De contractiestelling (ook wel vast-puntstelling) van Banach luidt als volgt: laat f een afbeelding zijn van een gesloten deelruimte D van een metrische ruimte M waarin voor q<1, x1 en x2 uit D en de afstandsfunctie d in M (de metriek) een contractie wordt gedefinieerd door d(f(x1),f(x2))<q*d(x1,x2), dan is er in D precies één punt x0 (een vast punt genoemd) met de eigenschap x0=f(x0).
Veronderstel dat we een rij x

in D hebben met de eigenschap x(n+1)=f(x

), dan geldt: d(x

,x(n+1))<q^(n-1)*d(x(1),x(2)). Voor een gegeven p geldt dan: d(x

,x(n+p))<(q^n+p-2+...+q^n-1)d(x(1),x(2)). Voor 0<q<1 levert dit op:
d(x

,x(n+p))<q^(n-1)*d(x(1),x(2))/(1-q), zodat x

een cauchyrij is met een vast punt x(0) als limietwaarde. Laten we in de voorgaande uitdrukking p naar oneindig gaan, dan vinden we: d(x(0),x

)<q^(n-1)*d(x(1),x(2))/(1-q) als afschatting voor de fout die we maken door x

als benadering voor de oplossing x(0) van de vergelijking f(x)=x te kiezen.