|
Ik ben er twee jaar geleden mee begonnen. Toen zat ik in de derde. Laat even weten wat je van het begin vind, want ik ben erg benieuwd naar commentaar van leeftijdsgenoten. Op dit moment vind ik het zelf niets eigenlijk.
Strijd
Een waterig zonnetje komt door de wolken heen en verlicht het met schaduwen bedekte schoolplein een beetje. Het is bijna herfst en het weer is een beetje wisselvallig.
Louise en Edwin staan tegen een muur aan. Plotseling wijst Edwin naar een naderend meisje, dat recht in hun richting komt.
“Ha Louise!” Opgewekt komt Naomi aanlopen. “Kan ik misschien vandaag met jou mee naar huis? Ik weet, het is weer de zoveelste keer, maar ik heb weer ruzie thuis en...” Louise zucht. Hier heeft ze eigenlijk geen zin in. “Sorry, maar...”, probeert ze uit te leggen. Edwin staat geamuseerd toe te kijken. Naomi onderbreekt haar gelijk. “Waarom wil je niet?”, vraagt ze verontwaardigd, “ik dacht dat we vriendinnen waren! En vriendinnen helpen elkaar toch altijd?” Ze kijkt Louise smekend aan. “Maar als je dat niet meer wil...” Ze zwijgt en kijkt met een zielig gezicht naar Louise. Die zucht weer. “Louise, als je geen vriendinnen meer wilt zijn, zeg het me dan. Dan weet ik waar ik aan toe ben.” Edwin probeert zijn lachen in te houden, maar Naomi heeft hem door en kijkt hem met een vernietigende blik aan. Dan richt ze zich weer op Louise. “Louise?” Snel probeert Louise het goed te praten. “Je kan toch altijd mee? Maar het kan nu echt niet. Mijn moeder heeft...” Naomi onderbreekt haar weer. “Het mag zeker weer niet van je moeder? Ze is echt een beetje egoïstisch, maar dan kan je nog wel van haar houden, dat begrijp ik. Maar laat maar. Ga jij maar gewoon huiswerk maken. Ik vraag het wel aan Sarah.” En Naomi loopt met een opgeheven hoofd weg.
“Die is verwaand!”, roept Edwin. “Wat?” Gelijk draait Naomi zich om. “Wat zei je, Louise?” “Ik zei niets”, antwoordt Louise en ze wijst naar Edwin. “Hij...” Naomi kijkt met een vies gezicht naar Edwin. “Oh, Edwin kon zijn mond weer niet houden.” Ze spreekt Edwin uit alsof ze iets heel vies in haar mond heeft. “Nou, blijf maar gezellig met Edwin hier staan. Ik wilde je nog vragen om mee te gaan naar Sarah, maar laat maar lekker zitten nu.” Ze draait zich om en loopt weg.
Edwin tikt op haar schouder. “Leuk hè, zo’n vriendin?” “Nou, wat een vriendin”, antwoordt Louise, “ik heb nog nooit van een kind gehoord wat zo zeurt zoals zij!” “Dat moet je niet tegen mij zeggen, maar tegen haar”, vindt Edwin en hij lacht. “Ja, maar dat kan jij beter doen. Naar jou luistert ze tenminste”, lacht Louise nu ook. Ze kijkt Edwin aan.
Edwin kent ze al een hele tijd. Ze hebben samen op de basisschool gezeten en zitten nu ook al drie jaar samen in één klas op het atheneum. Vaak is het erg gezellig, maar zij is een type dat snel vriendinnen maakt en Edwin is niet zo. Hij heeft in die drie jaar maar een paar jongens leren kennen, waar hij ook bijna nooit mee optrekt. Het zijn normale jongens, die, net als hij, goed kunnen leren, maar ze begrijpen hem niet altijd. En daarom staat hij vaak bij haar, omdat zij hem goed begrijpt, ook al zegt hij niets. Meestal heeft ze er geen bezwaar tegen, maar soms ergert ze zich vreselijk aan hem. Het komt gelukkig niet veel voor. Gelukkig begrijpt Edwin dat wel, meestal dan, en dan gaat hij ook gewoon weg.
Naomi heeft een hekel aan Edwin. Naomi was in de brugklas haar beste vriendin, samen met Sarah. In de tweede kwam Jony op school en daar raakte ze dik bevriend mee, en Naomi verdween een beetje naar de achtergrond. Later bleek dat Sarah en Jony elkaar van vroeger kenden en met z’n drieën vormden ze een hecht groepje. Nu nog steeds. Sarah en Jony accepteren Edwin zoals hij is en de laatste tijd heeft ze zelf het idee dat Jony Edwin wel heel erg leuk vindt.
Nu probeert Naomi hun oude vriendschap te herwinnen, maar omdat ze zo’n hekel heeft aan Edwin en omdat ze zo zeurt, weet ze niet of ze dat wel wil.
“Wat kijk je nou?”, vraagt Edwin opeens. Louise schrikt op uit haar gedachten. “Ik had helemaal niet door dat ik naar je keek. Ik dacht na.” “Wat bijzonder”, zegt Edwin lachend. Ze geeft hem een duw. “Grappig!”
Edwin heeft wel door dat Louise nog steeds met dat gesprek met Naomi in haar maag zit, en gaat daarom maar snel over op een ander onderwerp. “Wat had je voor je proefwerk Nederlands?” “Oh, een negen”, antwoordt Louise nonchalant en ze haalt haar schouders op. Nederlands is zo makkelijk, daar kun je gewoon geen onvoldoende voor halen. Het lijkt wel of Edwin haar gedachten raadt. “Er waren nog best veel onvoldoendes.” “O ja?”, vraagt ze verrast, “door wie dan?” “Nou, Paul had een vijf”, begint Edwin op te sommen. “Paul een vijf?”, zegt Louise verbaasd. “Ssst, stil nou!”, sist Edwin. En dan verder. “Ik geloof dat je denkt dat hij heel goed is.” “Dat is hij toch ook?” “Misschien had hij een rotdag.” Louise haalt haar schouders op. “Dat zal wel.” “Matthew en Patrick hadden allebei een vier”, gaat Edwin onverstoorbaar verder. Louise lacht. “Dat is niet gek, die leren hun repetities nooit! Net als Naomi trouwens.” “Wat had ze?”, wil Edwin weten. “Een vijf geloof ik, maar ze wil het nooit zeggen.” Louise trekt een gek gezicht. “Een vijf valt ook wel mee”, vindt Edwin. “Ja, wel voor haar”, lacht Louise, “en vergeleken met jouw acht ook!” “Maar ik had het niet geleerd”, verdedigt Edwin zijn cijfer. “Ik ook niet”, antwoordt Louise.
Plotseling horen ze de zoemer en iedereen op het plein begint te bewegen. “Wat hebben we nu?”, vraagt ze aan Edwin. “Duits”, zucht hij. Dat is nou niet bepaald zijn lievelingsvak.
Ze lopen de stenen, oude trap op, op weg naar het lokaal waar ze hun lessen Duits hebben. De trap is heel breed en daarom kunnen andere mensen hen makkelijk passeren. Zoals Matthew, Bastiaan en Patrick. “Wow!”, roept Patrick en hij wijst op Louise en Edwin. En Matthew zegt: “Zie je nu wel dat jullie wat hebben? Dat kan iedereen zo zien!” “De oudste grap van de eeuw”, moppert Louise. “Trek je er toch niets van aan, joh!”, vindt Edwin en hij roept naar Matthew: “Je bent gewoon jaloers. Jij wilt elk meisje dat je tegenkomt, maar ze willen jou niet!” Matthew stopt en keert zich om. “Dat neem je terug!” “Waarom?”, vraagt Edwin doodkalm, “ik mag toch ook wel een grapje maken? Dat doe jij ook altijd!” Matthew trekt een kwaad gezicht en vervolgt zijn weg.
“Ik weet nooit wat ik terug moet zeggen”, zucht Louise en ze kijkt Edwin bewonderend aan. “Je moet gewoon niet nadenken”, antwoordt hij, “het eerste wat in je opkomt, is vaak het beste.” “Dat jij dat durft.” “Je moet je gewoon niet door die jongens laten beïnvloeden. Ze denken gewoon dat zij het belangrijkst zijn en dat is niet zo!”, vindt Edwin. Louise haalt haar schouders op. Het zal wel.
__________________
Hm... Larstig... ;)
|