Advertentie | |
|
23-12-2003, 18:09 | ||
Citaat:
Briljante film, een verhaal in die trant ben ik nu ook aan het schrijven.
__________________
www.dagelijkseportienelleke.tk --> voor al uw dagelijkse behoeften!
|
24-12-2003, 12:05 | |
Het verbaasde haar niks dat er niemand op straat was. Het was ook niet zo bijzonder om drie uur ’s nachts, maar zelfs het Leuvense studentenleven liet deze nacht niet veel van zich horen. Het was vrijwel uitgestorven op straat, een actieve kat of verdwaald knaagdier daargelaten. Met de handen in de zakken van haar beige jasje slenterde ze gemoedelijk over de assymetrische straatsteentjes. Diep ademde ze de zwoele nachtlucht in.
Ze hield van de nacht. ’s Nachts was altijd alles beter, rustiger en mooier. Nu kon ze denken, reflecteren en creëren. Haar favoriete bankje kwam al in zicht, daar zou ze gaan zitten. Al veel vaker had ze dit gedaan, er midden in de nacht op uit trekken om tot bezinning te komen. Het leven was haar de laatste tijd veel zwaarder gevallen dan normaal. Het leek net alsof er oude nachtmerries terug waren gekomen om haar te achtervolgen. Met een zucht ging ze op het donkergroen geverfde bankje zitten. Niet dat ze dat nu kon zien, met als enige oriëntatiepunt een zwak lantaarnlichtje uit een straat verderop. Maar het was beter zo, in het donker. Overdag was het hier een stuk drukker; dan liepen er innig gearmde stelletjes, moeders met kinderen en oude van dagen, allen met het doel te ontspannen. “Hmm, rust, eindelijk,” sprak ze zachtjes tegen zichzelf. Ook dat deed ze wel vaker, tegen zichzelf praten. Al vanaf jongs af aan had ze dat eigenlijk gedaan. Vroeger had ze het in kinderlijk Nederlands verwoord, vandaag de dag wilde ze nog wel eens op haar geliefde Engels teruggrijpen. Zelf vond ze het niet gek, na twintig jaar samenleven met zichzelf was ze wel aan haar persoonlijkheid gewend geraakt. Anderen zouden misschien gek op staan te kijken als ze plots tegen zichzelf begon te praten. “Dat vindt die psycholoog vast wel interessant,” grinnikte ze sarcastisch. Eigenlijk vond ze zichzelf helemaal niet grappig. Praten met zichzelf hielp haar gewoon. Als ze weer eens een goed gesprek met zichzelf had gehad, was alles tenminste duidelijk voor haarzelf, dat kon ze er weer even tegenaan. Want er was nu eenmaal niemand die haar beter begreep dan zijzelf. Als ze nog gerookt had, zou ze nu een sigaretje opsteken. Waarom was ze überhaupt gestopt? Ze schudde haar hoofd, ze had geen idee. Ze rommelde wat in haar schoudertas, misschien zou ze nog een eenzame sigaret tegenkomen. Maar nee, het enige dat ze in de tas tegenkwam was de brief van Dialoog. Alsof ze daar nu behoefte aan had. Denigrerend pufte ze. Dat was ook weer zoiets vervelends, bij een psycholoog lopen. Het kostte haar al genoeg moeite om haar studie bij te houden en dus zat ze niet bepaald te wachten op vormingscurcussen. Maar ze was stout geweest en dus moest ze gestraft worden, zo werkte het nou eenmaal in een moderne maatschappij. Ondertussen zat zij wel weer met de vervelende gevolgen opgescheept. Bijna twee jaar geleden was ze begonnen met een letterkundige studie aan de universiteit van Leuven, de toekomst zag er toen nog rooskleurig uit en ze had er zin in gehad. Bijna een jaar was het goed gegaan. Ze genoot van volle teugen van het leven, had passie voor haar studie en ontwikkelde ook nog eens een bruisend sociaal leven. Dat laatste was haar uiteindelijk fataal geworden. Ze was verliefd geworden, op de verkeerde. Want Pieter, eens zo geliefd en besproken, bleek achteraf geen ander gevoel behalve vriendschap voor Roos te koesteren. Enkele maanden later hoorde ze dat hij naar Brazilië was vertrokken met zijn nieuwe vlam, Joost. Ze stortte in. Juist omdat ze het Pieter niet kwalijk kon nemen, hij had haar nooit iets misdaan. En toch was zij zomaar verliefd op hem geworden, zonder enige indicatie of waarschuwing. De maanden daaropvolgend ging het fout; ze ging niet meer naar colleges, probeerde haar problemen te verzuipen en ze had simpelweg geen lust meer over. Toen was een vriendin met haar naar de psycholoog geweest. Haar naam was Inge Zijlstra, meteen vanaf het eerste gesprek had het geklikt. Roos was teruggegaan, ze had gepraat en misschien had het wel kunnen helpen. Als er geen andere dingen waren gebeurd. In het Engels begon ze nu een monoloog te houden over de afgelopen dagen. Hoe bang ze was geweest toen ze voor het eerst naar Dialoog moest, hoe overstuur ze er was geraakt en hoe ze iemand nodig had. Steeds vaker werd ze met de pijnlijke eenzaamheid van haar bestaan geconfronteerd. Zij leidde een liefdeloos bestaan en zat hier eenzaam op een bankje en het enige waar zo’n psycholoog dan over begon was over de fraude die ze had gepleegd. Zachtjes grinnikte ze. Alsof dat iets voorstelde, die paar honderden euro’s die ze had laten verdwijnen. Het ging om de daad, om de gedachte achter de handelingen, niet op het geld zelf. Dat ze dat nou niet doorhadden. Weer grinnikte ze. Soms vroeg ze zich wel eens af of er misschien iets fout zat in haar hoofd, maar het feit dat ze zich dat af kon vragen bewees dan juist weer het tegenovergestelde. Al maanden was ze niet thuis geweest. Ze had er gewoon geen behoefte aan, haar leven was nu hier. Niet dat dat leven vandaag de dag nog veel voorstelde, maar het ging om het principe. Thuis, de mooie witte villa in de bossen, haar oude kamer, haar complete jeugd. Alles had ze achtergelaten in Nederland. Plots, terwijl ze zo aan thuis zat te denken, werd ze bevangen door een onbeschrijflijk gevoel van leegheid en verlangen. Ze wilde opstaan, wegrennen en gewoon even vergeten. Alles achter zich laten en pas later, ooit als ze er behoefte aan zou hebben, teruggaan. “Misschien moet ik nog maar even wat drinken,” mompelde ze vertwijfeld. Met één vluchtige beweging graaide ze haar tas van het bankje en begon richting het centrum lopen. Normaal gesproken was ze nooit impulsief, ze hield meer van regelmaat en standvastigheid. Maar nu leek het net alsof er een klein vuurtje in haar was gaan branden dat iets wilde doen. Ze was ergens op uit, maar ze wist zelf niet wat. Seks, misschien. Ze zuchtte. Seks. Nog steeds vroeg ze zich wel eens af waarom ze nooit de ware geneugten der liefde had ervaren, de vleeschelijke lusten. Niet dat ze nooit de kans had gehad, maar ze wilde gewoon niet zomaar met een onnozele ziel haarzelf delen. Ze wilde geen passerend schip in de nacht zijn voor haar bedpartner, maar een memorabele vrouw. Toen ze de hoek omliep kwam ze oog in oog te staan met de grootste uitgaansgelegenheid in Leuven, Empirismus. In haar eerste jaar was ze hier geregeld heen geweest, altijd resulterend in heftige dansnachten. Nooit had ze hier gefaald, hier slaagde ze er altijd in te krijgen wat ze wilde. Snel wierp ze een blik op haar zilverkleurige horloge. Het was nog maar net drie uur geweest. Ze had nog genoeg tijd. Toch weifelde ze even. Zou ze dit nou wel doen? Toen opende de deur van het gebouw en de muziek drong tot haar door. Ze moest. En resoluut stapte ze naar de deur en ging naar binnen. Het was drukker dan dat ze had verwacht. De hele danszaal stond nog propvol en iedereen leek mee te bewegen op de beat van dit moment. Ze had zich niet echt op een uitgaansavond gekleed met een effen witte blouse en een roze hemdje. Toch kon het haar niet zoveel schelen. Eerst maar wat drinken, besloot ze. Na een paar gevulde whiskey-cola’s met meer whiskey dan cola begon ze zich dan op de dansvloer te begeven. “Roos! Meis!” schreeuwde een schorre stem van achter haar. Ze draaide zich om. “Hai,” zei ze vriendelijk terug. Voor haar stond Anna, een oude studievriendin die ze al maanden niet had gezien. Anna was echt zo’n meisje dat je alleen zag bij goed weer. “Ben je weer helemaal de oude? Ik heb je een tijd niet gezien!” Het was nou niet alsof Anna de moeite had genomen om maar even te bellen of langs te komen. Maar het voelde goed om toch weer een bekende te zien. “Ja, weer helemaal goed!” vrolijk lachte ze Anna toe. Na gedag te hebben gezegd gingen beiden hun eigen weg. Roos sloeg nog snel de laatste slokken van haar drankje achterover en zocht een strategisch plekje uit op de dansvloer. Ze voelde de whiskey al door haar lichaam vloeien, zo lang had ze niet meer gedronken. De heerlijke bekende duizeligheid begon ze op te merken en meer had ze niet nodig om één te worden met de muziek. In woorden kon ze het gevoel onmogelijk beschrijven, het gevoel onderdeel van de muziek te worden, constant mee te vloeien met de denkbeeldige notenbalken. Niemand zou zoiets accuraat kunnen beschrijven en het was misschien maar goed ook. De dj leek vanavond een belichaming van haarzelf te zijn; hij draaide alles wat ze nodig had, waar haar lichaam om leek te roepen. De muziek werkte als een soort drug. De muziek deed al haar problemen verdwijnen, er was niks meer behalve zij en de muziek. Ze bewoog op alle fysiek mogelijke manieren mee met de muziek, ze danste alles van haar af. Soms deed ze haar ogen dicht om helemaal los te komen van de omgeving, maar als ze ze dan weer opende stonden er aangeschoten mannen verlekkerd naar haar te staren. Zoiets moest ze niet hebben. Opeens werd er een nieuw liedje opgezet. Het begin was zacht, maar het werd met de seconde harder. Iets in de toon, het gezang, de melodie greep haar aan. Dit was het, dit nummer. Het leek alles te zeggen wat ze al haar hele leven had willen zeggen. Ongeacht de tekst die onverstaanbaar was in deze mensenmassa greep het haar aan. Nóg heftiger dan dat ze al had gedaan begon ze te bewegen. Ze keek niet meer op of om, het kon haar niets meer schelen of andere mensen keek keken. Want dit was haar moment, alleen waarneembaar voor eigen persoon. Het nummer leek maar door te gaan, oneindig, net zoals het leed op de wereld. Al dansend begaf ze zich naar bar, waardoor menig dansend of drinkend persoon opkeek naar haar uitbundige bewegingen. Het kon haar allemaal helemaal niks meer schelen. Half gillend bestelde ze een whiskey, puur deze keer. Dat kon ze nu wel hebben na al die zwakke mixjes. In een paar slokken was de bruintransparante vloeistof in haar lichaam verdwenen. “Nog eentje,” riep ze tegen de barman die haar vriendelijk gehoorzaamde. Hij had wel meer dronkelappen in zijn hele carrière gezien dan dat zij ooit in haar hele leven zou meemaken. “Zou je dat nou wel doen?” klonk een spottende stem, doordrongen van een Belgisch accent. Doordat de duizeligheid haar gedachten op heerlijke wijze door elkaar gooide en alles daardoor fantastisch leek te zijn, had ze niet meteen door wie er naast haar stond. Het haar, dat gezicht, ze leek het toch echt te herkennen. “Robin, voor deze informele ontmoeting,” glimlachte hij en schudde haar hand die er door haar verbouwereerde houding wat verwaarloosd bijhing. De muziek ging onveranderlijk door. Hij had haar hand aangeraakt en zachtjes geschud en nog kon ze het niet bevatten. Haar hersenen probeerde een rationele analyse te maken van het geheel, maar de alcohol had nu de overhand. Ze wilde iets zeggen, dat zou wel zo netjes zijn. Dus glimlachte ze ietwat gegeneerd, je kwam nou eenmaal niet iedere dag je psycholoog tegen in beschonken staat en ze probeerde iets leuks te zeggen. “Euhm, zo,” zei ze onbeholpen. Hij grinnikte, hij was net een sadist, dat hij zo’n lol kon hebben om haar verwarde uitstraling. Ze voelde woede opborrelen. “Ik lach je niet uit hoor,” zei hij in een poging tot opheldering. Ze rolde haar ogen en probeerde onopgemerkt weg te komen. Ze was hier om te dansen, niet voor een praatsessie. Net toen ze meende ontsnapt te zijn uit zijn gezelschap, voelde ze een hand haar pols vastpakken. Met een ruk stond ze stil en draaide ze zich om. “Ja? Is er een probleem?” vroeg ze uitermate geïrriteerd. Was hij er nou echt doelbewust op uit om haar avond te verpesten? Hij leek schaapachtig naar haar te kijken, maar het kon ook gewoon zijn dat zij hem er buitengewoon schaapachtig uit vond zien. “Sorry, ik zal je niet langer lastigvallen,” zei hij. Ze meende een vage teleurgestelde emotie waar te nemen, maar het kon haar niet zoveel schelen. Ze wilde gewoon weer dansen. En dus draaide ze zich weer om en baande zich een weg door de bewegende mensenmassa. Hoe hard ze ook probeerde, hoe heftig ze ook danste en hoe vaak ze ook haar ogen dichtdeed, ze kon haar eerdere climax niet evenaren. Het kwam er niet eens dichtbij. Steeds hoorde ze zijn stem in haar hoofd. Waarom deed het haar zoveel? Strijdlustig en overtuigd van haar eigen doorzettingsvermogen ging ze onvermoeid door met haar strijd tot bevrediging. Ze moest en zou dansen op een niveau waarop ze nog nooit had gedanst. Ze moest boven de massa uitstijgen en tot een inzicht komen, iets wetende wat niemand ooit zou weten. Ze besloot dat ze meer drank nodig had. Bewust vermeed ze de bar waaraan ze hem tegen was gekomen en bestelde twee whiskey. Gewillig gleed het goedje naar binnen, een waar festijn voor smaakpapillen. Tenminste, als je het langzaam en met zorgvuldigheid dronk. Dat was nu niet het geval, ze dronk om te drinken, om drinkende te zijn. Ze voelde dat ze onstabiel werd, haar benen begonnen langzaam niet meer te gehoorzamen aan haar slaperige hersenen. “Nog een!” riep ze enthousiast naar de barman. Even keek hij haar bezorgd aan, maar schonk toch een glas vol. En ze dronk.
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
28-12-2003, 20:00 | ||
Citaat:
Ik denk dat je de lezer genoeg informatie moet geven, zodat hij de gebeurtenissen kan volgen. De rest denkt hij er zelf wel bij. Sterker nog, dat is het hele idee van creatief lezen. Wat jij doet, is het hele plaatje inkleuren. En dan kan het nog wel een mooi plaatje zijn, de lol van het lezen gaat eraf, omdat je niets meer in te brengen hebt.
__________________
Because the holes in my soul host no thrill.
|
28-12-2003, 22:43 | ||
Citaat:
Ik heb meer. Veel meer.
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
01-01-2004, 19:38 | |
Al rillende greep ze naar haar vertrouwde deken. Haar ogen kon ze niet openen en halfdromend gleden haar handen over haar lichaam, op zoek naar warmte. Ze voelde een zacht dik dekenachtig materiaal. Even meende ze het niet te herkennen, maar ze trok het naar zich toe en begon zich er behaaglijk in te nestelen. Langzaamaan begon ze weer wat warmer te worden. Veel kon ze zich niet meer herinneren van de afgelopen nacht. Ze was uit geweest en ze had gedanst. En gedronken, dom.
Zachtjes kreunde ze. Een gevoel van pijn dat ze al veel te vaak had gekend was weer teruggekomen. Als ze niet zo moe was geweest had ze naar haar hoofd gegrepen. Met moeite slikte ze; de aloude dorstgevoelens kwamen weer naar boven. Dorst, drinken, water. Dat was het enige dat nog maar door haar hoofd maalde. Alleen wist ze maar al te goed dat ze zou gaan overgeven als ze nu zou drinken. Stilletjes blijven liggen met de oogjes gesloten was toch echt de beste oplossing. Plots hoorde ze een flauw knorrend geluid, alsof er ergens een heel klein motortje aanstond. Het leek steeds dichterbij te komen. En toen voelde ze iets zachts op haar buik landen. Vanuit een klein spleetje in haar rechterooghoek probeerde ze te zien wat er op haar lag. Maar al snel voelde haar armen de harige pootjes van een spinnend dier. “Poes,” bracht ze met moeite uit. De poes leek bekend te zijn met deze benaming en het dier kwam naar haar gezicht lopen en begon kopjes te geven. Roos was blij met dit warmteproducerend knuffelbeest en probeerde het donkerkleurige dier dicht tegen zich aan te laten liggen. Zo had ze thuis ook twee katten gehad, een dikkertje en een klein schildpadpoesje. Plots schoot ze overeind. Toen ze rechtop zat kermde ze van pijn, maar ze had zich net gerealiseerd dat ze helemaal geen poes in haar studentenkamer had. Thuis wel, daarom had het zo vertrouwd geleken. Maar-maar, waar was ze dan? De pijn maakte het bijna onmogelijk om de omgeving om haar heen waar te nemen. Ze lag in ieder geval in een zacht tweepersoonsbed met geruite dekens. Bijtend op haar lip probeerde ze wat meer rechtop te gaan zitten. Hoeveel pijn het ook deed, ze moest gewoon weten waar ze was. Gelukkig waren de gordijnen nog dicht, zag ze nu. Het waren donkergekleurde gordijnen, vermoedelijk donkerblauw met een zachtgeel dessin erop. Ze vervloekte zichzelf. Waarom was ze nou hier? Zo dronken was ze toch ook niet geweest? Ze was toch niet zomaar met een man mee naar huis gegaan? Zoiets zou ze nooit doen. Ze kneep haar zwetende handen op elkaar. Eerst maar uit dit bed proberen te komen, besloot ze. Met bibberende armen en onzekere passen stond ze op. Het bed diende als ondersteuning, anders was ze vast en zeker onderuit gegaan. De vloer bestond uit mooi donkerbruin parket, de kamer was hoog en de ramen namen een groot gedeelte van de muren in beslag. Ze had het een mooie kamer gevonden als niet alles aan haar lichaam zo’n pijn had gedaan. Zacht piepend probeerde ze naar de deuropening te lopen. Ze rilde even van de kou, het was hier niet bepaald warm. Even keek ze naar haar benen en zag dat ze niet meer dezelfde kleren van afgelopen nacht aanhad. Ze was nu gekleed in een groot donkerblauw gestreept overhemd. Overduidelijk een mannenoverhemd, compleet met mannengeur. “Shit.” Ze probeerde zich nog meer te haasten naar de deur. Dit mannenoverhemd als nachtkledij kon maar één ding betekenen: ze had zich flink gezondigd tegenover haar principes. Op de gang kwam ze een klok tegen, het was half elf. Voor haar normale ritme was dit nog vroeg in de ochtend. Maar het was toch zaterdag, dus zou ze niet eens een college missen. Haar ogen waren nu iets meer aan het licht gewend en het lopen ging haar iedere stap een beetje beter af. Ze stond midden in een soort huiskamer, compleet met bankstel, televisie, kasten en vloerkleed. Het zag er gezellig uit. De donkergroene bank straalde iets huiselijks uit, het hoogpolige vloerkleed nodigde je uit erop te gaan liggen en het donkerhouten meubilair paste mooi bij het parket. Opeens werd ze opgeschrikt door een harde grommende klank. Het was het onmiskenbare geluid van een snurkende man. Verstijfd bleef ze achter de bank staan, buiten het blikveld van de persoon die erop lag te slapen. De man met wie ze vannacht mee naar huis was gegaan. Ze was te bang om te kijken. Wat als het een volstrekt vreemde kerel was? Of een bekende, nog erger. In een mentale tweestrijd verwikkeld stond ze enkele minuten recht achter de bank. Iedere keer als de man weer uitademde en snurkte, stond ze een duizend angsten uit. Iedere keer was ze bang dat hij wakker zou worden. Zuchtend gaf ze toe. Ze wist dat ze gewoon moest kijken. Ze zou hier toch niet zomaar kunnen wegrennen zonder te weten in wiens huis ze had geslapen? Dat zou nog erger zijn dan de daad zelf, het zomaar overnachten bij een vreemde man. Bedeesd deed ze een klein stapje naar voren. Ze stond nu net dichtbij genoeg om hem te zien als ze haar hoofd wat meer naar voren bracht. Haar hart ging als een gek tekeer in haar borstkas en haar misselijkheid werd er ook niet beter van. Trillend en zwetend legde ze zo zacht ze kon een hand op de rugleuning van de driezitsbank. Eenmaal ademde ze langzaam in. Ze boog haar hoofd naar voren en keek. Haar hart stopte met kloppen. Ze voelde dat ze moest overgeven. Ze hapte naar adem. Haar instinct zei dat ze hier snel weg moest zijn. Dus rechtte ze haar rug en zocht ze gehaast naar de deur. Met alle zelfbeheersing die ze nog had, rende ze erheen, trok de deur open en vluchtte het huis uit. _____ Feedback anyone?
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
Advertentie |
|
02-01-2004, 14:35 | |
Gefeliciteerd meid!
Maar over het verhaal: De overstap lijkt nu misschien groot maar ik denk dat als je een boek leest en het drinken het einde van het ene en het wakker worden het begin van een volgend hoofdstuk is, dat de overstap dan niet meer dan 'logisch' is. Ik vind het laatste stukje weer erg leuk. Leest lekker en ik moest wel even lachen toen ze zich plotseling realiseerde dat ze op haar kamer helemaal geen kat heeft! De 'wakker worden in een onbekende kamer' scene is niet erg orgineel maar ik vind 'm mooi beschreven. Ik denk ook te weten wie er daar op de bank ligt maar ik wacht geduldig af. Hoe je bijvoorbeeld het geluid van een snorrende, spinnende kat beschrijft vind ik ook erg leuk gevonden. Vier nou maar je verjaardag en schrijf dan snel verder want ik wil veel meer over Roos te weten komen!
__________________
www.dagelijkseportienelleke.tk --> voor al uw dagelijkse behoeften!
|
04-01-2004, 01:49 | |
De gordijnen waren weer gewoon rood. Haar oude gordijntjes die ze al haar hele leven had gehad, van kinderkamer tot studentenkamer. Ze knipperde met haar ogen en kroop nog wat dichter onder haar roze dekbed, totdat alleen haar ogen er nog bovenuit kwamen. Ze rook haar eigen vertrouwde geur. Even kon ze zo alles vergeten.
Alleen was er nog het overhemd waarvoor ze te moe was geweest om uit te trekken dat haar herinnerde aan wat er was gebeurd. Met een luie blik keek ze op het wekkertje naast haar bed. Half twee. Ze moest maar eens opstaan en gaan douchen. Ze rekte zich uit en kroop langzaam uit bed. Het overhemd rook nog steeds naar man, maar nu wist ze welke man. Ze moest zich inhouden om er niet aan te gaan ruiken. Deze gedachtes moest ze beslist kwijtraken. Dit was het meest walgelijke dat ze ooit gedaan had. “Je gaat nu douchen,” zei ze tegen zichzelf en vastberaden pakte ze een schone handdoek van haar tafel en liep haar kamer uit. Het was gelukkig stil op de gang en zo subtiel als ze kon liep ze naar de douches. Op haar verdieping hadden ze drie douches die ze moesten delen. Het was eigenlijk alleen ’s morgens druk en daarom had ze nu heerlijk het rijk voor zich alleen. Zuchtend legde ze haar grote handdoek op het rekje, deed ze de deur op slot en draaide ze de warme kraan open. Meteen werd ze gekalmeerd door de warme stoom die het hete water produceerde. Deze douche gaf haar het gevoel compleet veilig te zijn, met zijn donkergele tegeltjes en de warmte die er altijd aanwezig leek. Vluchtig deed ze het overhemd uit, ze wilde het verscheuren, verbranden en nooit meer terugzien. Ze draaide de koude kraan een beetje open en voelde met haar rechterhand of het water al een aangename temperatuur had gekregen. Zodra ze het water warm genoeg achtte, stapte ze er met haar naakte lichaam onder. De warme stralen van de douche warmden haar weer een beetje op, ze had al die tijd zo kil aangevoeld. Ze wilde eigenlijk nog dichter onder de douche kruipen. Ze had die warmte, die geborgenheid zo nodig. Opeens barstte ze in tranen uit. Ze voelde zich zo onzeker en verward. Ze wist niet eens wat ze überhaupt gedaan had. Al huilend leunde ze tegen de muur en liet haar verzwakte lichaam naar beneden zakken. Plots keek ze geschrokken op, met haar gezicht recht in de waterstralen. Wat als ze zwanger was? Ze beet op haar wijsvinger. Alles had ze weer stukgemaakt, alles! Was ze net bezig met haar leven te beteren, moest ze zich weer zo nodig bezatten en bij een man in bed eindigen. Alhoewel, ze wist niet zeker dat ze wel iets gedaan had. Misschien had hij zich alleen over haar ontfermd. Beslist schudde ze haar hoofd. Dat kon niet, zo zat niemand vandaag de dag in elkaar en mannen al helemaal niet. Maar als ze echt met hem naar bed was geweest, dat zou ze dat toch wel moeten voelen? Als onbevlekte maagd zou ze er zeker pijn van hebben, toch? Zachtjes bevoelde ze schaamlippen, maar er leek niets veranderd te zijn. Misschien werkte de alcohol wel als een verdovend middel. Ze wist het niet meer. Rationeel denken was op dit moment een verloren gedachtegoed. Ze moest en zou een soort zekerheid hebben. Ze behoorde toch te weten wat er was gebeurd? Anders zou ze nooit meer verder kunnen. Maar ze was bang. Al haar hele leven was ze weggelopen voor haar problemen, net als toen. Ze was niet op haar probleem afgestapt en had het dapper in de ogen gekeken. Nee, ze was achterbaks en woedend een wraakactie gaan plannen. Wraak resulteert nooit in een goede afloop, het is puur en alleen voor het genot van de wreker. Daar was ze nu ook wel achtergekomen. Maar toch kon ze haar hele denkwijze niet veranderen. Als ze niet durfde, dan deed ze het niet. Zo was het ooit begonnen bij de gymlessen toen ze als klein meisje het grote klimrek had moeten beklimmen. Ze sloot zich dan liever de hele les op het toilet op dan haar angsten onder ogen te moeten zien. En zo was het haar hele leven verdergegaan. Hier in deze douche was ze veilig. Hier kon niemand haar wat aandoen. Hier was ze tot niets verplicht. Ze moest niets. Ze moest nadenken, ze moest beslissen wat het beste zou zijn. Maar dat zou ze rustig doen, op haar eigen tempo en op haar eigen manier. Langzaam stond ze weer op. Ze greep naar de shampoo op de toilettafel en begon teder haar haar te wassen. Ze had ook haar kleren bij hem laten liggen. Die zou hij wel teruggeven, bedacht ze tot haar spijt. Het was zeker dom geweest om zomaar weg te rennen, maar daar achterblijven en het risico lopen om door hem geconfronteerd te worden was een te beangstigende gedachte. Weer zuchtte ze. Het had haar zo verward. Zometeen zou ze alles opschrijven om het wat op te helderen. En een zwangerschapstest halen, piepte het bangste stemmetje in haar hoofd. Maar het was zondag, dus dat kon niet. Die test werkte toch nog niet, het was te kort geleden geweest. Ze slikte de pil al jaren niet meer. Ooit was ze ermee begonnen, tegen haar jeugdige acné. Maar nu was er niets mee verloren als ze hem niet meer slikte. Dat had ze in ieder geval gedacht. Als er een ding op de hele wereld was waar ze een grote afkeer jegens had, waren het kinderen. Het was dus ook wel zo logisch dat zij nooit moeder wilde worden. Vroeger hadden klasgenoten haar vriendelijk toegelachen en gezegd dat ze haar later nog wel eens wilden zien. Collectief meenden ze dan dat zij vast heel veel kinderen zou krijgen. De reinste onzin natuurlijk, dat had ze toen ookal gezegd. Maar geloven deden ze het natuurlijk niet. En nu stond ze hier onder de douche als een wrak. Als een meisje met een kater een zwart gat in haar hoofd. Als een meisje dat misschien bezwangerd was door een man die ze absoluut nooit als bedpartner wilde erkennen. Als ze zich nou toch maar kon herinneren wat er gebeurd was, dan zou het leed al deels verzacht zijn. Maar nu stresste ze over dingen die misschien gebeurd waren, zonder te weten wat er nou werkelijk plaats had gevonden. ________________________________________ Dank voor alle nuttige reacties! *waardeert* En nu wil ik er meer... Dit is slechts een kort fragment, maar anders wordt het verwarrend. En het is geen whodunnit hè... (in de sense van: wie lag er op de bank.. ) Het is obvious natuurlijk.
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
04-01-2004, 16:54 | |||
Sterk, zoals altijd.
Maar ik heb één opmerking: Citaat:
En waarschijnlijk een typfoutje: Citaat:
__________________
www.dagelijkseportienelleke.tk --> voor al uw dagelijkse behoeften!
|
04-01-2004, 17:43 | |||
Citaat:
Ik bedoel hiermee dat hij haar 'ergens mee' gaat confronteren en niet dat hij zelf het geconfronteerde object is. Ik hoop dat je t begrijpt.. Citaat:
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
04-01-2004, 18:25 | ||
Citaat:
__________________
www.dagelijkseportienelleke.tk --> voor al uw dagelijkse behoeften!
|
Ads door Google |
05-01-2004, 18:15 | |
Zo, helemaal gelezen! En nu mijn reactie:
ik vind het goed! Zonder gebruik te maken van al die cliché (rot) zinnetjes zet je hier een mooi begin van een verhaal neer! Je maakt me benieuwd naar wat er vroeger is gebeurd en met welke grote onbekende ze mee naar huis is gegaan! Wat wel beter had gekund: Ik weet nu al wie het was, daar op de bank. Nogal makkelijk eigenlijk je introduceerd ook maar één persoon, dat neemt een hoop spanning weg.. Je zou natuurlijk ook er voor kunnnen gaan een totáál onbekend persoon te introduceren, al wordt het dan wel wat warrig, vreesch ik.. Verder zou ik zeggen: ga door! Ik ben benieuwd |
05-01-2004, 18:23 | ||
Citaat:
Ik doe alles om te voorkomen dat het sappig wordt. Maar ik snap waar je vandaan komt.
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
05-01-2004, 19:45 | |
Vertwijfeld staarde ze naar haar zwarte schoentjes die meer leken te veranderen bij iedere stap die ze zette. Het was nu vijf dagen geleden en vandaag had ze vroeg naar college gemoeten. Er waren geen smoesjes meer waar ze zich achter had kunnen verschuilen, dus was ze dapper naar de universiteit gegaan. De hele dag liep ze als een soort opgejaagd stuk wild over haar schouder te kijken, alsof hij op iedere hoek van de straat kon staan. Ontlopen was simpelweg haar tweede natuur; ze was bekend met het sluipend lopen, het niet opgemerkt worden door haar omgeving. Ook nu terwijl ze op weg was naar de drogisterij deed ze het weer. Met het hoofd gebogen liep ze straatsteentjes te tellen. Niet te onopvallend willen zijn was ook belangrijk, want dan keken ze juist naar je en gingen ze zich dingen afvragen. Nee, zij had na veel oefening de perfecte balans tussen onopvallendheid en opvallendheid gevonden.
Voor haar doemde de kleurrijke winkel op waar ze zo vaak was geweest om haar vertrouwde schoonheids boodschapjes te doen. Vroeger deed ze dat nog vaak met vriendinnen, even langs de drogist om gewoon te snuffelen. Maar nu had ze niet zoveel vrienden meer. Het was haar eigen schuld geweest, ze had iedereen van zich af geduwd en weggejaagd, toen het was gebeurd. Ze had niet tegen de goedbedoelde bezoekjes en praatjes gekund. Geen van allen kon haar immer echt verstaan, niemand kon begrijpen waar ze het zo moeilijk mee had. Want ze vertelde het aan geen levende ziel. Logisch dat niemand meer met haar om wilde gaan. Maar nu ging het weer beter. Nu kon ze haar leven weer opbouwen en zou ze weer vriendschappen kunnen sluiten. Tenminste, als ze nu haar persoonlijke obstakel kon overwinnen. Dagen had ze liggen twijfelen over die nacht, wat er gebeurd kon zijn, maar het kwam niet terug. Hoe ze ook dacht en haar hersens pijnigde, hoe minder ze zich ervan leek de herinneren. Dus had ze definitief een besluit genomen: ze ging die test halen. Als er niks aan de hand was, was er niks aan de hand. Als er wel iets aan de hand was, kon ze er meteen wat aan laten doen en zou ze uiteindelijk weer vrolijk verder kunnen leven. Een afsluiting had ze nodig, een streep om onder het geheel te zetten. Met een flauwe glimlach om de lippen stapte ze de winkel binnen. Shampoo was het eerste dat ze zag, rijen en rekken met uitdagende flessen shampoo. Daar was ze hier niet voor. Met onzekere stappen vond ze haar weg naar de hoek waar ook de zwangerschapstesten lagen. Zoekend keek ze naar de verschillende doosjes. Welke moest ze nou hebben? Bijtend op haar lip pakte ze uiteindelijk maar het doosje dat er het meest betrouwbaar uitzag. Gelukkig was het niet zo druk, dan hoefde ze niet met haar gespannen lichaam minuten lang in de rij staan. Met een zucht van verlichting gaf ze de cassière het blauwe doosje aan. “Dat is dan dertien euro negenenvijftig.” “Alsjeblieft.” Het had haar handiger geleken om cash te betalen. “Wil je er een tasje bij?” Ze schudde haar hoofd en keek naar haar schoudertas die ruimte genoeg bood voor dit kleine pakketje. “Tot ziens,” zei ze vriendelijk en liep, al worstelend met het doosje in haar handen, de winkel uit. Ze probeerde haar adem tot zo regelmatig als het maar kon te reguleren, wat haar verassend genoeg wel bleek te lukken. Ze trok de met klittenband bevestigde bovenkant van haar tas; het was niet zo’n aantrekkelijk idee om constant met een zwangerschapstest in haar handen te lopen. Niet heel Leuven hoefde kennis te nemen van haar desastreuse overnachtingsperikelen. En opeens stond hij voor haar, zonder dat ze het had zien komen. Geen woord, geen waarschuwing, zelfs geen zacht geluid. Haar hersenfuncties vielen spontaan uit en naar adem happend keek ze hem aan. Rustig blijven, zei ze tegen zichzelf. Normaal doen. “Ik heb je gezocht,” zei hij. “Sorry.” Onverbiddelijk viel opeens zijn blik op het verwaarloosde doosje in haar handen. Hij leek even te twijfelen. “Je-je, denkt toch niet dat-?” Fronzend en vragend keek ze hem aan. “Wat denk je nou? Dat ik zo makkelijk te manipuleren ben?” barstte ze los. Hij haalde zijn handen uit zijn zakken. “Roos, ik weet niet wat jij allemaal wel niet van mij denkt, maar zoiets-,” hij gebaarde naar de test,” zoiets is gewoonweg verwerpelijk.” “Jaja, dat zeggen ze allemaal, maar ondertussen.” Ze stopte het doosje weg in haar tas. “Dat moet jij zeggen! Jij was opeens weg, ik was doodongerust! Je kleren lagen er nog, geen briefje, niks!” Zijn rechterhand had hij weer in de zak van zijn spijkerbroek gestoken. “Alsof jij me kent, alsof je überhaupt het recht hebt om te weten wat ik doe!” Hij deed een stap naar voren. “Jij geeft mensen niet eens een kans, je laat niemand toe in je leven. Hoe kan ik je dan kennen?” “Oh, gaan we weer eens over de psychologische boeg gooien?” ze wierp hem een woedende blik toe,” Je doet maar, maar zonder mij!” En weg was ze. Zuchtend keek hij haar na, het getik van haar schoenen als eeuwig voortdurende klok. Bijna was ze uit zijn zicht verdwenen, maar ze leek plots stil te staan. Heel even duurde het maar, toen weerklonk het getik van haar hakjes. Maar nu werkte het steeds zachter wordende getik als een soort wekker. Hij hief zijn hoofd op en zag nog net haar haar, voordat het achter een rij huizen verdween. De wekker in zijn hoofd ging af. Hij moest nu iets doen, anders zou het te laat zijn. Hij sprong op en begon te rennen, over het plein, langs de eik en uiteindelijk de hoek om. De straatstenen tussen zijn voeten leken bij iedere stap meer in elkaar over te lopen, de hele straat leek plots wel een grote steen. Maar hij moest doorrennen. Daar was ze al, met haar blonde staart enthousiast in de wind wapperend. Hij moest zich inhouden om haar niet te roepen, maar nu was ze al binnen zijn bereik. Hij hield zijn pas in om wat op adem te komen. Toen strekte hij zijn rechterarm uit en pakte haar voorzichtig vast. Hij voelde hoe ze verstijfde. “Wat?” vroeg ze overduidelijk geïrriteerd. Hij pakte haar nu bij beide bovenarmen vast en draaide haar naar zich toe. Wat onwillig keek ze hem aan. “Wat wil je nou?” Ze probeerde zich los te wurmen uit zijn ferme, doch zachte grip. Waarom liet hij haar nou niet met rust? Ze had het zonder zijn bemoeienis al moeilijk genoeg. “Het.” En voordat ze ook maar iets kon bevatten, had hij zijn lippen al vluchtig op de hare gedrukt. Zonder te weten wat ze deed, ontweek ze zijn zoen niet. Ergens schreeuwde een stem dat het belachelijk was wat ze aan het doen was, maar het gevoel was te bevredigend. Ze moest wegstappen en rennen, maar ze wilde het niet. Haar hele lichaam had al zo lang hierom geschreeuwd en nu lieten haar zintuigen hem niet meer gaan. Gevangen in haar web van verlangens. “Stop!” ze stapte achteruit en duwde hem van zich af. Onschuldig keek hij haar aan; zijn ogen smeekten om meer. Maar ze kon het niet. “Nee.” Ze draaide zich om en liep. Gekwetst beet hij op zijn lip. Overmorgen zou ze weer komen. ____________________________________ En? Ik vind zelf dat het nu eindelijk een beetje de goede kant opgaat.
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
Laatst gewijzigd op 05-01-2004 om 19:49. |
07-01-2004, 20:50 | ||
Citaat:
Maar k moet ook andere dingen schrijven, vandaar. En, heeft er nou niemand échte feedback? De 'meer' en 'leuk' zijn leuk, maar wel een beetje niet echt constructief voor mijn schrijf carrière..
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
07-01-2004, 20:59 | ||
Citaat:
(op voorwaarde dat ik op mijn volgende verhaal/column die ik hier post ook wat van jou mag ontvangen |
08-01-2004, 15:45 | ||
Citaat:
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
09-01-2004, 15:07 | |
Er werd op de deur geklopt. Met een rozige blos van inspanning op zijn wangen keek hij op van zijn schrijfwerk. Hij wierp een blik op de klok, het was nog geen tijd voor zijn volgende consult.
“Binnen.” “Robin? Stoor ik?” Het was Roos, ze keek wat verlegen om het hoekje van de deur. Onbewust begon hij te glimlachen. “Tuurlijk,” zei hij en stond op. Met zijn armen probeerde hij naar een stoel te begeleiden, maar ze bleef onwennig midden in de kamer staan. “Sorry dat ik zo lastig ben, maar voor de eerste keer sinds heel lang heb ik het gevoel dat ik het moet vertellen.” Vol schaamte boog ze haar hoofd naar de vloer, naar de donkergrijze vloerbedekking. “Ga zitten.” Hij schoof een stoel naar achteren en ging zelf weer achter het bureau zitten. Wat houterig nam ze plaats op de andere stoel. Ze legde haar armen op tafel en vouwde haar handen in elkaar. Nog een keer zuchtte ze diep. “Het slaat helemaal nergens op, maar ik behoor het toch een keer aan iemand te vertellen.” “Ga je gang,” knikte hij haar toe. “Die psychologe, Inge heette ze, van wie ik dat geld heb genomen. Daar zit een soort van verhaal achter.” Onzeker en blozend keek ze hem aan. Dit was fout. Ze vertelde iets heel doms, hij lachte haar uit. Hij vond het vast belachelijk. “Het is al goed, ga verder,” probeerde hij haar te stimuleren. Inge was vriendelijk geweest en had alles zo goed begrepen, het leek net alsof ze haar al jaren had gekend. Urenlang kon ze haar hart bij haar uitstorten. Ze vertelde over Pieter en over hoe gelukkig hij haar eerst had gemaakt, totdat hij er vandoor ging met die kerel natuurlijk. En voordat ze het had geweten, was ze verliefd op haar geworden. Zonder dat ze het had gewild natuurlijk, maar nu ze eenmaal in de valkuil der liefde was gevallen, was er geen weg terug. Steeds vaker was ze langsgekomen, steeds meer hadden ze gepraat. Inge had haar zelfs uitgenodigd voor een zomers diner, bij haar thuis nog wel. Maar ze bleek getrouwd en opgezadeld met twee kinderen. En dat terwijl zijzelf zo’n hekel aan kinderen had. Nooit meer had ze bij Inge thuis willen komen. Totdat ze haar had gezoend, die ene dag. Het was de allermooiste zomerdag in Juni geweest, de zon had geschenen en de vogels hadden nog nooit zo uitbunding hun mooiste liederen ten gehore gebracht. Verlamd had ze minutenlang staan kijken naar het gezicht, naar de lippen die haar net gezoend hadden. Ze kon het niet begrijpen. Waarom had ze dat gedaan? Omdat ze van haar hield, zei Inge. Ze beloofde haar liefde, geluk en al het andere dat je iemand kon beloven. Gedrogeerd had ze de daar opvolgende weken doorgeploeterd, alleen maar verlangend naar haar. Alles zou goed komen, had Inge gezegd, ze zou bij haar man weggaan. Ze hield immers van haar en niet van die man waarmee ze jaren geleden in het huwelijk was getreden. Voor de eerste keer in haar leven leek het alsof Roos dan toch gelukkig was. “Maar-maar, ik was natuurlijk gewoon hartstikke dom bezig. Hoe had ik ooit van zo’n mooie en knappe vrouw kunnen verwachten dat ze alles op zou geven en van mij zou houden?” Alle gevoelens leken terug te komen. Ze voelde weer de pijn, het verraad en de woede. En het verdriet, het diepgewortelde gevoel van pure zieligheid. Langzaam begonnen de tranen weer op te wellen. Snel greep ze een zakdoekje uit haar tas als voorzorgsmaatregel. Als Robin geen psycholoog was geweest, was hij geschrokken. “Nouja, ze bleef dus gewoon bij haar man en probeerde mij gewoon aan een lijntje te houden. Toen heb ik besloten om haar op een bepaalde manier te straffen. Dat geld was een beetje zwak, ik had haar écht moeten raken. Maar toen leek het een goed idee.” Met een gevoel van lichte voldoening zuchtte ze. Alles had ze verteld, het was er eindelijk uit. Het leek eerst alsof hij niets wist te zeggen. “Dat is inderdaad nogal een verhaal, maar je moet je natuurlijk wel realiseren dat niet iedereen zo in elkaar zit als zij.” Ze pufte. “Veel wel.” “Misschien veel, maar dat is nog lang niet iedereen.” “Wat jij wilt.” “Roos, je moet niet denken dat er alleen maar slechte mensen rondlopen die je pijn willen doen. Je moet durven leven en daarbij hoort het nemen van risico’s. Sterker nog, er is niets waar geen risico aan verbonden is. Het leven is een aaneenschakeling van moeilijke keuzes, maar je moet ze wel durven maken. Dat is belangrijk. Echt. Geloof me nou maar,” hij lachte haar toe toen hij haar semi-onverschilligheid opmerkte. “Durf me te geloven.” Ze frunnikte aan de rits van haar tas. Hij mocht het wel zo mooi verwoorden, maar toepassen is iets heel anders dan bedenken. Hij wist niet hoe moeilijk zoiets kon zijn. “Ik moet maar eens gaan,” zei ze zachtjes en stond op. Ze was de deur al uit toen hij riep. “Hier, dit is nog van jou,” fluisterde hij en duwde een stoffen tasje in haar handen. Met haar beige jasje aan baande ze zich een weg door de straten. Het was prettig weer, de zon was al aan het ondergaan en het rook overal heerlijk. Er was een onzichtbare kracht die haar leek te dwingen bij iedere hoek even stil te staan en te genieten. Toch wilde ze naar haar kamer, ze wilde naar haar eigen thuis. Lekker vroeg in bed gaan liggen en genieten van een boek. Ze had beslist wat afleiding nodig. Gemakshalve was ze al bijna thuis, haar omweg had haar toch snel naar huis geleid. Sinds ze hem over Inge had verteld, had ze zich veel beter gevoeld. Wel beter, maar nog niet goed. Het was moeilijk voor haar om de dingen anders te gaan zien. Maar ze moest en zou vrij raken van haar herinneringen. De test had ze niet gedaan, verloren lag het blauwe doosje ergens op haar bureau. Een vergeten souvenir van een reis die ze helemaal niet had gemaakt. Ze lichtte haar kussen op en haalde er haar pyjama onder vandaan. Het was een groot wit shirt met een wijde hals waardoor ze altijd met blote schouders sliep. Het leek eigenlijk net op een jurk als ze het aanhad. Bewonderend ging ze voor de spiegel staan. Ze was nog niet eens zo dik of lelijk, bedacht ze toen ze haar hoofd op haar blote schouder liet rusten. Plots leek haar blik gevangen door haar buik. Zachtjes aaide ze erover heen. Ze had nooit kunnen leven met een kind, ze haatte kinderen. En de vader, de man. Ze schudde heftig haar hoofd. Ze kon en wilde simpelweg niet in zo’n onaards en abstract verschijnsel als liefde geloven. Nog nooit had ze werkelijk het echte gevoel van liefde kunnen ervaren, zonder bang te zijn dat er op een bepaald moment een einde aan het geheel zou komen. “Ja.” Opeens leek ze iets te snappen. “Durven geloven.” Ze sprong op, greep naar haar schoenen en rende haar kamer uit. Buiten regende het hard. Ze leek het niet op te merken, ze moest rennen, ze moest ergens heen. Het was ondanks de regen niet echt koud, alhoewel de rillingen over haar natte rug liepen. Toch trok ze zich er niets van aan. Dit was iets wat nu moest gebeuren. Hijgend hield ze stil voor een ouderwets huis. De deur was dicht en dwong haar op de kaartjes naast de verschillende belknopjes te kijken. “Aha,” mompelde ze zodra ze de gewenste naam zag staan. Met haar wijsvinger drukte ze onafgebroken op de bel naast ‘Ibens’. “Ja?” klonk er uit de luidspreker. “Ik ben het,” fluisterde ze. Idioot eigenlijk dat ze niet gewoon haar naam zei. Alsof hij haar stem zou herkennen. Dan zou hij vragen wie ze was en wat ze hier in hemelsnaam deed. Maar het gebeurde niet. Het werd stil aan de andere kant van het luidsprekertje. “Robin?” Er kwam geen reactie. Teneergeslagen draaide ze haar hoofd om. Ze had het kunnen weten, het kon hem werkelijk niks schelen. Een echte professionele psycholoog. Een echte man. “Roos?” Geschrokken draaide ze zich om. In de deuropening stond hij. Halfaangekleed en vragend. “Ik weet het,” zei ze en liep op hem af,” durven geloven.” Het regende nog steeds, haar shirt was doorweekt geworden en haar haar hing in lange natte slierten om haar gezicht. Hij deed een stap naar voren en pakte haar beet. “Ik durf het. Ik geloof,” mompelde ze terwijl ze haar hoofd diep wegdrukte in zijn lichaam. Ze rook hem weer, de vertrouwde mannelijke geur. “Ik geloof je,” fluisterde hij en kuste haar op haar hoofd. … 9.592 woorden. © Roos Brekelmans. 9 Januari 2004 voltooid. _____ Und?
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
09-01-2004, 22:27 | ||||||||||||||||||
Pom-tie-dom, klaar met het gedoe voor school, ik moet iegenlijk naar bed, want ik voel me bagger.. Maar goed: Op de een of andere manier heb ik besloten hieraan te beginnen .
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Misschien was dit een knuffelige poes, maar om dan bij een onbekend iemand te gaan liggen, nee. Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
“Hier, dit is nog van jou,” fluisterde hij en duwde een stoffen tasje in haar handen." Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Ik vind hem geweldig! Een verhaal van formaat, een prachtige neerslag van dat gevoel; ik kan het gevoel haast proeven Geen cliché-zinnetjes en woorden. Geen inhoudloos gezever over een gelukkig stelletje met alle standaard fasen. Gewoon een goed verhaal wat ik zeker nog een keer ga lezen en waar je oprecht trots op mag zijn! Zo, en nu ga ik slapen! |
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Verhalen & Gedichten |
[verhaal] Stopcontact Vogelvrij | 10 | 11-01-2005 15:29 | |
Verhalen & Gedichten |
[Verhaal] Geel Riantje | 15 | 24-05-2004 17:51 | |
Nieuws, Achtergronden & Wetenschap |
Homo-discussie België J. Geelman | 137 | 12-01-2004 15:01 | |
De Kantine |
Wat staat er onder jouw CTRL-V? Tandpasta | 499 | 28-11-2003 22:11 | |
Levensbeschouwing & Filosofie |
christendom versus sex elledc | 41 | 26-11-2003 20:23 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
Doping juutje_17 | 8 | 06-04-2001 13:37 |