Ik was bij een examenfeest en iedereen kwam me feliciteren omdat ik geslaagd was, maar zelf feliciteerde ik niemand en ik wilde weg.
Toen kwam ik in een soort computerspel terecht en was ik een klein jongetje dat wel drie meter hoog kon springen. Maar ik struikelde en bleef liggen in de sneeuw, terwijl een slang/draakachtig beest met drie koppen á la Hercules door het ijs heen brak. Toen het beest op het punt stond om me te verslinden sprong ik op en veranderde ik in Edward Scissorhands, en met mijn scharen sneed ik een van de nekken door en zette het samen met mijn hond op een rennen.
We kwamen op een markt terecht en de politie zat achter ons aan, want mijn hond was er met een stuk vlees vandoor gegaan. We renden iedereen omver maar werden niet gepakt. Toen we bijna bij mijn huis waren, kwamen we aan bij een meisje dat naast een grafsteen stond. Als we verder zouden rennen zou er iemand doodgaan, zei ze. Mijn hond riep naar me dat we geen tijd hadden voor zulk gedoe, en ik besloot haar achterna te rennen richting huis.
Daarna was er een flashforward; mijn hond was ernstig ziek en werd in onze woonkamer ingeslapen. Om de een of andere reden moest iedereen op een afstand van drie meter blijven. Mijn hond probeerde steeds naar me toe te kruipen, maar doordat ze al versuft was lukte dat niet. Ik moest huilen en ik gaf haar een knuffel en toen ging ze dood.
Even later was ik op school en dat was heel vreemd, want in plaats van dat er een vloer was lagen er bewegende kiezelstenen en de muren waren bekleed met rood fluweel en sommige delen van het gebouw ontbraken. Ik ging naar de tweede verdieping om mijn boeken in te leveren, en een leraar die ik nog nooit had gezien werd boos op me omdat ik iets niet bij me had. Ik zei dat ik er met mijn hoofd niet bij was omdat mijn hond dood was en dat begreep hij wel. Hij beloofde me dat hij iets voor me ging zoeken dus ik bleef wachten, maar in plaats van te zoeken ging hij andere leerlingen helpen dus ging ik weg.
Toen kwam ik een andere leraar tegen, maar hij herkende me niet en ik hem eerst ook niet want hij zag eruit als een zwerver. Ik liep de trap af en kwam bij zijn lokaal, en toen herkende hij me opeens wel. Hij begon in het Frans tegen me te praten en ik zei wat terug, maar wat ik zei weet ik niet want ik kan geen Frans. In ieder geval was hij heel blij om me te zien en opeens pakte hij mijn hand en gaf kusjes op mijn vingertoppen.
Einde