model van Tinbergen (conjunctuur)

[Femke]

We hebben een korte beschrijving van het model gekregen maar bij de eerste stelling zit ik al vast.... (heb tot 3 havo economie gehad en daarna niet meer :-)).

Ze zeggen: het nationaal inkomen in jaar t = de consumpties in jaar t + de investeringen in jaar t

Nu weet ik van geen van drie-en wat het inhoudt en ik kan me er verder ook niet echt iets bij voorstellen....

Iemand hier die licht op de zaak kan schijnen?

[Conan the Librarian]

Ik weet er niet genoeg van om precies uit te leggen hoe het zit.

Check deze url eens voor wat die begrippen inhouden: http://www.praktischeeconomie.nl/gam...en/begripa.htm


Conan... hope this helps

[Femke]

Die site met begrippen hielp :-). Maar nu zit ik met meer vragen dan eerst....

Ten eerste: ik dacht dat het nationaal inkomen alle jaarinkomens van de nederlanders opgeteld was.
Op die site zeggen ze echter:
Netto nationaal inkomen (NNI):
De som van de beloningen van alle Nederlandse productiefactoren.

Dat kan ik niet echt met elkaar linken...

Verder, als ik de uitleg van de rest van de begrippen heb gesnapt zeggen ze eigenlijk het volgende:

wat er uitgegeven wordt aan goederen en diensten die door consumenten worden gebruikt om in hun behoeften te voorzien (consumptie) + de kosten van het aanschaffen van kapitaalgoederen (goederen die worden gebruikt bij de productie van goederen en diensten) = nationale inkomsten

.... ja noem me maar dom, maar ik zie de relatie echt niet......

Iemand met meer gezond verstand dan ik die hier de logica van inziet? :-)

[RobbieS]

Het klopt wel wat er allemaal staat.

Ten eerste: de beloning van een productiefactor = het inkomen van die productiefactor. Omdat alle productiefactoren eigendom zijn van een persoon geldt dus dat de som van de beloningen van de productiefactoren tevens de som van alle verdiende inkomens is.

Ten tweede: alle goederen en diensten die verkocht worden, worden geproduceerd met behulp van productiefactoren. Die productiefactoren krijgen daar een beloning (= hun inkomen) voor. En de verkoopprijs is de som van die beloningen, dus landelijk opgeteld weer het nationaal inkomen....