Brief aan mijn dochter
Liefste dochter van me,
Vanochtend kwam ik in een fotoalbum je babyfoto’s tegen. Met je schattige wipneusje en donshaartjes zag je er prachtig uit. Je was een wolk van een baby, ik hield direct van je. Ik was van plan ervoor te zorgen dat je altijd gelukkig zou zijn en ik was er op dat moment zeker van dat dat me zou lukken. Jij was mijn perfecte baby, je huilde nauwelijks en had geen slaapproblemen. Toen ik die foto’s zag, kwam dat allemaal weer boven en kon ik de herinneringen niet meer tegenhouden. Het is inmiddels al bijna zestig jaar geleden dat je werd geboren, maar ik weet alles nog precies.
Ik herinner me nog hoe ik me voelde toen ik merkte dat het me niet lukte jou altijd gelukkig te houden. Het blijft een vraag voor me waarom je zo’n angstig kind was, naar mijn weten heb je nooit een traumatische ervaring gehad. Misschien zat het wel gewoon in je karakter. Ik vond het vreselijk je zo te zien lijden, maar ik wist niet wat ik eraan kon doen. Heb je mijn hulpeloosheid eigenlijk ooit begrepen, drong het tot je door dat het mij ook pijn deed als jij huilde of in paniek was? Zodra je een kat of een hond zag, begon je te huilen. Als je op school iets niet begreep of als we naar een andere supermarkt gingen dan normaal, raakte je meteen in paniek. Je was je dan niet meer bewust van de rest van de wereld, je trok je volledig terug en het lukte me dan niet meer je te bereiken. Je fladderde met je handen of kroop ergens weg, terwijl de tranen over je wangen rolden. Het ergste vond ik nog dat ik je niet mocht troosten en je wegdook als ik je in mijn armen wilde nemen. Natuurlijk nam ik je het niet kwalijk, jij kon het niet helpen dat je zo snel in paniek raakte en het vervelend vond om aangeraakt te worden. Toen ik tegen je zei dat je moest proberen om alleen te huilen als er werkelijk iets aan de hand was, antwoordde je: "Maar dat doe ik toch al? Ik huil alleen maar als het echt nodig is." Weet je nog dat je dat zei? Zeven was je toen, geloof ik. Op dat moment dacht ik dat je niet begreep wat echte pijn was, maar later werd het me duidelijk dat jouw pijn werkelijker was dan ik me kon voorstellen. Je leefde in een wereld vol eenzaamheid en angst, een wereld waarin ik je niet kon bereiken. Ik wilde jou zo graag laten weten dat je je niet eenzaam hoefde te voelen, ik wilde je zo graag knuffelen, maar jij liet dat allemaal niet toe. Toch hield ik zielsveel van je en ik voelde dat jij ook veel van mij hield. Ik hoop dat het me gelukt is om je, ondanks alles, een prettige jeugd te hebben bezorgd.
Je zei later dat je weinig herinneringen had en dat je niet meer wist waarom je toentertijd zovaak bang was en huilde. Je vond het nog steeds niet fijn om aangeraakt te worden en je raakte bij veranderingen nog steeds in paniek, maar je probeerde je te beheersen. Ik denk dat ik nu pas begrijp hoeveel moeite je dat kostte. Waarschijnlijk probeerde je je aan te passen aan de rest van de wereld, probeerde je om niet meer zo op te vallen. Heb ik daar gelijk in? In die tijd dacht ik dat alles was goed gekomen en ik was zielsgelukkig. Kun je me dat alsjeblieft vergeven? Ik was naïef, ik zag enkel wat ik wilde zien en dat spijt me verschrikkelijk!
De dag dat ik je dood in je bed vond, weet ik nog van seconde tot seconde. Elk afzonderlijk moment staat op mijn netvlies gegrift. Zodra ik riep dat ik thuis was en jij niets antwoordde, wist ik al dat er iets mis was. Heel gek, maar op dat moment viel alles ineens op zijn plaats. In een flits begreep ik dat jij nog steeds dat angstige kind was, maar dat je geprobeerd had dat verborgen te houden, zelfs voor jezelf. Helaas was het toen al te laat en kon ik je niet meer helpen. Want dat had ik heus graag willen doen, geloof me! Maar ik had geen idee van wat er in jou omging, we praatten nooit tegen elkaar over onze gevoelens.
Ik huilde al voordat ik je zag. Je hand voelde nog een beetje warm toen ik hem vastpakte, maar toch wist ik dat het te laat was. Hoewel ik er al jarenlang naar had verlangd om gewoon eens je hand te kunnen vasthouden zonder dat jij hem terugtrok, vond ik het nu het afschuwelijkste wat ik ooit had meegemaakt.
Ik weet niet goed waarom ik nu ineens de behoefte heb om je deze brief te schrijven. Het is eigenlijk zo zinloos, je kan hem immers toch niet lezen. Maar toch hoop ik dat je, waar je nu dan ook mag zijn, begrijpt dat ik alles zo graag anders had willen doen, dat ik je zo graag had willen helpen. Ik schrijf deze brief om je mijn excuses aan te bieden en ik hoop dat je ze accepteert.
Rust zacht,
Je moeder
__________________
Al is de reiziger nog zo snel, de ns vertraagt hem wel.
|