Begin van iets wat ook ooit, maar waarschijnlijk nooit, ga afmaken.
Reacties zouden fijn zijn
Op de dag dat mijn vader mij op aarde zette was hij al vijf lange dagen bezig geweest met creëren en kijken en nog meer creëren en weer kijken en zien dat het goed was, en goed was het altijd, want mijn vader hield er van om alles in één keer goed te doen.
Al vijf lange dagen was hij bezig en hij had er goed aan gedaan, nee mijn vader was niet dom, om al op de eerste dag een scheiding te maken tussen het licht en het duister en zodoende de dagen te creëren, alsmede de lengte daarvan. Had hij dit niet gedaan dan zouden zijn werkdagen verdomd lang geweest kunnen zijn. Over veel dingen dacht hij goed na; over het maken van de zeeën en het land; over de uitgebreide flora en fauna, die hij ook wel het groene kruid en het kruipend gedierte noemde; over de vogels en de vissen, de maan en de sterren, de zon. Hij leverde een vrij uitzonderlijke prestatie, het lukt niet iedereen om in minder dan een week een geheel goed functionerend eco-systeem te creëren ter grote van een kleine planeet. Om hier vervolgens een immens aantal aan verschillende diersoorten op te plaatsen die dan ook nog eens, met z'n allen, in een perfect evenwicht leven, is een klein wonder opzich. Ja, mijn vader dacht goed na over de dingen, maar dat wat hij op zijn zesde werkdag op de aarde zette vervult mij nog steeds met vragen en twijfels.
Hij besloot mij te creëren. Dat was helemaal niet erg geweest als hij met niet de plicht, of eerder de drang en het verlangen, had gegeven om de aarde aan mij te onderwerpen. Ik kreeg de heerschappij over het groene kruid en het kruipend gedierte, over de vogels en de vissen. Dit was niet iets waar ik zelf voor gekozen had, mijn vader besloot het en zo was het; het licht werd de dag genoemd, het duister de nacht; het kruipend gedierte bestond, evenals het groene kruid; en ik, ik kreeg de heerschappij over dat alles. En mijn vader? Die zag dat het goed was en het was al zo. Klaar.
De dag nadat mijn vader mij op aarde had gezet deed hij niks. Hij staarde glazig voor zich uit en leek mij niet te horen of te zien, ook als ik hem vroeg over mijn heerschappij, wat het inhield of als ik simpelweg om wat aandacht vroeg. De hele dag stond hij daar maar, te kijken naar zijn creatie's en ik las iets in zijn ogen wat ik pas veel later zou begrijpen. Toen de duisternis viel ging ik slapen. In mijn slaap zag ik telkens die blik van mijn vader en dat vervulde me, zoals alles in de tijd dat ik nog maar één dag op aarde was, met vele vragen. Toen ik de volgende dag wakker werd was mijn vader verdwenen.
Ik voelde het meteen want er was een leegte in mijn borst die daar niet hoorde. Een tijd lang heb ik om hem geroepen, maar er kwam nooit een antwoord. De dagen verstreken en de leegte in mijn borst werd groter en groter. Op een dag, toen mijn borst geheel leeg voelde en het gevoel mijn hoofd dreigde over te nemen, besloot ik hem te gaan zoeken. Ik had geen idee waar ik moest beginnen en of mijn vader nog wel ergens te vinden was, maar de drang hem te zoeken was te groot en met alleen al de gedachte aan mijn tocht vervaagde het gevoel van leegte een beetje.
Ik stond op, zocht alles wat ik nodig had op mijn reis, wat niet veel was, en ging op pad, op zoek naar mijn verdwenen vader.
Mijn naam is Adam, dit is mijn verhaal.