Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Exacte vakken
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 13-11-2004, 13:41
zottemarmot
zottemarmot is offline
Hey, Ik heb al héél lang zitten zoeken naar de juiste oplossing van volgende vraagstukken, maar ik kom er maar niet aan. Zou iemand me willen helpen? Wil je aub de methode bij noteren?

1. Een voorwerp legt eenparig versneld een rechte weg van 50 m af in 5.0 s. Bereken de versnelling en snelheid na 3,0s. Wat is de afgelegde weg na 3.0s?

2. Als een autobestuurder iets onverwachts opmerkt, dan heeft hij zeker een reactietijd van 0.70s nodig om de remmen in werking te stellen. Indien hij de snelheid kan verminderen met een vertraging van 5.0m/s, hoe groot is dan de totale remafstand (gemeten vanaf het waarnemen van de onverwachte situatie)? Bereken dit als de snelheid 90km/h bedraagt.

3. Een steen wordt van op 30 m hoogte verticaal omhoog gegooid met een snelheid van 20m/s.
Wanneer bereikt de steen zijn maximale hoogte?
Hoe hoog boven de grond is dit?
Wanneer bereikt de steen de grond?
Wat is zijn snelheid op de grond?

4. 2 fietsers vertrekken gelijktijdig om 150 m af te legen. De eerste rijdt met een constante snelheid van 5.0m/s. De tweede heeft een beginsnelheid van 2.0m/s en drijft zijn snelheid eenparig op. Bepaal de versnelling van de tweede opdat ze tegelijkertijd zouden aankomen.

5. Men laat een steen vanop 180 m hoogte vallen. Nadat hij 45 m afgelegd heeft werpt men vanop dezelfde hoogt een tweede steen naar beneden. Welke beginsnelheid moet deze tweede steen hebben opdat ze tegelijkertijd de grond zouden raken?

6. Men laat een steen van een rots vallen. Een persoon bevindt zich 100 m boven de grond. Hij ziet de steen voorbijkomen 2.00svoordat de steen op de grond valt. Bereken de hoogte van de steen.

DANK U WEL!
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 13-11-2004, 14:00
Fade of Light
Avatar van Fade of Light
Fade of Light is offline
1. versnelling is: x(t) = 0.5*g*t^2 (controleer dit! Dit is voor mij al 3 jaar geleden )

t ijs de tijd in seconden = 5 seconden
x(t) is de afstand in die 5 seconden = 50 meter

invullen: 50 = 0.5*g*5^2
100 = g*25
g = 4 m/s^2

Dit is de versnelling. Omdat de versnelling eenparig is, is de vernselling na 3 seconden die 4 m/s^2

uhm, de formule voor snelheid bij eenparige versnelling enzo weet ik niet meer

Volgens mij iets van v(t) = g*t
dat is snelheid = 4 * 2 = 8 m/s

de afgelegde afstand, weer x(t) = 0.5*g*t^2 gebruiken, maar nu is x(t) de onbekende.

0.5*4*3^2 = 2*9 = 18 meter afgelegd na 3 seconden.


Hopelijk heb je een antwoordenboekje om te controleren Maar het lijkt me allemaal kloppend.

*heeft even geen tijd/zin in de rest *

Laatst gewijzigd op 13-11-2004 om 14:04.
Met citaat reageren
Oud 13-11-2004, 15:21
sdekivit
sdekivit is offline
Citaat:
zottemarmot schreef op 13-11-2004 @ 14:41 :
Hey, Ik heb al héél lang zitten zoeken naar de juiste oplossing van volgende vraagstukken, maar ik kom er maar niet aan. Zou iemand me willen helpen? Wil je aub de methode bij noteren?

1. Een voorwerp legt eenparig versneld een rechte weg van 50 m af in 5.0 s. Bereken de versnelling en snelheid na 3,0s. Wat is de afgelegde weg na 3.0s?

2. Als een autobestuurder iets onverwachts opmerkt, dan heeft hij zeker een reactietijd van 0.70s nodig om de remmen in werking te stellen. Indien hij de snelheid kan verminderen met een vertraging van 5.0m/s, hoe groot is dan de totale remafstand (gemeten vanaf het waarnemen van de onverwachte situatie)? Bereken dit als de snelheid 90km/h bedraagt.

3. Een steen wordt van op 30 m hoogte verticaal omhoog gegooid met een snelheid van 20m/s.
Wanneer bereikt de steen zijn maximale hoogte?
Hoe hoog boven de grond is dit?
Wanneer bereikt de steen de grond?
Wat is zijn snelheid op de grond?

4. 2 fietsers vertrekken gelijktijdig om 150 m af te legen. De eerste rijdt met een constante snelheid van 5.0m/s. De tweede heeft een beginsnelheid van 2.0m/s en drijft zijn snelheid eenparig op. Bepaal de versnelling van de tweede opdat ze tegelijkertijd zouden aankomen.

5. Men laat een steen vanop 180 m hoogte vallen. Nadat hij 45 m afgelegd heeft werpt men vanop dezelfde hoogt een tweede steen naar beneden. Welke beginsnelheid moet deze tweede steen hebben opdat ze tegelijkertijd de grond zouden raken?

6. Men laat een steen van een rots vallen. Een persoon bevindt zich 100 m boven de grond. Hij ziet de steen voorbijkomen 2.00svoordat de steen op de grond valt. Bereken de hoogte van de steen.

DANK U WEL!
1: in een eenparig versnelde beweging geldt dat a = constant.

er staat echter niet bij of deze beweging vanuit stilstand gaat of niet. anders zou je de eindsnelheid moeten weten (of beginsnelheid). Je weet uit de afstand en de tijd namelijk alleen de gemiddelde snelheid: (v0 + vt) / 2.

als de beweging uit stilstand is, gebruik dan s = 1/2 * a * t^2 en bereken a en omdat deze constant is kun je in diezelfde formule s en in a = delta v / delta t delta v uitrekenen.

als de beweging niet uit stilstand is zul s = <v> * t moeten gebruiken, maar dan kom je gegevens te kort.

2: reken de snelheid om naar m/s. In de reactietijd is de snelheid nog steeds constant en dus kun je s = v * t gebruiken om s in de reactietijd uit te rekenen.

vervolgens ga je remmen en veranderd dus de snelheid. gebruik s = <v> * t en t kun je berekenen met a = delta v / delta t

tel deze twee afstanden bij elkaar op en je hebt het antwoord.

3: hierbij zou ik een energiebeschouwing gebruiken vanaf het punt van weggooien.

op punt van weggooien is Ez = 0 en Ek = 1/2 * m * v^2.
op hoogste punt geldt Ek = 0 en Ez = m * g * h

nu geldt dat 1/2 * m * v^2 = m * g * h en m buiten haken halen aan beide kanten levert uiteindelijk 1/2 * v^2 = g * h

bereken nu h en tel daar 30 m bij op om de totale hoogte boven de grond te berekenen.

(das enige wat ik dus hoefde te berekenen bij na1) vervolgens gaan we vanaf die hoogte naar beneden en achten we de wrijving 0 dan gebruiken we de formule voor de vrije val: s = 1/2 * g * t^2 en bereken dan t.

voor de snelheid geldt dat we de grond als basis nemen en energiebeschouwing levert: g * h(totaal) = 1/2 * v^2 en bereken v.

4: voor de eerste geldt s = v * t want v = contant. Bereken hiermee t (ook deze t geldt voor de ander anders komen ze niet tegelijk aan)

omdat s= 150 m voor beiden geldt dat s(1) = s(2)
dus: v * t = <v> * t en omdat de tijd gelijk is geldt dus dat v = <v>.

nu geldt dus dat 5 = (2 + ve) / 2 dus ve = 8 m/s

a = 6 / 30 = 0,2 m/s^2
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
De Kantine *plak plak plak* CTRL - V topic!
Cherry Springs
499 21-10-2006 15:50
Levensbeschouwing & Filosofie Welk filosofisch concept is het meest ergerlijk?
Hannibal
106 10-01-2006 14:14
Levensbeschouwing & Filosofie denkbeelden natuurfilosofen; nog steeds belangrijk?
kusrenée
66 16-11-2005 22:17
Huiswerkvragen: Exacte vakken [Na] Groot werk maken
T!ne
3 03-09-2005 14:52
Levensbeschouwing & Filosofie De zotste filosoof
NERD
46 03-09-2002 13:49
Huiswerkvragen: Exacte vakken fysica - pulsatie
damaetas
12 03-09-2002 07:49


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 22:00.