Chaos Unplugged
In chaos geschreven chaos. En het gaat er ook nog over. Kom maar op met die kritiek, I can handle it. Slaap lekker.
Het papiertje was wit en vierkant. Er stonden telefoonnummers op, emailadressen, en niet te vergeten een matig geslaagde poging een kasteel te schetsen. Maar als ik dat blaadje terugvond, zou het uit mijn vulpen ontsproten kunstwerk ongetwijfeld miljoenen waard zijn. Ja, ik ben een kunstenaar met een heilig geloof in abstractie, vooral veroorzaakt door eigen onkunde.
Zou Leonardo da Vinci ook altijd zijn aantekeningen zijn kwijtgeraakt? Artiesten schijnen niet zonder een leven vol chaos te kunnen. Het is voor velen, naast een schone muze of het verlangen ernaar, de belangrijkste bron van inspiratie. Het kwijtraken van een adressenlijst zou daarom tot een briljante verhaallijn moeten kunnen lijden. Een vol eruditie beschreven relaas, een meesterwerk wat bejubeld zal worden als hoogtepunt in de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Ontstaan uit een geniaal brein. Maar voorlopig creëer ik alleen maar meer zweetdruppels.
Gisteren had ik het nog zo goed voor elkaar. Mijn vingers gleden soepel over het toetsenbord, terwijl op het scherm allerlei merkwaardige emailadressen verschenen. Niet te onthouden, al die letters en getallen. Gelukkig lag mijn trouwe hulpje naast me, flikkerend in de zon, een enorme reeks gegevens knipogend. ‘Frank van Rossum’s adres is…’ fluisterde hij, alleen dan zonder puntjes en met oplossing van het raadsel. ‘Geen zorgen, met mijn hulp krijg je alle artikelen op de juiste plaats.’ Nu blijft het vakje rechts van ‘Aan’ leeg. De balk staart verwijtend terug. ‘Waarom geef je onderwerp wel een naam? Ben ik niet belangrijk genoeg, dat je mij overslaat? Wacht maar, ik zal me wreken op jou en je stomme bijlagen.’ Dat was geen waarschuwing.
Mijn moeder heeft het altijd in de gaten als ik iets zoek. Of het nu mijn gejakker door het huis is, de vloeken die de vredige huiskamer doen opschrikken, of gewoon vrouwelijke intuïtie, de vraag: ‘Ben je iets kwijt?’ speelt ze dan als een grammofoonplaat af. Alleen het volume verschilt nogal. Vandaag is het gelukkig in pianissimo. Dat bespaart me waarschijnlijk een preek over opruimen en ‘die enorme bende die je maar achter je kont aan laat slingeren’. Ik antwoord afwezig dat ik het niet echt nodig heb, en vlucht naar mijn eigen territorium.
Even in alle rust in de stress schieten. Eigenlijk kan ik ook wel zonder die adressenlijst, maar een bekrompen koppigheid weerhoudt me van het bellen naar een klasgenoot, om te vragen om de zijne. Bovendien, ik moet mijn kasteel nog afmaken.
Mijmerend over het aanbrengen van schietgaten doe ik een poging mijn bureaulade te bereiken. Als mijn linkervoet neerkomt, voel ik een scherpe punt door mijn versleten sok boren. Zacht kreunend trek ik de schaar uit mijn voet, onderwijl het bloed wegvegend met een over mijn leren fauteuil hangende zakdoek. Ik zak langzaam en voorzichtig neer, op een van de laatste plekjes waar het blauwe vloerkleed nog te zien is. Broeken en truien liggen door elkaar, een klavervier houdt de gemeen kijkende schoppenvrouw gezelschap. Mijn ogen spieden de grond af, op zoek naar een wit, vierkant blaadje. Ze zien er honderden. Voor een goed verhaal heb ik alleen nog een schone muze nodig. Misschien kan zij een leeg vel vinden.
__________________
L'art pour L'art. Gaat heen en schrijf!
|