|
IK KOTS OOK NAMENS JOU
Ik zat op een bank en zond een glimlach naar de twee meisjes die op houten stoelen tegenover me zaten. Beiden meisjes leken het niet op te merken, of ze waren niet van plan aandacht aan me te besteden. In ieder geval bleven ze onverstoorbaar aan hun drankjes nippen.
Het linker meisje had je‘mooi’ kunnen noemen, het rechter meisje had je ook ‘mooi’ kunnen noemen, maar daarvoor had je waarschijnlijk een beeldend kunstenaar moeten zijn - eentje met een voorliefde voor het verwerken van doodgereden dieren in zijn kunstwerken. Desondanks had ze de moeite genomen zich zorgvuldig op te maken, het rechter meisje. Ook de make-up van het linker meisje was perfect; het leek of er hier een professioneel grimeur aan het werk was geweest. Het linker meisje had allemaal gekleurde dingentjes in haar haar, die er ingewikkeld uitzagen, maar die ik haar zeer goed vond staan.
Naast mij bevonden er zich nog zes jongens, waarvan het merendeel verwaste nike-sweaters en te krappen spijkerbroeken droeg. Het hele gezelschap zat rond een klein wit tafeltje dat helemaal vol stond met aangebroken maar nog volle flessen drank. De meisjes zwegen, enkele jongens voerden gesprekken over mobiele telefoons en computerspelletjes.
In gedachte zag ik de twee tegenover me ijverig bezig voor de spiegel, en ik probeerde nogmaals een glimlach over te krijgen, een glimlach die moest zeggen: ik voel met jullie mee, maar het leven is vol teleurstellingen, dus laten we maar relativeren en glimlachen. Ook was de glimlach bedoeld om de spanning wat te breken, plus dat de verleidelijke blik die ik er bijvoegde de interesse van het linker meisje moest wekken. Door al die boodschappen die ik tegelijkertijd probeerde over te brengen kan mijn gezichtsuitdrukking wellicht een wat vreemde aanblik hebben geboden. Niet dat dat iets uitmaakte, want weer werd ik niet opgemerkt. Het rechtermeisje lachte wel, maar dat was niet in het bijzonder naar iemand. Ze keek met een lach op haar gezicht wat om zich heen, zonder er echt vrolijk uit te zien. Het linkermeisje was inmiddels verwikkelt in een hallo-wie-ben-jij gesprek met Roy. Ze voerde dat gesprek met zoveel enthousiasme, dat ik me afvroeg of het naďviteit of acteertalent was. Ik ken Roy namelijk. Hij zit bij mij in de klas en draagt broeken die 12 cm wijder zijn dan zijn maat. Die twaalf centimeter staat bij Roy voor individualiteit, links engagement, een verfijnde muzieksmaak en eigen indentiteit. Als Roy op straat iemand tegen komt die ook een iets te wijden broek draagt, denkt hij een zielsverwant te herkennen. Hij wijst zijn gezelschap dan op de betreffende persoon, terwijl hij diegene aankijkt met een blik van verstandhouding.
Roy was de organisator van dit feest. Hij was jarig, en ik had hem een fles champagne cadeau gedaan, ook namens Nicky Niels en Jasper. Dat zeiden Nicky Niels en Jasper tenminste toen hij de deur opendeed en ik hem de fles gaf: ‘ook namens ons!’. De champagne werd meteen op het kleine tafeltje met drank gezet en ik vraag me af of het duidelijk was dat het een behoorlijk dure fles was en dat hij van mij afkomstig was.
Roy kende deze twee meisje tegenover mij dus blijkbaar ook niet, ik vroeg me af wie ze hier mee naar toe heeft genomen. Toen het gesprek even stil viel stond Roy op, deed een paar passen door de kamer en viel een jongen die toevallig in de buurt stond te praten om zijn nek. Hij deed dit weliswaar heel overdreven, maar het was toch duidelijk dat hij behoorlijk dronken was. Het was tien uur, iedereen zat stilletjes op de bank, maar Roy leek zich te vermaken. Ik ging wat meer onderuit zitten en dacht: ‘Het zal wel betekenen dat we volwassen worden, dat we dit nu zelf organiseren’.
Naast mij was Jasper met wiet in de weer. Toen het klaar was liet hij de joint rond gaan. Ik nam een paar trekjes. Ik vond het eigenlijk niet echt lekker, maar ja, je bent zestien.
‘Zullen we even in de tuin gaan kijken’ opperde Niels, die aan de andere kant naast me zat. Ik knikte ja, want het mismaakte maar desondanks goed opgemaakte meisje tegenover me stootte om de zoveel tijd een lachje uit dat ik niet langer dacht te kunnen verdragen. Ik kan ook niet naar mislukte huwelijksaanzoeken en niet-grappige komieken kijken.
De tuin was niet erg groot. Er stonden groepjes mensen en twee tuinkabouters. Ik ging naast Niels op een houten bankje zitten. Vijftien minuten verstreken.
‘Roy is dronken he?’
‘Ja…’
‘...’
‘Zullen we weer naar binnen gaan?’
‘Ja… laten we dat maar doen’
We gingen naar binnen, onze plaatsen op de bank waren nog vrij. Jasper was met drank in de weer. Als een chemicus, bezig met een uiterst gevaarlijke proef, goot hij baileys, mijn champagne, fanta en bacardi in een whiskey fles. Eigenlijk wilde ik naar huis, maar de gedachte dat ik iets met het mooie meisje met de dingetjes in haar haar zou kunnen uitspoken weerhield me daarvan. Hoewel ik heel goed wist dat de kans daarop verwaarloosbaar was. Ik maakte me zelfs geen enkele illusies over dat er iets zou gebeuren, maar toch was er dat hardnekkige spikkeltje hoop, in mijn onderbewustzijn geplant door films en boeken waarin mensen onverwachte erotische ervaringen hebben, en door zinnen die ik vroeger in jongerentijdschriften had gelezen “ik vond hem al weken lang leuk, maar ik dacht niet dat hij mij zag staan, tot dat hij me die avond op het schoolfeest wenkte om mee te gaan naar de wc”. Hoe dan ook, ik gaf het geluk alle kans om toe te slaan, dat het niet toesloeg, dat was mijn schuld niet.
Ik dronk de cocktail van Jasper, en was meteen van plan er nog meer te drinken.
Niels had zijn plaats verlaten, naast mij zat nu Nicky, die een gesprek met mij aan probeerde te knopen. Iets over de muziek, op opgewonden toon. ‘ Dit is echt niet cool…stomme hiphoppers..kuthiphop…waarom doet Roy hier niks aan? Dit verpest het hele feest..’ ‘ Roy is dronken’ ‘Ja, hij is als eerste dronken… en het is nota bene zijn eigen feest’ ‘Waarschijnlijk daarom juist’ ‘Ik ga gewoon ingrijpen straks, ik kan hier niet tegen’ Ik negeerde hem verder, want ik probeerde me in het gesprek te mengen wat Jasper inmiddels met het meisje met de dingentjes in haar haar aan het voeren was. Dat lukte niet. Ik riep af en toe een gevatte opmerking, maar daar werd niet naar geluisterd. Ik besloot me ergens anders op te concentreren, dronken worden bijvoorbeeld. Ik schoot mezelf nog een cocktail in.
Het was werkelijk een heel interessant gesprek. Op een gegeven moment kwam het op mijn favoriete film. Ik kon mij niet langer inhouden en citeerde: ‘ “ Jules, if you give that fuckin' nimrod fifteen hundred dollars, I'm gonna shoot him on general principles.
” ’ Meteen besefte ik hoe hard ik het zei, en wierp een beschaamde blik naar het tapijt. Maar ondanks mijn luide toon praatte Jasper en het mooie meisje onverstoorbaar verder. Alleen Nicky naast mij keek me vreemd aan.
Drank.
Al nippend aan nog maar een cocktail, besefte ik dat ik hier mijn tijd zat te verspillen. Hoeveel beter kon ik deze tijd niet besteden? Dus probeerde ik mij een mening te vormen over de situatie in Israel. Tot ik na een tijdje ontdekte dat ik daar eigenlijk helemaal niks van af wist. Toen hield ik daar mee op.
Het gesprek naast mij werd steeds intiemer. Ik ving flarden op:
‘Natuurlijk draagt iedereen een masker, ik draag ook een masker’
Jasper, de woorden rekkend en bedachtzaam kijkend:
‘Nee…dat idee heb ik niet…jij komt wel echt op mij over.’
‘ Dat lijkt maar zo’
Dit leek me een goed moment om een kijkje in de rest van het huis te nemen. Ik liep wat rond, de tuin in, de gang, de slaapkamers. Hier en daar stonden groepjes mensen te praten. Niels zat in de slaapkamer, zijn arm om het meisje met de eigenaardige lach. Een van Niels’ goede eigenschappen is dat hij realistisch is over zichzelf en zijn plaats in de wereld. Verder zag ik geen bekenden. Ik ging naar de wc, bekeek zorgvuldig alle kaarten en kalenders, deed tien minuten lang mijn haar goed en keerde toen terug naar mijn plekje op de bank. Ik zag dat de flessen op het tafeltje nu half vol waren.
De alcohol had geholpen, de gesprekken over mobiele telefoons werden met meer vuur gevoerd, er werd gelachen. Een oude dame die haar poedel aan het uitlaten was had waaarschijnlijk, als zij een blik door het keukenraam had geworpen, het tafereel afkeurend gadegeslagen, maar wanneer zij verder zou lopen zou er desondanks een licht gevoel van jaloezie en droefheid bij haar blijven hangen. Dat niveau had het feest onderhand bereikt: Het zag er werkelijk heel gezellig uit.
Ook Nicky leek het meer naar zijn zin te hebben, hij staarde glimlachend voor zich uit. Toen ik naast hem ging zitten werd zijn glimlach breder en gaf hij mij een knikje. Hij leek zich over de muziek heen te hebben gezet.
Het gesprek tussen Jasper en het meisje was nog steeds gaande:
‘Ik vind Radiohead wel een goede band’ zei het meisje.
‘Natuurlijk vind je dat, Radiohead is ook een goede band. Ze zijn echt geweldig ’
Ik had de nieuwe cd, Amnesiac.
‘Hee Jasper, ik heb de nieuwe cd, Amnesiac’
‘Ze hebben een nieuwe cd uit he’
‘Ja, Amnesiac heet ie dacht ik. Schijnt erg goed te zijn’
Wat als ik nou eens mijn lul uit mijn broek haal en tussen ze in ga staan?
‘Ja… expirimenteel, maar wel erg goed’
Ik overwoog serieus mijn gulp te openen en het meisje op haar schouder te tikken, toen Nicky me een fles drank aanreikte. Ik zette de fles aan mijn mond.
‘Leuk, die dingetjes in je haar’, hoorde ik Jasper zeggen.
‘Dank je, ik heb ze zelf gemaakt’
‘Ze zijn goed gelukt, ze staan je goed. Ik zie soms wel eens mensen die iets wat er op lijkt in hun haar hebben, maar ik vind die van jou leuker’
‘Ik heb ze ook zelf gemaakt’
‘ Ja… ze zijn origineel’
Ik had mijn hoofd achterover op de leuning van de bank gelegd en staarde naar het plafond. Na een tijdje viel het me op dat ik ze niet meer hoorde praten. Toen ik vanuit mijn ooghoeken keek of ze misschien weg waren, zag ik het meisje heftige hap-bewegingen maken in Jaspers mond. Ik bracht mijn hoofd overeind. Jasper had zijn tong uit zijn mond gebracht en het meisje zoog op de tong. Ik staarde er een poosje na. ‘De liefde is mooi’ hoorde ik Nicky tegen mij zeggen. Ik voelde dat ik mijn hoofd weer moest neerleggen.
Ook kotsen in een plant geeft mij dus niet de voldoening waar ik naar op zoek ben in mijn leven. Ik zit op de grond met mijn hoofd tussen mijn knieën, de aarde van de grote kamerplant absorbeert het braaksel. Zo dronken was ik nog nooit geweest, gekotst in een plant had ik ook nog nooit. Het stelde het me enigszins teleur. Als iemand mij drie jaar geleden had verteld dat ik later op feestjes in planten zou gaan kotsen, had ik gedacht: ‘het komt dus toch nog goed met me’
Maar het was niet wat ik er van verwacht had. Ik had ook geen meisje in haar borsten geknepen alvorens te kotsen, en er stonden geen mensen om me heen aanmoedigingen te juichen of bezorgt op mijn rug te kloppen. Iedereen was trouwens al weg. Alleen Nicky en Niels bleven blijkbaar slapen, ze lagen op de bank en ik hoorde ze praten over de nieuwe videoclip van een band. Ik richtte mijn hoofd op en zag een klok die half vijf aanwees. Niels liep als een ballerina door de lege flessen en deed de tv aan. Weer trok mijn maag zich samen, maar er kwam niets uit. ‘Kots in de plant, anders laat Roy het je morgen opdwielen’ zei Niels.
Ik maakte een open plek door wat flessen opzij te zetten en ik ging in foetushouding op de grond liggen. De grond was nat. Buiten begon het al licht te worden. De stem van de man die op tv een barbecueset aanprijsde werd steeds zachter, en vlak voordat ik in slaap viel dacht ik dat degene die zei dat het leven een feest was misschien toch gelijk had.
[Versie 1.2]
[Dit bericht is aangepast door Prutsklut (27-11-2001).]
|