Tijd geleden dat ik hier een verhaal heb gepost. Hier is een nieuwe, vertel me wat jullie er van vinden.
Het is een warme zomeravond en ik loop over het strand. De zon is bezig met ondergaan en de lucht is vol geluid. Om me heen zie ik gelukkige mensen die ijsjes eten, naar muziek luisteren en ik zie ze elkaar zoenen.
Ik loop een stukje over het strand en wordt verkoeld door een plotseling opkomend briesje. In de verte zie ik een pier waarop twee mensen elkaar innig omhelzen. Nog verder zie ik een ijscoman die ijs voor de helft van de prijs verkoopt aan de kinderen die nog op zijn. Op zich heb ik wel geld voor een ijsje, maar ben ik te misselijk om het ijs dan ook nog op te eten.
Dat misselijke gevoel in mijn buik wordt veroorzaakt door de continue stroom van plezier die in de lucht hangt. Ik word misselijk van al die blije mensen, van de vrolijke muziek en van de lieve woordjes.
Terwijl ik over de pier slenter, besluit ik mezelf te ontdoen van dit deprimerende gevoel. Ik loop naar het innig knuffelend stel dat ik al eerder zag en tik de jongen op zijn rug. Hij stopt met het omhelzen van zijn vriendin en kijkt me vragend aan. Ik kijk glimlachend terug en raak kort zijn gezicht. Vervolgens pak ik zijn hele hoofd en tik het krachtig kapot tegen de stenen van de pier. Ik hoor de schedel kraken en het bloed maakt riviertjes over de pier. Het gegil van zijn vriendin streelt mijn oren, waarop ik het hoofd nog een keer optil en met kracht tegen de stenen sla. Ik hoor en voel zijn kaak breken en denk dat het deprimerende gevoel in mijn buik aan het verdwijnen is.
Met een glimlach kijk ik naar het schreeuwende meisje. Dat kennelijk niet zo blij is met het verdwijnende gevoel als ik ben, want ze trapt me vol in mijn gezicht. Ze wil dit nog een keer doen, maar deze keer wend ik me op tijd af. Ik richt mij nu volledig op en ze wordt een beetje bang van me, ik zie de angst in haar ogen. Innig gelukkig voel ik me als ik met een vlakke hand een welgemikte slag op haar wang plaats. Zoeter dan ijs, zoenen of muziek ooit zou kunnen zijn. Ze huilt en ze bloedt. Ze durft me niet aan te kijken en vlucht weg richting de menigte die verbijsterd naar me kijkt. Ik vraag me af waarom ze me zo aanstaren en kijk dan naar het lijk dat me een dode knipoog geeft. Dit is best een grappig gezicht.
In de schare toeschouwers die ik inmiddels om me heen heb verzameld staan ook een aantal agenten. Aan hun vraag ik een doekje voor het bloeden, zodat ik me fris voel. Ze antwoorden met een ‘ga liggen op de grond en leg je handen in je nek’. Ik vind het beledigend dat ambtenaren in functie zo’n normaal verzoek zo beantwoorden, en dit meld ik ze dan ook. Opeens maakt een woedende vrouw zich los van de menige en komt op mij afgerend, gillend dat ik haar zoon heb vermoord. Ik wil haar vertellen dat ik dit in verband met het vervelende gevoel in mijn buik wel moést doen, maar begrijp dat dit haar woede niet zal kalmeren. Gelukkig had ik mij vanmorgen al op dit soort dingen voorbereid door mijn vleesmes mee te nemen. Deze druk ik zo dreigend mogelijk tegen haar keel, hoewel ik deze situatie toch zeer heugelijk vind, probeer ik gevaarlijk te kijken. Hatelijk wispelt ze in mijn oor dat ik moet branden in hel. Ik vertrouw haar toe dat dát voorrecht alleen aan mensen die sterven op een pier is toebedeeld. Ze zwijgt met tranen in haar ogen.
Mijn fans zijn kennelijk niet zo blij met mijn gijzelingsdrama en de politie moet de drammende helden en mediageilen tegenhouden.
De politie besluit me niet neer te schieten gezien ze daarmee het risico lopen ook de moeder te raken, zo was mijn redenering.En, zoals ik gewend ben, klopt deze stelling, want de politie houdt mij angstvallig onder schot, maar vuurt niet.
Gelukkig heb ik me vanmorgen ook zó voorbereid, dat ik de gijzelaar elk moment weg kan gooien. Vanmorgen heb ik namelijk met vingerverf een keurig rijtje bommen op mijn buik getekend. In de spiegel vond ik het net echt lijken en de politie zal dat ook vinden. Ze zullen me dan ook niet doodschieten, omdat ze niet het risico willen lopen dat ik ontplof. En met mij iedereen op het strand.
De politie zegt me dat ik de vrouw los moet laten, wat ik onmiddellijk doe. In een beweging gooi ik de vrouw van me af, en ontbloot ik mijn borst. Grijnzend kijk ik ze aan. De politie gelooft echter niet dat de gevingerverfde bommen echt zijn en schiet me zonder twijfelen vijftien keer in mijn buik. Het vervelende gevoel wat er nog een beetje was, stroomt samen met mijn laatste restje leven uit mijn buik.
__________________
I did it for teh lulz
|