|
Voor de derde zaterdag achtereen fietste Joran die ochtend richting het station. Hij was veels te vroeg weggegaan, want als hij iets niet kon maken, dan was het de trein missen. Eindelijk, na al dat gedoe, zou hij zijn blind date ontmoeten. Bij de telefoons tegenover de Pizzahut. Wéér. En ook wéér om kwart over elf.
Een paar minuten voor het vertrek van zijn trein richting Utrecht kwam hij bij het station aan, deponeerde zijn fiets in fietsenrek en liep door de schuifdeuren de stationshal in. Midden in de hal bleef hij staan. Zijn geweten twijfelde. 'Moet ik nou eigenlijk wel gaan? Eigenlijk heb ik er nu al helemaal geen zin meer in. Wat zal er deze keer nou weer voor iets gebeuren? Weer een wildvreemd meisje dat zomaar met me op stap gaat? Of eindelijk mijn oorspronkelijke blind date ontmoeten, die me de eerste keer had laten zitten en de keer daarop zei dat ze de trein gemist had - en hem eigenlijk niet eens meer wilde ontmoeten?'
De mail die hij afgelopen zaterdagavond van haar had gekregen had hij eerst totaal niet begrepen. Maar nadat hij hem nogmaals overgelezen had begon zijn verbazing in onwetendheid over te vloeien. 'Wat was dit nou weer voor iets? Als het blonde meisje zijn blind date niet was geweest... wie was dat dan wel? Zomaar iemand? Dat zal toch niet - wie doet nou zoiets?'
Nu hij er zo over na aan het denken was herinnerde hij zich het moment waarop ze elkaar ontmoet hadden. Ze had toen een beetje vreemd gereageerd op zijn vraag of zij zijn blind date was, dat wist hij nog. Maar doordat de rest van de middag zo gezellig was geweest en het einde als zijn droom, had hij er helemaal niet meer aan gedacht. Tot hij die avond thuis kwam en het beruchte mailtje las.
De volgende dag had hij haar gesproken, en was er gauw achter gekomen dat het mailtje geen misplaatste grap van haar was geweest of zo, nee - ze had echt een haar eerste trein gemist en had redelijk boos gereageerd op de vraag of 'haar mail een grap was'.
Joran had haar niet verteld dat hij een ander meisje voor haar aan had gezien, en dat meisje zo goed meegespeeld had. "Ik dacht na een paar minuten dat je weer niet op zou komen dagen, en aangezien na twintig minuten er weer een trein terug ging, ben ik toen gegaan. Het spijt me werkelijk... misschien dat we het nog één keer moeten proberen? Drie maal is scheepsrecht!" Gelukkig was ze akkoord gegaan. 'Zij geloofd er gelukkig ook nog steeds in', had Joran gedacht: 'en dat meisje kom ik toch nooit meer van mijn leven tegen. Ze zal ons uitje wel niet leuk genoeg hebben gevonden, anders had ze haar telefoonnummer - of wat dan ook - wel hebben gegeven. Jammer, maar helaas.'
Onrustig keek hij de stationshal rond. Nog twee minuten, dan ging zijn trein. 'Waarom zou je niet gaan? Ze komt deze keer vast wel opdagen hoor!', probeerde hij zichzelf om te praten: 'en wie weet... loop je háár ook nog wel tegen het lijf, ergens, een keer.' Overtuigd liep hij naar de kaartjesautomaat en kocht zichzelf een retourtje Utrecht CS. Hoe meer deze zaterdag de afgelopen week dichterbij was gekomen, hoe meer iets in hem zei dat hij haar nog eens zou zien. 'Wat dubbel eigenlijk. Ik ga blind daten met een meisje en hoop dat ik een meisje waarmee ik vorige week nog blinder dan blind heb gedate tegenkom, terwijl ík dacht dat zij eigenlijk mijn echte blind date was!'
Per dag die was verstreken voelde hij dat hij meer zin kreeg in het mysterieuze meisje ontmoeten dan zijn oorspronkelijke blind date. Donderdagavond had hij de afspraak van 's middags naar kwart over elf 's ochtends gezet. "Waarom weer dezelfde tijd? Ik vind dat zo vroeg!" had ze gezegd. Hij wist wel beter. De grootste kans dát hij haar tegenkwam was op hetzelfde tijdstip - dezelfde plaats als vorige week. Meer kon hij niet doen.
Voor zijn gevoel duurde de reis veels te kort. Piekerend over wat er deze dag nou weer zou gaan gebeuren, muziek luisterend en naar buiten kijkend waren de zeventig minuten in een mum van tijd om. De trap naar de stationshal - die hem steeds bekender werd - liep hij zonder enige vorm van zenuwen op. Alleen onwetendheid spookte rond in zijn gedachten, onwetendheid wat er nu weer gebeuren zal. Dat deze dag compleet vlekkeloos zal verlopen verwachtte hij niet. Hij wíst van niet.
Joran liep richting de Pizzahut en zag, toen hij er nog enige meters van verwijderd was, een meisje tegen de telefoontoestellen staan - om zich heen kijkend, alsof ze op iemand wachtte. Ze was in spijkerstof gekleed, met roze laarzen en een roze schoudertasje. Haar donkerblonde haar had ze in een staart gebonden – ze had heldere, blauwe ogen. Ze keek op haar horloge, en toen Joran naar haar toe liep keek ze hem even aan met een blik van 'ken ik jou niet ergens van?' maar gelijk weer weg. 'Is dit ze? Ze ziet er leuk uit!' dacht hij toen hij naar haar toe liep: Zal ze me soms niet herkennen van de foto die ik haar een tijdje geleden gestuurd heb..?'
"Hoi, ik ben Joran. Ben jij mijn blind date?" Shit, wat klonk dat stom.
"Hoi. Ja, ik denk het! Ben jij het toch? Ik dacht je net al te herkennen toen je aan kwam lopen, maar ik wist het niet zeker. Nou, na twee keer treffen we elkaar eindelijk een keer wél!" Ze lachte: "Ik heet Samira."
"Ja gelukkig! Sorry nog, dat ik de vorige keer weer zo snel weg was..."
"Geeft niet hoor, je bent er nu toch?" Haar glimlach liet hem al een klein beetje smelten. "Zullen we ergens wat gaan drinken?"
Ze hadden samen koffie gedronken, en daarna geluncht. Het had geklikt, ze konden net zo leuk met elkaar praten als dat ze over MSN en de mail hadden gedaan. Ze had haar hand al een keer een paar minuten op de zijne gelegd, en verschillende complimentjes waren over en weer gegaan. Joran was het mysterieuze meisje van vorige week al vergeten, zo gezellig had hij het. Tot ze opeens, alsof ze uit het niets kwam, achter Samira stond. Ze keek hem strak aan, wenkte even en liep vlug richting de toiletten.
"Is er iets?" vroeg Samira hem. "Je kijkt alsof je net Máxima langs zag lopen, of zo. Is er iets niet goed?"
"He? Nee... nee laat maar er is niets." Zijn hersens draaiden op volle toeren. Was ze het echt? Hoe had ze hem dan gevonden? "Ehm, ik moet even naar de wc," stamelde hij, stond op en liep weg. Samira keek heb verbaasd na.
Ze stond in het gangetje op hem te wachten. Ze had dezelfde, donkerrode jas aan - haar lippen had ze dezelfde kleur rood gestift. Ze zag er prachtig uit. "Wat... wat doe jij hie..." Ze liet hem zijn zin niet afmaken, maar kuste hem vol en lang, alsof ze hem verschrikkelijk gemist had. Toen stopte ze, keek hem recht in zijn ogen aan en zei: "Dit is de laatste keer dat je me tegenkomt, denk ik. Zo te zien heb je het leuk met haar, is het niet? Dat doet me goed - is het toch nog goed gekomen!"
"Hoe... Wat... Hoe wist je dat ik hier was!?"
"Ik was er ook om kwart over elf. Ik stond een paar meter verderop en ben jullie gevolgd. Ik wist dat je er vandaag weer zou zijn. Ik wil je nu vertellen dat je niet meer aan me moet denken. Vorige week... was eenmalig. Eenmaal heel geslaagd maar eigenlijk niet de bedoeling. Ik wil je niet van haar afpakken. Ze vind je leuk."
"Maar ik... hoe weet je dat? Waarom zei je vorige week dat je wél mijn blind date was! Wat is dit voor onzin!" Joran werd een beetje kwaad. Hoe graag hij haar weer had willen zien. En nu dit!
"Nou rustig maar! Ik kon je daar vorige week niet laten staan, begrijp je? Misschien, als je er nu weer alleen had gestaan was ik wel op je afgelopen. Maar je échte blind date is er dit keer wel! Ga nou maar voor haar, dat gaat goed komen!" Ze gaf hem een kus op zijn wang. "Ik ga nu. Dag!"
"Wacht! Mag ik in ieder geval je telefoonnummer?" Ze schudde haar hoofd. "E-mailadres..? Iets? Of... of wil je de mijne?" Weer schudde ze haar hoofd: "Verleidelijk maar... nee." Ze schonk hem een laatste glimlach en liep het gangetje uit, door het restaurant richting de uitgang. Joran snelde haar achterna: "Asjeblieft, wacht even!" Ze was al door de deur heen. Vlug liep hij naar de deur en… "Joran! Wat ga je doen!?" Vanaf het tafeltje staarde Samira hem aan. "Tegen wie had je het net? En waarom wilde je gaan!"
Hij liep terug naar het tafeltje en ging weer tegenover haar zitten. "Nee, laat maar. Ik… had telefoon, maar hij heeft al opgehangen," loog hij. Buiten zag hij het mysterieuze meisje nog net de hoek om slaan. Hij zou haar nooit meer zien. Een beetje bedroefd staarde hij naar zijn lege bord, niet wetend wat hij nu moest.
"Zeg, zullen we een wandeling gaan maken door het park hier vlakbij? Het is mooi weer!" Samira’s ogen straalden. "Dat lijkt me gezellig, met jou..," vervolgde ze lief. Joran keek haar aan. Zijn bedroefdheid verdween – hij begon in te zien dat het meisje gelijk had. "Ja, goed plan. Kom!" Ze stonden op van tafel, betaalden aan de kassa en pakten elkaar bij de hand. Samen liepen ze de deur uit richting het park. "Wist je," begon ze: "dat het maar anderhalf uur is met de trein, van mij naar jou…?"
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.
Laatst gewijzigd op 07-05-2004 om 19:36.
|