spreek·woord (het ~)
1 kernachtige, vaste uitspraak die een erkende, op ervaring berustende waarheid of wijsheid uitdrukt en die telkens weer toegepast wordt op zich voordoende situaties en verschijnselen => proverbium
(een gehele zin dus, zoals 'de appel valt niet ver van de boom' of 'hoe meer zielen, hoe meer vreugd' )
ge·zeg·de (het ~, ~n/~s)
1 vaste woordverbinding om een bepaald begrip op geijkte wijze uit te drukken => expressie, leenspreuk, zegswijze
2 mondelinge uiting, wat iem. zegt
3 [taalk.] dat wat van het onderwerp gezegd wordt => predicaat
(een paar woorden uit een zin dus, zoals in 'nou, en toen zagen we daar een huis, en dat was zo wit als sneeuw' of 'ik heb honger als een paard' )
Dit is niet echt zoals een kind het kan begrijpen of in een paar woorden. Maar het is wel duidelijk, lijkt me.
|