Jou vraag waarom er voor een Europese marktorganisatie gekoezen is zal waarschijnelijk enkele redenen hebben:
- Belangrijk punt binnen het landbouwbeleid is de mestproblematiek. De landbouwproductie in de EU is steeds intensiever geworden, wat gevolgen heeft voor het milieu in Europa. Wetende dat milieu géén grenzen kent. Sinds de jaren negentig wordt prioriteit gegeven aan maatregelen om milieuverontreiniging tegen te gaan die wordt veroorzaakt door de intensieve veehouderij en het overmatig gebruik van meststoffen. Hiertoe heeft de Raad een richtlijn vastgesteld voor de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (het stroomgebied van rivieren worden vervuild, rivieren lopen door meerdere landen, denk bijvoorbeeld aan de Rijn die onder meer door Duitsland stroomt. Komen er in Duitsland meststoffen in het water, dan hebben we hier in Nederland ook een probleem). De richtlijn voorziet in de aanwijzing van kwetsbare zones en het opstellen van actieprogramma’s voor de beheersing en beperking van waterverontreiniging als gevolg van het opbrengen of lozen van dierlijke mest en een buitensporig gebruik van meststoffen. Bovendien zijn specifieke grenswaarden vastgesteld voor het opbrengen van dierlijke mest.
Daarnaast heeft mest ook veel gevolgen voor de luchtvervuiling, denk aan stank als je langs een landbouwgrond rijdt, ook luchtvervuiling kent natuurlijk geen grenzen.
- Nog een voorbeeld zou kunnen zijn dat in het huidige systeem van het GLB is het grootste deel van de subsidies nog gekoppeld aan de omvang van de productie. Dat gaat veranderen. In plaats van productiesteun zullen er bedrijfstoeslagen worden gegeven (los van de productie), die alleen worden toegekend als de boer voldoet aan normen op het gebied van milieu, voedselveiligheid en dierenwelzijn. De verwachting is dat boeren hierdoor concurrerender en marktgerichter zullen worden. Dus door op een grotere markt samen te werken zullen de boeren beter concurreren en marktgerichter gaan werken dat mogelijk een voordeel op kan leveren voor de consumenten omdat de producten bijvoorbeeld goedkoper kunnen worden.
- Nog een paar voorbeelden kunnen zijn: het voorkomen van overproductie van een land dat ook slecht is voor de concurrentie en ook voor het milieu: bijvoorbeeld een boterberg. De boeren krijgen een beter en eerlijker inkomen met concurrerende boeren, bijvoorbeeld een boer in spanje krijgt maar 1 euro loon terwijl hij net zoveel werk verzet als een boer in Nederland die 4 euro krijgt. Dus de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren, met name door de verhoging van het hoofdelijk inkomen van hen die in de landbouw werkzaam zijn. Ook worden er andere arbeidsmogelijkheden geschept, boeren kunnen misschien aan betere of goedkopere arbeidskrachten komen dat ook weer een hele reeks aan voordelen (en nadelen) opleverd. Door een gezamelijke markt kan de voedselkwaliteit en de voedselveiligheid ook verbeterd worden... de markt te stabiliseren... enzovoorts....
Ik hoop dat je er wat aan hebt... suc6!
Laatst gewijzigd op 16-05-2005 om 10:40.
|