Nee, deze toon zal ik zeker niet de hele tijd vasthouden, af en toe zullen deze stukken er tussen staan. Het grootste gedeelte van de tekst zal 'in normale woorden' geschreven worden.
En voor zover ik weet, klopt dat wel, of niet? Het zijn toch gewoon Nederlandse woorden.
Offtopic: Ha Twijg
Om maar even een voorbeeld te geven, zo zal het ongeveer verder gaan:
De Proloog.
De proloog van het hart.
De wind zal waaien in mijn richting. De zon zal schijnen in mijn hart. De regen zal vloeien, langs mij heen. En het zal stormen in mijn hoofd.
Het licht van duizend sterren zal op mij schijnen, wanneer mijn gave gestreeld wordt door het schijnsel van de maan.
Ik zal floreren, bij het licht van de zon. En ik zal bloeien tijdens de donkere nachten, waarin ik zal schuilen voor de verdorven geur der banaliteit.
Ik zal dansen aan de rand van de vierkante aarde. Ik zal dansen voor hen die reeds gevallen zijn. Ik zal rondfladderen op de dunne schedels van de verlorenen. En ik zal geen angst kennen, omdat deze niet gegrond zal zijn.
Want immers, geluk is al gevonden, diep geworteld in mijn wezen. Daar, waar ik nog zweef, in de hoogste hemel der hemelen. En ik zal blijven zweven, tot het einde der dagen. Neen, tot het einde der tijden. Tot dan, zal ik dansen, zal ik zweven, zal ik fladderen op mijn levenspaden, als een dwaas. Want een dwaas, zal ik zijn.
De proloog van het verstand.
Al sinds het begin van mijn bestaan, verlangde ik naar China. Gefascineerd door hun cultuur zag ik mijzelf altijd al als de ware koning van dit rijk. Mijn mond hierover heb ik nooit gehouden. Natuurlijk nam niemand mij serieus. Gek was ik, een gek met een nog gekkere droom. Hoe zou ik nou ooit koning van China kunnen worden? Ik ben tenslotte niet rijk, niet knap, niet slim, niet wijs. Sterker nog, ik ben niet eens Chinees.
En China is ook geen monarchie. Nee, China is een republiek.
Wanneer u mij op straat tegen zou komen, zou ik u niet eens opvallen. Aan de buitenkant zag ik er net zo uit als ieder ander. Van binnen was ik echter anders. Een gek met een droom. Niet doorsnee, niet saai, maar gek. En dat gaf de doorslag. Op een gewone donderdagmiddag ging ik mijn ongewone droom achterna. Ik pakte mijn koffers in en vertrok. Op weg, naar mijn koninkrijk.
Natuurlijk wist ik wat ik achterliet. Mijn familie en mijn vrienden. Je verleden, je heden en je toekomst, zou mijn vader zeggen. Je verstand, voor zover je dat al had.
Maar hij vergiste zich. Ik had geen verleden, en geen heden en geen toekomst. Ik bestond simpelweg niet. Want ik was zoals alle anderen. Ik was niemand, niemand in het bijzonder.
Hoofdstuk 1.
De felle zon verlichtte het perron. Mensen stapten haastig in en uit de trein. Ik niet. Ik zat op een bankje en bekeek het tafereel. Een moeder trok haastig een jengelend kind mee. Een man met een bolhoed maakte een praatje met de conducteur. Twee meisjes giechelden naar een knappe jongeman. Ik genoot.
Uren heb ik op dat bankje gezeten, en gekeken. Voor het eerst in mijn leven besefte ik hoe vrij ik was. En gelukkig. Dolgelukkig met de moed die mij gegeven was.
[ Kun je dit eigenlijk wel doen, zo'n beetje, twéé prologen hebben. Ik denk dat die tweede wel een beetje essentieel is om het verhaal te snappen, terwijl die eerste mooier is (naar mijn mening. ]