Vandaag krijgen we een nieuwe in de klas. Straks komt meneer Stemmens ‘m brengen. Ik vraag me af waar ie vandaan komt. Onder Geschiedenis, hè? Juist ja. Nou, ik ben benieuwd.
Gatverdamme, dit haat ik dus. In deze gang zit mijn toekomstige klas ergens. Kut zeg, wat ben ik zenuwachtig. Die vent zegt ook niet veel. Wat gaf hij ook al weer? O ja, geschiedenis. Niet mijn beste vak, maar goed.
Hela mannen! Zet u eens allemaal onmiddellijk op uw stoel! Als jullie zo doorgaan hebben jullie straks allemaal een uur strafstudie! De rust keerde snel weer terug in de klas. Achter de oude, houten tafeltjes zaten de kinderen muisstil op hun stoelen. Ze wisten wat er ging gebeuren. De nieuwe kwam. “Mannen, ik wil dat jullie je straks netjes gedragen als meneer Stemmens komt. Dus geen ge..” De lerares werd onderbroken door een klop op de deur. De deur ging open en meneer Stemmens keek om het hoekje. “Mogen we binnen komen, juffrouw?” vroeg hij met een guitige glimlach op zijn gezicht. Hij duwde de deur open en stapte de klas in. En achter hem aan stapte het nieuwe kind naar binnen.
De zenuwen gieren door mijn keel. Ik kan mijn hart in mijn handen voelen kloppen. Onder mijn rugzak en mijn kleren voel ik een straaltje zweet tussen mijn schouderbladen lopen. Op het moment dat de leraar op de deur klopt verman ik me. Een goede eerste indruk begint met een zelfverzekerde blik. Een zenuwachtig klein meisje trekt niemand aan. “Mogen we binnenkomen, juffrouw?” klinkt het. Wat een slijmbal. Maar goed, daar gaat ie dan.
Alle ogen zijn gericht op dat vreemde kind. Van onder tot boven werd ze bestudeerd, van top tot teen. “Mannen, dit is ze dan, de nieuwe leerling. Ik wil dat jullie haar met open armen ontvangen, zodat ze zich snel thuis zal voelen.
En nu ging het komen. Ik moest iets over mezelf vertellen. “Nou, ik ben dus de nieuwe. Mijn grote hobby is muziek spelen en luisteren. In mijn vrije tijd kijk ik ook televisie, zit ik op internet of ga ik uit met mijn vrienden.”
Ik zag de reactie. Zoiets dergelijks had ik verwacht, maar niet zo erg. Dat ze het dénken okee, maar dat ze het zo duidelijk zouden laten merken vond ik gemeen. De jongen in het midden van de klas sloeg van ergernis zijn handen hard op de tafel en keek verontwaardigd in het rond. Ik hoorde van verschillende kanten een zacht gevloek, en vele zuchten ontsnapten uit vele monden.
Mijn eerste gedachte was: Wat een eikels.
De zenuwen kwamen weer terug, en de prop in mijn keel werd groter. Mijn nederlandse accent had mijn afkomst veraden.
Ik ben anders. Helaas voor hen, gelukkig voor mij?
__________________
GROTE KNOEI
|