Een vlugge maar toch aparte bijdrage:
- - -
Freestyle 1: Mobiel leven.
Met haar leven in de hand loopt ze door de miezer, haar voeten systematisch op de witte tegels van de contraststrook die je bij bushaltes vaker aantreft, haar hoofd naar beneden afgewend. Einstein zou gedacht hebben dat ze in haarzelf praat, haar tijdgenoten, daarentegen, zouden je vertellen dat ze met haar leven in gesprek is. Forenzen kijken strak vooruit, nemen met geperste moeite geen kennis van haar, hun ruggen alle gekeerd naar het bedompte park.
Ze heeft het over iets triviaals, over haar relatie met datgene wat zich achter dat leven verschuilt. 'Was er meer tijd nodig ?' vroeg het haar, met schijnbare spijt, waarop ze stellig antwoordt van wel: het had zich alleen met haar te binden, het zou onmogelijk zijn tijd te verliezen aan anderen omdat die niet zouden moeten bestaan, in de geest van datgene; als ze uit het oog verloren was, zou het zich niet verroerend moeten wachten tot haar wederkomst. Toen het haar - het schemerde intussen en de tegels hadden zich voor een parkpad verwisseld - om harde bewijzen vroeg, moest ze die schuldig blijven en de zweverige bijeenkomst met een zuchtje en een traantje verlaten. Haar leven laat haar ook niet doorgaan, er moeten acties ondernomen worden voordat dat weer mogelijk is, de bijeenkomsten zijn tijdelijk op. Ze glimlacht vals, ironisch genoeg, omdat het eigenlijk goed uitkomt, ze kan de confrontatie niet aan, en nu heeft ze een excuus, of beter tijd, tijd om voor te bereiden, om er morgen werk van maken.
Ondertussen is ze onbewust op onbekende wegen terecht gekomen. 'Ben ik misschien het park in gelopen ?' vraagt ze zich, en er kriebelt iets langs haar benen. Als een reflex schiet haar arm naar haar bovenbeen, waar het kwaad geschiedt en in haar gedachten beeldt ze zich in dat de vingers aan het uiteinde van die arm nu het koordje van haar trainigsbroek, die in die voorstelling de boosdoener is, als het ware tegen haar been terug omhoog rolt. Dit gebeurt haar vaker - door luiheid strikt ze de koordjes nooit - en is verworden tot een heuse routine.
Dit keer klopt er iets niet. Een pijnscheut schiet vanuit de plek van aanraking door haar been, via het merg van de rug naar boven, terwijl de kriebel zich naar beneden waadt. In napijn en -paniek ziet ze een vlug, zilver- en centipedeachtig insect de parkrand in vluchten. Ze weet meteen dat ze vergiftigd is en zakt ook vrijwel meteen door haar benen. In haar zak zit haar leven, dus ze grijpt ernaar en drukt op de drie toetsen die haar leven zouden moeten redden. Het laatste wat ze hoort is echter een boodschap dat de redding niet bereikt kon worden, omdat er acties ondernomen moeten worden om dat mogelijk te maken, confrontaties via haar leven zijn tijdelijk onmogelijk. De inzakking is nu compleet, en uitgespreid op het parkpad wacht ze tot haar leven haar verlaat.
- - -
Haha, "freestyle"