Op mijn honderdste verjaardag,
als de rimpels mij gaan sieren
dan schrijf ik toch echt
mijn laatste gedicht
Zorgvuldig met vulpen
priegel ik de letters
op een gelig papier,
dat flink is gekreukt
Met handen die trillen
van ouderdom en overgaaf
Verzegel ik mijn woorden
In een donkerrode strik
Dit opgerolde stukje ziel
Dit platonisch manuscript
Omring ik zeewaardig
Met een oude ‘Bokma’ fles
Na een uur van noeste arbeid
Is mijn rolator op het strand
En met één ferme zwaai
Drijft mijn leven
Ver op zee
Elke week
zal ik er zijn
met m’n rolator
op het strand
en pas op de dag
dat heer Neptunus
de flessenpost
weer terug brengt
dan pas
mag ik
versterven
Laatst gewijzigd op 15-08-2003 om 18:16.
|