|
bedankt allemaal voor de leuke reacties, super!
Er gaan een paar dagen voorbij, zonder dat er veel gebeurt. Mama zit veel op haar kamer, ze wil met niemand praten. Mam heeft een soort altaar voor Fenna gemaakt. Op een tafeltje staan kaarsjes, foto's en knuffeltjes van Fenna. Hier zit ze dan de hele dag bij, en ze praat tegen de foto's. Papa heeft het erg zwaar. Hij laat het niet merken, maar ik ken hem goed genoeg om te weten dat hij het moeilijk heeft. Heel erg moeilijk. Hij doet erg zijn best om er voor mij te zijn, en ondertussen doe ik net zo hard mijn best om er voor hem te zijn. Ik probeer mama zo veel mogelijk met rust te laten, ze wil me niet zien, net zoals ze papa niet wil zien.
Alec komt veel langs. Hij is echt een grote steun voor me. De afgelopen tijd is hij steeds meer voor me gaan betekenen. Misschien wel te veel...
Als mama na een week nog niets tegen mij heeft gezegd, heb ik er genoeg van. Ik loop naar boven. Voor de slaapkamerdeur blijf ik even staan. Dan klop ik zachtjes op de deur. Geen reactie. Voorzichtig open ik de deur. Ik zie mam op de grond voor het tafeltje zitten. Ze praat in zichzelf, ze heeft niet eens door dat ik naast haar ga staan.
'Mam?' zeg ik zachtjes. Ze kijkt niet op.
'Mam? Ik zou graag even met je willen praten,' probeer ik nog eens. Mam kijkt me aan en ik schrik me kapot. Die blik in haar ogen heb ik nog nooit gezien!
Ze zegt nog steeds niks. Een ijzige stilte vult de kamer.
Langzaam staat ze op.
'Jij wil met mij praten? Jij, degene die er altijd al alles voor gedaan heeft om alle aandacht voor zichzelf te krijgen? Degene die het eigenlijk totaal niet erg vindt dat haar zusje weg is?'
Ik herken mam niet meer terug.
'Mama, luister nou. Ik vind het net zo erg als jij dat Fenna dood is. Hoe DURF je te denken dat ik dat zo wilde!' ik schreeuw het uit.
'Fenna is niet dood! Ze is een tijdje weg en straks komt ze weer terug, waarom gelooft niemand mij?!' Mama loopt op me af en gaat dicht bij me staan.
'Ik zie jou niet meer als dochter. Als Fenna straks weer terug is, is zij mijn enige dochter.'
Ze weet niet wat ze zegt. Ze weet niet wat ze zegt, denk ik bij mezelf. Ik duw mam van me af ren snikkend de kamer uit. Op de trap komt papa me tegemoet. Ik zie niks en ren het huis uit. In de slaapkamer klinkt geschreeuw en het geluid van vernieling.
Aan één stuk door ren ik naar de begraafplaats. Ik merk pas dat ik er ben, als ik het geluid van grind weer onder mijn schoenen hoor. Ik stop met rennen en ik loop rustig naar het graf van Fenna. Ze ligt op een mooie plek, in een hoek van de begraafplaats, onder een grote kastanjeboom. Zwijgend veeg ik een paar bladeren van het graf. Ik streel over de foto van Fenna en steek een kaarsje aan. Ik denk aan mama. Wat zou er met haar aan de hand zijn? Papa zei dat ze de dood van Fenna nog geen plaats heeft gegeven. Daarom denkt ze dat Fenna weer terug komt. Ik merk dat het al wat gaat schemeren. Ik moet naar huis, misschien wordt pap wel ongerust. Langzaam sta ik op en loop in een traag tempo naar huis. Elke onschuldige steen die voor mijn voeten ligt, wordt met een harde trap weggeschopt.
Als ik de kamer binnenloop, zit pap op de bank. De blik in zijn ogen zegt dat er wat mis is. Vragend kijk ik hem aan. Hij gebaart dat ik naast hem moet komen zitten. Snel ga ik naast hem zitten.
'Wat is er?' vraag ik ongerust.
'Mama is door het lint gegaan. Ze wist totaal niet meer wie ze was en wat ze deed. Toen jij de trap af liep, ben ik naar mama toe gegaan. Ze herkende me niet meer...' Papa slikt even en veegt een paar tranen van zijn wang. Ik pak zijn hand beet. Dan gaat hij verder.
'Ze begon met dingen naar me te gooien. Beeldjes, foto's van ons samen, alles kreeg ik naar mijn hoofd. Toen kwam ze naar me toe en ze viel me aan. Ze schreeuwde dat jij en ik Fenna kwijt hadden gemaakt, en dat ik haar weer moest opzoeken.'
Ik luister naar wat pap zegt, maar ik kan niks zeggen. Ik wacht tot hij verder verteld.
'Ze begon me te slaan en te schoppen. Ze was zo sterk Britt, ik kon haar niet aan. Die blik in haar ogen. Ik had haar nog nooit zo zien kijken, zo...haatdragend. Ik heb een ambulance gebeld, zij hebben haar medicatie gegeven, daarvan raakte ze loom en viel ze in slaap.'
Met open mond kijk ik pap aan. Mijn moeder, mijn eigen moeder die zich zo gedroeg.
'En nu?' vraag ik met een schorre stem.
'Ze ligt nu op de gesloten afdeling van het ziekenhuis. Het is niet zeker wanneer ze weer naar huis mag,' antwoordt pap.
'Ik... Ik weet niet goed wat ik moet zeggen.' We huilen nu allebei. Samen liggen we een tijd tegen elkaar aan. Na een tijdje duwt pap me zachtjes van zich af.
'Ik ga even naar het ziekenhuis.' Bij die zin krijg ik overal kippenvel. Dit zei pap ook nog niet zo lang geleden toen Fenna in het ziekenhuis lag.
Ik knik, en na een tijdje hoor ik de deur dichtslaan. Ik kijk op de klok en zie dat het zeven uur is. Alec is nu wel thuis van zijn werk. Ik bedenk me geen moment en fiets naar Alec.
Hij opent de deur al voordat ik aan kan bellen.
'Hey,' zeg ik zachtjes.
'Hoi meisje, hoe is het?' Alec doet een stap opzij, zodat ik naar binnen kan lopen. Ik schud mijn hoofd, en loop naar binnen voordat hij mijn tranen kan zien.
'Mijn moeder is opgenomen,' zeg ik terwijl ik op de bank neerplof.
'Wat? Waarom? Wat is er gebeurd?' Alec gaat naast me zitten en pakt mijn hand beet. Hoe ellendig ik me ook voel, toch voel ik een paar kriebels in mijn buik.
'Ze wist niet meer wat ze deed. Ze ligt op de gesloten afdeling.' Tot nu toe bleef ik nog rustig.
'Maar wat is er dan gebeurd, Britt?' Alec kijkt me vragend aan en streelt langzaam met zijn vinger over mijn hand. Ik probeer het gevoel te negeren en vertel het hele verhaal. Hoe meer ik vertel, hoe luider ik ga praten. Aan het einde van het verhaal huil ik de ogen bijna uit mijn hoofd en schreeuw ik het uit.
'Ik begrijp het niet, Alec. Ik begrijp er echt geen snars van! Mijn moeder verwijt me de dood van Fenna, ze herkent mijn vader niet meer, en ze denkt dat Fenna niet dood is, maar gewoon over een tijdje weer terug komt. En nu ligt ze verdomme op de gesloten afdeling! Wat heeft het eigenlijk nog voor nut dat ik leef? Mijn zusje is dood en mijn moeder is gestoord! Papa is de enige die nog om me geeft. Het zou me niks verbazen als hij me straks ook niet meer wil zien, ik heb mama tenslotte gek gemaakt!'
Ik kruip tegen Alec aan, en hij omhelst me stevig. Al die tijd heeft hij nog niks gezegd.
Nadat ik een paar minuten zo tegen Alec aan gelegen heb, pakt Alec mijn gezicht beet en dwingt hij me om hem aan te kijken.
'Lieve Britt, er zijn zo ontzettend veel mensen die om je geven. Wat dacht je van Christine? En van Mark?' Ik realiseerde me ineens dat ik al een tijdje niet meer met Christine gesproken had. Lekker, dat schuldgevoel kan er ook nog wel bij.
'En Britt, wat dacht je van mij?' Alec kijkt me aan en ik krijg een gevoel wat ik nog nooit eerder heb gehad.
'Ik geef heel erg veel om je Britt. In korte tijd ben jij zoveel voor me gaan betekenen. Ik vind je een bijzonder meisje, al vanaf de dag dat jij knock- out op de kraamafdeling lag.'
Alec glimlacht even en ik moet lachen en huilen tegelijk. Wat is hij lief. Ik geef hem een knuffel en Alec geeft me een kusje op mijn wang. Ik pak zijn hoofd tussen mijn handen en kus hem op zijn mond. Een minuut voelde ik me weer even de gelukkigste persoon op aarde.
Even voelt het goed, dan komen al mijn gedachten weer terug.
'Ik moet gaan, papa is vast al terug uit het ziekenhuis. Ik wil weten hoe het met mama is.'
Alec knikt begrijpelijk en geeft me nog een kus.
'Sterkte, en bel me als je meer weet. Moet ik anders met je mee gaan?'
Ik schud m'n hoofd.
'Nee, dat is niet nodig, het gaat wel.'
Als ik weer naar huis fiets, heb ik een gemengd gevoel. Aan de ene kant voel ik me verliefd, aan de andere kant verschrikkelijk verdrietig. Ik zie dat pap al thuis is, de auto staat op de oprit. Ik durf eigenlijk niet goed naar binnen, ik ben bang voor het nieuws.
Als ik de kamer binnenloop, zit papa op de bank voor zich uit te staren. Hij kijkt op als ik naar hem toe loop.
'En?' vraag ik voorzichtig.
'Mama komt voorlopig nog niet thuis. Ik mocht eventjes bij haar kijken. Ze was versuft van de medicijnen, maar ze was wel wakker. Toen ik naast haar bed stond, keek ze me recht in m'n ogen.' Pap wacht even. 'Ze zei dat ze me haatte.'
Ik schud zachtjes mijn hoofd.
'Zei ze ook nog wat over mij?' Het blijft een tijdje stil.
'Pap? Zei ze ook nog wat over mij?'
Pap kijkt naar de grond.
'Ja, ze zei wat over jou, maar dat maakt verder niks uit,' antwoordt pap.
'Ik wil weten wat ze zei! Wat zei ze pap?' Ik raak geïrriteerd. Waarom wil hij het niet tegen me zeggen?
'Ze zei dat jij ervoor hebt gezorgd dat Fenna "kwijtgeraakt" is, en dat ze je nooit meer wil zien.' Ik laat me languit op de bank vallen en kijk voor me uit.
'Denk er niet te veel aan, Britt. Mama is ziek.'
'Wat hebben de dokters over mama gezegd?' vraag ik.
'Ze kunnen nog niks over haar toestand zeggen. We moeten eerst afwachten hoe ze op de medicatie reageert.' Pap kijkt me aan. 'Tot die tijd zijn we met z'n tweetjes thuis, en we maken er wat leuks van, oké?'
Ik zie hoe hij z'n best doet om me op te vrolijken. Ik probeer te glimlachen, maar het lijkt meer op een zenuwtrekje.
'Ik denk dat ik maar ga slapen,' zeg ik dan.
'Is goed lieverd, slaap lekker.'
__________________
marit. 18 jaren. 1730 mm. blauwe ogen. "rood". nadenkend. betrouwbaar. dromerig. heus lief. soms ook niet. vaak vrolijk. vaak niet. gewoon, 'n mens.
|