was. En nu is zij samen met Peter. Kan het verdomme nog sarcastischer? Eva begint opnieuw te huilen. Ze schuift haar bureaustoel tegen haar bureau. Ze ziet het boek liggen. De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. “Inderdaad,” fluistert ze, “ondraaglijk.” Ze opent een lade in haar bureau en haalt er enkele witte, lege papieren uit. “Ik ben stront,” herhaalt ze. “Bier drinken in het gemeentehuis, mijn eigen persoonlijkheid wegschuiven om vriendjes te maken, stoer doen om zo de jongen van mijn dromen te ontlopen. Iemand als Peter kijkt daar los doorheen. Een meeloper met de zogezegde stoere bende, dat was ik voor hem, en gelijk heeft hij. Hij verdient niet beter dan Elke. Met mij kan hij niets aanvangen. Hij is oprecht, eerlijk en vooral: echt. Ik ben alles, maar dan ook werkelijk allesbehalve ECHT.” Ze neemt een pen en begint te schrijven. 16 De rij van de klas waar Eva ook een volwaardig lid van is, zet zich in beweging. Jasper zeult twee boekentassen mee. “Van wie is die boekentas Jasper?” “Van Eva meneer, ik zag haar vanochtend als een gek de school uitlopen, ze heeft haar boekentas laten liggen. Ze is nog altijd niet terug, ik heb haar tas dan maar meegenomen.” “Goed, vriendelijk van je. Als ze dit lesuur niet terugkeert, moet je de tas maar naar het secretariaat brengen, zij weten er wel raad mee.” “Ok meneer.” De klas begeeft zich naar lokaal 14. Het lokaal waar het allemaal begon voor Peter, en waar het nu allemaal opnieuw begint. Frederik zit naast Loes, Koen naast Lies, Marie naast Jeroen, Peter naast Elke. Die kijkt verliefd in zijn ogen. “Laat ik beginnen met het ophalen van de opdrachten,” zo steekt meneer Devries van wal. Peter haalt de opdracht uit zijn rugzak. Hij kijkt even om zich heen, maar kan nergens Eva vinden. “Peter en Eva!” zegt Devries. Peter loopt naar het bureau van Devries en legt het werk voor hem neer. “Weet jij soms of Eva ziek is?” vraagt Devries hem. “Nee meneer, ik heb haar vrijdagavond nochtans nog gezien, toen leek ze nog vrij gezond.” “Ok dan. Elke en Jeroen!” Elke loopt naar voor met haar werk, ze passeert langs Peter en kijkt diep in zijn ogen. Die lacht verliefd tot over zijn oren terug. “Grote liefde,” fluistert Cindy tegen Nathalie. “Ja, zeg dat wel.”
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.
|
15-08-2003, 15:45 | |
17
Kwart voor zes. Eva’s moeder komt thuis. “Eva, waar ben je!” Geen antwoord. “Eva, kom tevoorschijn. De school heeft vandaag herhaaldelijk gebeld op mijn mobieltje om te vragen waar je was. Ga je nu nog beginnen te spijbelen ook?” roept Eva’s moeder nijdig. Ze wandelt de trap op. “Eva? Ik weet dat je hier bent, ik hoor muziek in je kamer, en dat is heus niet voor de muren bedoeld!” Geen antwoord. Ze wandelt naar de badkamer. Niemand. Misschien in haar kamer? Eva’s moeder wandelt naar Eva’s kamer, als ze de deur opendoet ziet ze in de rechterhoek een opgemaakt bed. Op haar nachtkastje een spelende radio. Ze wendt haar blik naar links en ziet… Ze ziet een paar bengelende voeten en onderbenen. Langzaam kijkt ze op. Een touw, een lus, een levensloos, bengelend lichaam. Eva’s moeder gilt de ziel uit haar lijf en rent naar beneden, bijna valt ze van de trap. Ze opent de voordeur en rent de straat op. Een auto kan ternauwernood een aanrijding vermijden. Voor de chauffeur zijn woede kan uiten is ze al uit het zicht verdwenen; ze loopt, loopt als nooit tevoren, in de tegenovergestelde richting als haar dochter, enkele uren geleden. In Eva’s kamer weerklinkt nog altijd muziek. ‘The smiths’. Op Eva’s bureau ligt een stapel papieren waarop allerlei losse zinnetjes staan genoteerd. Eén zinnetje staat in hoofdletters: ‘Ik ben stront, want ik ben mezelf nooit geweest, en ik ben mezelf nooit geweest, omdat ik simelweg niemand was.’ Naast de papieren ligt het boek. Opengeslagen. Een gele markeerstift ligt nog naast het boek. In het geel gemarkeerd: ‘je kan pas van iemand houden en omgekeerd, als je met jezelf in het reine bent.’ Daar hangt een lichaam. Een lichaam van een nobody, volgens haarzelf toch. ‘I am human, and I need to be loved, just like everybody else does.’ -------------
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.
|
15-08-2003, 16:05 | |
wouw!
Ik weet niet wat ik ervan moet zeggen... Maar ik vind het schitterend! Zo anders dan ik had verwacht.. K had ergens gelezen dat een goed verhaal anders afloopt dan je verwacht.. en jeps, dat klopt!! 'k Vind het een fantatstisch verhaal, en een schitterend einde.. Heel zielig, maar zo mooi. Doe wat met je talent! (ik vind het iig talent!) De laatste hoofdstukken heb ik in 1 ruk uitgelezen!
__________________
I Hope We Die Holding Hands // LJ:~Girll
|
15-08-2003, 16:26 | ||
Citaat:
hmm, dit open einde vind ik ook wel leuk.. gewoon bedenken, met de dingen die je van de personen weet, hoe ze reageren.. Maarja.. wanneer komt het hoofdstuk?
__________________
I Hope We Die Holding Hands // LJ:~Girll
|
15-08-2003, 16:42 | |
18
Elke en Peter lopen over het pad met kiezelsteentjes langs de graven. “Ik ben blij dat ik eindelijk, samen met iemand anders, naar het graf van mijn moeder ben gegaan.” “Was het de eerste keer dat je niet alleen ging?” “Ja, mijn vader niet meegerekend natuurlijk.” “Ja, natuurlijk.” Ze wandelen verder. “Laten we nog even naar het graf van Eva gaan kijken.” “Weet je waar ze ergens ligt?” “Ginder ergens denk ik.” Peter wijst naar de linkerzijkant van het kerkhof. Na een beetje zoeken hebben ze het graf gevonden. “Hoe lang is het nu weer precies geleden?” “Een drietal maand zeker?” “Ja, het moet zoiets zijn.” “Het is al de tweede persoon die ik ken die zelfmoord pleegt, het lijkt wel alsof ik vervloekt bent.” “Hou op met die onzin, wil je zeggen dat ik vroeg of laat mezelf ook eens van kant maak?” “Nee hoor,” lacht Peter, “dat laat ik nooit gebeuren,” en hij klemt haar stevig tegen zich aan. “Het zijn van die vreemde gedachtenkronkels die ik heb, maar…” “Maar wat?” wil Elke weten. “Wel, er ooit al bij stilgestaan dat Eva nooit geweten heeft dat wij samen zijn? Als enige van onze klas!” “Mja, misschien…” “Misschien?” “Ja, je hebt gelijk,” herstelt Elke zich vlug, “ze wist het niet, als enige.” “Niet dat het verder iets uitmaakt.” “Nee, inderdaad.” “Laten we maar naar huis gaan, het wordt al donker.” “Ja.” Hand in hand lopen ze weg van Eva’s graf. Als ze het kerkhof buitenwandelen denkt Peter hardop: “Het was zo’n leuke meid, ze had zo’n sterke persoonlijkheid, ze wás tenminste iemand. Waarom zou ze het toch gedaan hebben?” Elke tovert een wrang glimlachje tevoorschijn. “Ik weet het niet, ik weet het echt niet.” -------------------------------------- einde
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.
Laatst gewijzigd op 15-08-2003 om 16:48. |
15-08-2003, 16:44 | |
Je hebt gelijk hoor lilliej, ik heb lang getwijfeld of ik moest stoppen bij hoofdstuk 17 of 18. Ben er nog niet uit eigenlijk.
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.
|
15-08-2003, 17:30 | ||
Citaat:
de laastte zinnen vind ik wel op zn plek.. maar ik zou ze anders verwerken.. k vind het zo sneu dat elke er in voorkomt k zou eerder bedenken dat peter alleen naar het graf gaat, of dat ie weer eens na ligt te denken...
__________________
I Hope We Die Holding Hands // LJ:~Girll
|
18-08-2003, 19:25 | |
Thx
Ik vond het leuk dat iemand (Aafster was het, denk ik) dacht dat Peter op Eva verliefd was, dat was de bedoeling van mij. Ik heb er wel subtiele tips in geplaatst dat het dus Eva niet was, maar wel Elke. Ik denk dat ik mijn verhaal toch laat eindigen op hoofdstuk 18 omdat het toch echt mijn bedoeling is om sarcastisch te eindigen. Ik bedoel: Peter vind wel degelijk dat Eva een persoonlijkheid was, en Eva dacht dus dat hij dat niet vond. Ook wil ik in de laatste regels duidelijk maken dat Elke wel degelijk wist dat Eva verliefd was op Peter, als enige ter wereld wist/weet ze het... Eva heeft zich overigens al eens afgevraagd of Elke het zou weten, ja dus... Het feit dat Elke liegt tegen Peter zegt veel over haar. Ik wil van haar een chagrijnig, valse vrouw maken, en Peter heeft het niet door. Hier sta ik nu, op het einde van dit verhaal. Ik weet niet meer wat doen Ik was zo goed vertrouwd met mijn karakters, en nu moet ik een nieuw verhaal beginnen, het begin is altijd het moeilijkste Maar er is wel opluchting, ik heb hier 6,5 maanden aan gewerkt. Kben blij dat er toch relatief veel respons was op mijn verhaal, het is toch een goede stimulans om verder te schrijven. greetz clubje
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.
|
19-08-2003, 17:57 | ||
Citaat:
Na ff te hebben terug gelezen zie ik t ook.. maar dat is wel pas nadat jij het hebt gezegd. maybe kan je dat nog iets meer laten doorschemeren maar misschien ben ik ook wel de enige die dat niet doorhar hoor
__________________
Doej lieve randy roar :(
|
Advertentie |
|
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Verhalen & Gedichten |
Welk boek lees jij nu? Deel XXII Larry Flint | 500 | 09-05-2010 15:02 | |
Verhalen & Gedichten |
De titel van een boek. Verwijderd | 28 | 15-08-2008 14:03 | |
Verhalen & Gedichten |
De ondraaglijke lichtheid van Zwart Reynaert | 7 | 01-03-2005 22:57 | |
Verhalen & Gedichten |
[Verhaal] Het spel der liefde? clubje | 7 | 10-09-2003 12:56 | |
Verhalen & Gedichten |
[Kort verhaal] We gaan winnen. clubje | 9 | 04-09-2003 21:57 | |
Verhalen & Gedichten |
Welk boek ben je nu aan het lezen? Verwijderd | 270 | 03-12-2002 15:34 |