scheikunde

hoihoi,

kan iemand me helpen met deze vragen, heb geen antwoorden,

wil iemand zo lief zijn om ze te maken, morgen tentamen

voor scheikunde en moet nog zzoooveel doen...
wil iemand me daarom alsjeblieft helpen met deze vragen..

(mn mailadres is muisjefifty@hotmail.com)

1).De volgende 5 stoffen worden in water opgelost
I. Natriumoxide
II. Keukenzout
III. Mierezuur (HCOOH)
IV. Ammonia
V. Kaliumhydroxide
a) geef de vergelijking van het oplossen van deze stoffen in water, (moet je dan trouwens eerst altijd de oplosvergelijking geven??)
b) geef ook aan of de oplossingen zuur, basisch of neutraal zijn
c) bereken de pH van een oplossing die ontstaat als je 6,20 gram natriumoxide oplost in 2 liter water.

2). A. Bij een oplossing van kaliumcarbonaat voegt men wat zoutzuur. Er ontwijkt een gas.

b. in een oplossing van magnesiumchloride leidt men ammoniakgas. Er onstaat een wit neerslag van magnesium hydroxide

c. Bij een oplossing van ammoniumnitraat voegt men wat natronloog. Er ontwijkt een gas.

d. Bij een oplossing van natriumacetaat voegt men een oplossing lood(II)nitraat. Er ontstaat een witte neerslag.

hoi

kan iemand me alsjeblieft helpen, morgen heb ik al tentamen

-xxx-