Dit is de eerste versie van het eerste hoofdstukje van mijn nieuwste verhaal. Hergard, een nieuw leven. Heb geprobeerd om dit zeer luchtig te maken en makkelijk om te lezen. Ik zou het op prijs stellen als jullie jullie mening gaven ook al was het maar
of
. Ik heb natuurlijk liever ook een uitleg maarja. Het is een kort tekstje en op een tweetal minuutjes is het gelezen. Het gaat zeer vlot vooruit. Groetjes van Michel.
Het kerkhof van Jongrutenheim, 1324
Ik stond oog in oog met het monster waar ik jaren op gejaagd had. De laatste der grote demonen. Hergard was zijn naam, hoeder der graven. Duizenden mensen had hij vermoord en honderden dorpen met de grond gelijk gemaakt. Ik had mij goed voorbereid op deze confrontatie, ik wist wie hij was.
‘Ik heb op je gewacht, Benedict, grootste der zwarte tempeliers.’
‘Ik heb ook lang op u gewacht, wangedrocht.’
Het monster haalde naar me uit met zijn gigantische bijl. Ik kon zijn slag met moeite ontwijken. Ik voelde de adrenaline door mijn aderen stromen. Ik haalde mijn zwaard uit zijn schede en stak het recht in de buik van Hergard. Tot mijn grote verbazig viel hij neer. Hij stootte zijn gehoornde hoofd tegen een grafzerk. Ik schopte de aks weg en keek de duivel met grote woede aan.
Hoe kon het dat één monster zoveel schade had aangericht? Neen, hij zou nooit meer kunnen moorden, daar zal ik persoonlijk voor zorgen. In de naam van het heilige licht zal ik hem terugsturen vanwaar hij kwam, het vagevuur.
Ik nam een zilveren staak en mikte het op zijn hart. Het groene bloed stroomde over het harde kerkhofzand.
‘je kunt mij doden, maar het kwade zal altijd blijven bestaan.’ Zei hij me nog voor ik zijn duistere hart met de staak doorboorde. Hij slaakte een onmenselijke, oorverdovende kreet. Via de staak voelde ik kracht door mij heen stromen, ik viel op mijn knieën. Een brandende pijn maakte zich meester over mij. Ik voelde al het goede wat mij was geleerd wegstromen uit mijn lichaam. Het moest plaats maken voor iets nieuws, voor iets duisters. Terwijl ik schreeuwde van de pijn zag ik hoe ik transformeerde in dat waar ik zolang op gejaagd had. Mijn vel veranderde in een schubachtig harnas, paars van kleur. Ik voelde mijn schouderbladen kraken en vleugels groeien. Op mijn hoofd kwamen twee grote hoorns. Ik viel op de grond uitgeput, maar met nieuwe krachten.
Ik stond op en keek door mijn nieuwe ogen. Waar was Hergard? Ik keek rond, zijn lichaam was verdwenen.
‘Jij bent nu Hergard, je hebt zijn krachten gekregen en de krachten van een opperdemon passen niet in het lichaam van een sterveling.’ zei een onbekende stem.
‘wie ben jij?’ brulde ik met een stem waar ik van moest schrikken tegen de schim die voor me stond.
‘Ik was Hergard, nu zal ik terug naar de hel gaan, mijn meester zal zeer blij zijn dit te horen, een tempelier die een demon is geworden. Ons plan is gelukt.’
Ik keek de schim recht in de ogen, in hoeverre dat mogelijk was.
‘Ik zal nooit een van jullie worden, nooit!’ brulde ik, mijn stem weerklonk op het hele kerkhof. De vleermuizen in de catacomben vlogen weg uit schrik voor mijn gebrul. Was ik echt een monster geworden?
De schim was verdwenen, wat was er van mij geworden? Ik had vleugels, klauwen en hoorns, ik was een demon. Maar ik zou nooit een gevaar worden voor de wereld, neen. Ik nam mijn zwaard op en trachtte het door mijn leerachtige hart te steken, maar iets in mezelf houdde me tegen. Iets dat niet tot mezelf behoorde…
Ik pleegde geen zelfmoord. Mijn vrienden zouden me morgen wel komen afmaken, zij waren namelijk ook zwarte tempeliers. Ze zullen denken dan Benedictus vermoord is, misschien is dat ook wel zo. Ik wachtte geduldig af. Ik voelde mezelf nog steeds veranderen, de transformatie was nog niet compleet...
EINDE DEEL 1:
Dit kwam in me op, wat vinden jullie van dit verhaal