Hi,
wij hebben een practicum gedaan met aardappelstaafjes en osmose in zoutwaardes van 0%; 0,5%; 1%; 2%; 4% & 8%. Verwachting: in de eerste twee zijn de staafjes groter geworden, in de laatsten kleiner en slapper, bij 8% zijn de aardappelstaafjes slapper dan bij 2%.
Maar bij mij is het: 0% = sterker en groter, 0,5% ongeveer hetzelfde, 1% en 2% slapper en kleiner, en vervolgens is die van 4% groter en sterker en de 8% nog groter en sterker!
Die laatste twee zijn wel kleiner dan de beginlengte, maar groter dan die 1% en 2%!
Help...
Is daar een goede reden voor of heb ik het fout gedaan? Dan heb ik pech, het is een PO, 20% voor 't examen
bumpie