[NA] weerstand

[sten-vvv]

De weerstand reken je uit met de formule:

R= p . l / A

Hierin is p de soortelijke weerstand, l de lengte en A de doorsnede.

a). Welke formule moet ik gebruiken om l te vinden (als R, p en A gegeven zijn).

b). Welke formule moet ik gebruiken om p te vinden (als R, l en A gegeven zijn).

c). Welke formule moet ik gebruiken om A te vinden (als R, p en l gegeven zijn).

sten-vvv schreef op 10-09-2006 @ 17:23 :
De weerstand reken je uit met de formule:

R= p . l / A

Hierin is p de soortelijke weerstand, l de lengte en A de doorsnede.

a). Welke formule moet ik gebruiken om l te vinden (als R, p en A gegeven zijn).

b). Welke formule moet ik gebruiken om p te vinden (als R, l en A gegeven zijn).

c). Welke formule moet ik gebruiken om A te vinden (als R, p en l gegeven zijn).

Je kan het beter even schrijven als

R = ( p * l ) / A

formule voor l : ( R * A ) / p = l
formule voor p : ( R * A ) / l = p
formule voor A : ( p * l ) / R = A

Kijk eens in je wiskunde boek hoe je dat moet doen, want het is echt niet moeilijk om die formules om te zetten...

[mathfreak]

sten-vvv schreef op 10-09-2006 @ 17:23 :
De weerstand reken je uit met de formule:

R= p . l / A

Hierin is p de soortelijke weerstand, l de lengte en A de doorsnede.

a). Welke formule moet ik gebruiken om l te vinden (als R, p en A gegeven zijn).

b). Welke formule moet ik gebruiken om p te vinden (als R, l en A gegeven zijn).

c). Welke formule moet ik gebruiken om A te vinden (als R, p en l gegeven zijn).

We hebben hier te maken met een toepassing van de evenredigheid a/b=c/d. Links en rechts met b*d vermenigvuldigen geeft: a*b*d/b=c*b*d/d, ofwel a*d=b*c. Hieruit vind je achtereenvolgens: a=b*c/d, b=a*d/c, c=a*d/b en d=b*c/a. Kies a=R, b=p, c=l en d=A, en overtuig jezelf ervan dat je zo dezelfde formules vindt die Andijvie ook gaf.

[sdekivit]

waarom wil je dit weten? je kunt toch gewoon alle nummertje invullen en dan de onbekende vinden door de vergelijking op te lossen

--> is in mijn ogen makkelijk dan met lettertjes gaan klooien

sdekivit schreef op 11-09-2006 @ 17:40 :
waarom wil je dit weten? je kunt toch gewoon alle nummertje invullen en dan de onbekende vinden door de vergelijking op te lossen

--> is in mijn ogen makkelijk dan met lettertjes gaan klooien

Je kan inderdaad alle bekenden invoeren, maar dan zal je toch wat aan de formule moeten "verbouwen" wil je het netjes oplossen (de vergelijking). Waarbij de onbekenden in dit geval lettertjes zijn .

Ik ga bij dit soort formules dit lijstje ook altijd na

[Keith]

sdekivit schreef op 11-09-2006 @ 17:40 :
waarom wil je dit weten? je kunt toch gewoon alle nummertje invullen en dan de onbekende vinden door de vergelijking op te lossen

--> is in mijn ogen makkelijk dan met lettertjes gaan klooien

Dat is een heel slechte aanpak van een opgave. Zodra er numerieke waarden ingevuld worden in een formule gaat de betekenis van die getallen verloren en kan je geen dimensionele analyse meer toepassen. Neem bijvoorbeeld het uirekenen van hoe groot een kracht met een arm a = 8 [m] moet zijn om een moment van M = 16[Nm] teweeg te brengen:
M = F*a
F = M/a
dan kan je de eenheden gaan bekijken (dimensionele analyse):
[N] = [Nm]/[m] = [N] :-)
dus kan je vol vertrouwen invullen:
F = M/a = 16/8 = 2 [N]
Nou is dit een heel simpele som, maar bij ingewikkeldere opgaven is het een heel goede manier om fouten uit je werk te halen. Bovendien is de kans groot dat je na deze berekening gevraagd wordt hetzelfde probleem uit te rekenen voor andere parameters, dan moet je als je het eerst in letters uitwerkt enkel een nieuw getal invoeren in de laatste regel van je berekening.

[sdekivit]

ik heb altijd gewoon numeriek formuletjes ingevild en wist donders goed wat de formule inhield helaas ben ik niet met je eens dat de betekenis van de formule verloren gaat bij simpelweg invullen van nummertjes.

--> je zult wel eerst de goede formule nodig hebben om die getallen in te kunnen vullen en dan komt het er dus op aan of je weet waar je een formule voor kunt gebruiken. Voo de rest is het een kewstie van invullen van getalletjes en uitrekenen.

Je kunt aan beide zijden van het =-teken dezelfde bewerking toepassen. Dat geldt dus ook voor vermenigvuldigen met of delen door een variabele.