Spelen met de wind
Dansend liep ze over het gras, met haar armen wijd gespreid. Ze speelde met de wind. Hij greep haar vast en liet haar zweven door de lucht. Met een lachje verzette ze zich tegen zijn kracht en plofte neer op de grond. Haar haren werden door de war gewaaid, haar witte jurkje speels een stukje omhoog. Alsof het armen waren liet ze zich door de wind weer vastpakken. Ze voelde hem zacht langs haar benen strijken, als donzen veertjes
“Je bent leuk, wind,” riep ze. Ze wurmde zich los uit zijn greep en viel op het gras. Haar jurk werd besmeurd met groene vegen, maar dat maakte haar niets uit. Ze hield van de wind en liet zich geheel over aan hem. Hij kon doen met haar wat ze wilde.
“Toe, neem me mee!” zei het meisje met haar armen gestrekt naar de hemel. “Pak me bij mijn handen.”
Maar de wind deed niets. Hij viel stil, er was enkel nog maar een zacht briesje. Alleen de kleinste en lichtste bladeren aan de bomen bewogen langzaam heen en weer. Het blonde meisje keek verward om zich heen en liet haar armen slap langs haar lichaam hangen. Wilde hij haar niet meer hebben? Waarom wilde hij haar niet meenemen naar waar hij vandaan kwam? Naar het hierboven? Ze was slechts een speeltje, één uit duizenden. Hij speelde nu vast met een ander, die na een tijdje ook zo bleef snakken naar zijn aandacht. Maar ook die zou hij weer laten vallen.
“Waarom ben je weg? Ik wil alleen maar bij je zijn en voor altijd kunnen vliegen zonder dat ik val.” Ze sloeg haar handen voor haar gezicht en richtte haar hoofd naar beneden. Zou hij echt weg zijn en nooit meer bij haar terug komen?
Opeens vielen er kleine druppeltjes naar beneden, steeds meer en meer zochten hun weg naar de bodem. Het meisje haalde verbaasd haar handen voor haar gezicht vandaan en keek naar boven. De hemel schreide, de wind huilde zoete tranen. Zou hij verdriet hebben om haar? Spijt dat hij geen antwoord gaf op haar vraag? Of liet hij zijn tranen de vrije loop omdat hij haar niet mee kon nemen?
“Waarom huil je wind?” Ze was opgestaan en hield haar armen zo, dat ze elk moment de wind kon gaan troosten. Maar hij kwam niet, de tranen bleven maar vallen. Haar jurkje was doorweekt en haar blonde lokken plakten om haar smalle gezicht. Eenzaam stond ze tussen de reusachtige bomen, op de groene vlakte. Het enige geluid wat ze hoorde was het geruis van de regendruppels.
“Alsjeblieft, wees niet verdrietig. Als je me niet wil hebben; stop met huilen, dan laat ik je met rust. Maar wind, ik wil me in jouw armen begeven. Ik hou van jou!” Ze hief haar hoofd naar de donkere wolken boven haar. Met haar vuisten gebald wachtte ze op het antwoord van de wind.
Als bij een toverslag stopte het met regenen en begon het steeds meer te waaien. De bewolking maakte plaats voor blauwe lucht. Het meisje sloot haar armen en lachte van geluk. De wind blies in haar rug en ze voelde haar voeten los komen van de grond.
“Je neemt me mee?” Het antwoord van de wind werd haar snel duidelijk, hij liet haar niet meer los. Ze vloog met hem mee, steeds hoger, tot ver boven de bomen. Hij nam haar mee naar waar hij vandaan kwam, naar het paradijs? Naar het hemelrijk? Naar een plek waar ze altijd met de wind zou kunnen spelen en hij haar nooit zou verlaten.
- - - - - - - - - -
Misschien niet helemaal geweldig, maar ik wilde iets schrijven over de wind. Dat is dit geworden. Commentaar en kritiek zijn welkom.